Bij de aanslag kwamen in oktober vorig jaar 202 mensen om het leven, overwegend buitenlandse toeristen.

De 40-jarige Amrozi bin Nurhasyium, bijgenaamd de lachende terrorist, zou onder meer het materiaal voor de bommen hebben gekocht en een busje hebben geregeld waarin de explosieven tot ontploffing werden gebracht. Behalve Amrozi zitten 32 anderen vast op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagen. Hun proces begint later. Amrozi kan de doodstraf krijgen.

Amrozi heeft bekend, maar zijn advocaten betoogden maandag dat een bekentenis alleen niet voldoende is om hem te veroordelen. Het openbaar ministerie denkt echter sterk te staan. Behalve over een bekentenis beschikt het over 102 getuigenverklaringen en bewijsstukken zoals handleidingen voor het maken van bommen en het chassis van het minibusje.

Amrozi, afkomstig van Java, dankt zijn bijnaam aan de brede grijns waarmee hij op televisie te zien was na zijn arrestatie in november. Tijdens de zitting van maandag -rechtstreeks te volgen op de Indonesische televisie- lachte hij niet. Hij gaf korte antwoorden op de vragen van de vijf rechters.

De officier van justitie zei dat de verdachten hun daad zagen als wraak op de Verenigde Staten. De verdachten praatten onder elkaar over „de verplichtingen van moslims jegens andere geloofsgenoten die onderdrukt en uitgemoord worden door de Verenigde Staten en hun bondgenoten in Afghanistan, Palestina, Kasjmir (…) en Irak.”

Tegen de Britse krant de Sunday Times hebben diverse verdachten verklaard dat zij dachten dat er vooral Amerikanen in de twee discotheken zouden zijn. In werkelijkheid waren meer dan de helft van de 202 doden Australiërs. Zeven Amerikanen kwamen om het leven. „Australiërs, Amerikanen, wat maakt het uit - het zijn allemaal blanken”, aldus een van de verdachten tegen de Times. De doelwitten waren zondig en verdienden het te worden opgeblazen, zei hij.

Op de publieke tribune van de zwaarbewaakte rechtbank op Bali zaten maandag ongeveer 400 mensen: journalisten en diplomaten van de landen waar slachtoffers vandaan kwamen, maar ook mensen die bij de aanslagen gewond raakten. Nadat Amrozi een aantal vragen van de rechters had beantwoord, de aanklager de tenlastelegging had voorgelezen en de verdediging haar openingsbetoog had gevoerd werd het proces verdaagd tot volgende week maandag.

Tijdens het proces moet onder meer duidelijk worden in hoeverre de daders banden hebben met Jemaah Islamiyah, volgens de Verenigde Staten de Indonesische tak van al-Qaida. Jemaah Islamiyah zou streven naar de vorming van een groot islamitisch rijk in Zuidoost-Azië. De vermoedelijke leider van de organisatie, Abu Bakar Bashir, staat in Jakarta terecht wegens hoogverraad. De Indonesische politie brengt Bashir niet in verband met de aanslagen op Bali.