Binnenland

Politiecommissaris Reijnders: Extra recherche voor kinderporno nodig

MAASTRICHT – Bestrijders van kinderpornomisdaad willen snel extra rechercheurs om meer zedendelinquenten op te sporen. Politiecommissaris Peter Reijnders, leider van het Programma Verbeteren Aanpak Kinderporno: „We moeten niet alleen de downloaders van kinderporno pakken, maar ons ook richten op makers en slachtoffers.”

J. Visscher
15 December 2010 11:43Gewijzigd op 14 November 2020 12:55
Natasja van Straten
Natasja van Straten

Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, bezat en verspreidde waarschijnlijk duizenden afbeeldingen van kinderporno. De 50-jarige zedenmisdadiger Pieter P. uit Zuidwolde, zo bleek dinsdag bij de rechtbank in Assen, had de beschikking over ruim 200.000 afbeeldingen en honderden filmpjes met kinderporno. Hij gebruikte zijn kinderen en hun vriendjes voor het maken van het materiaal.

Bij huiszoekingen treft de politie steeds vaker grote hoeveelheden kinderporno aan, zegt politiecommissaris Reijnders. Bij de Nederlandse politie coördineert hij sinds twee jaar een programma om de bestrijding van kinderporno te verbeteren. „Verzamelingen van soms wel 200.000 foto’s zijn geen uitzondering. Tegenwoordig is het makkelijk om met een digitale camera of met een mobiele telefoon allerlei afbeeldingen te maken. Voorheen moesten mensen foto’s ontwikkelen in een eigen donkere kamer, dat vergde veel meer tijd.”

Robert M. ging geraffineerd te werk. Hij probeerde de kinderporno op zijn computer verborgen te houden met versleuteltechnieken. Komt u zo’n handelwijze vaker tegen?

„Mensen worden steeds handiger met computers. Ook moeten we erop bedacht zijn dat makers van kinderporno hun materiaal kunnen verstoppen in een film die er ogenschijnlijk onschuldig uitziet. In een zogenaamde vakantiefilm kan een fragment met kinderporno voorkomen.”

Wat is het profiel van zedendelinquenten die zich met kinderporno bezighouden?

„Die vraag stellen wij onszelf ook. Er is dringend behoefte aan meer onderzoek op dat terrein. Feit is wel dat daders voor het overgrote deel mannen zijn. We dachten dat daders vooral ouderen zijn, maar we zien nu toch ook meer dan eens jongere mannen.”

De politie moet niet alleen downloaders van kinderporno, juist ook makers van het materiaal en hun slachtoffers in het vizier zien te krijgen, benadrukt Reijnders, die onder meer adviezen verstrekt aan de 75 zedenrechercheurs die zich in Nederland specifiek met kinderpornomisdaad bezig houden. „Meer dan voorheen moeten we de focus leggen op het bevrijden van slachtoffers, van wie bijvoorbeeld kinderpornofoto’s worden gemaakt, en de opsporing van de misdadigers. Dat betekent dat onderzoeken meer tijd vergen dan vroeger. Als er bijvoorbeeld een Chinees kind op een afbeelding staat, wil dat nog niet zeggen dat de foto uit China komt. Het kan ook gaan om een Chinees kindje dat in Nederland woont.”

Ontspringt menig zedenmisdadiger de dans?

„Er blijven zaken liggen. Per jaar doen we ongeveer 600 tot 800 zaken, terwijl er jaarlijks 800 tot 1000 zaken binnenkomen.

Tijdens een recent congres in Nunspeet hebben we nog gepleit voor 75 rechercheurs extra. Dat kunnen we meer voorraden wegwerken. Staatssecretaris Teeven van Veiligheid zegt dat hij serieus naar dat verzoek gaat kijken.”

Hoe zwaar is het voor zedenrechercheurs om kinderpornomateriaal te moeten bekijken?

„Dat kan emotioneel heel belastend zijn. Onze rechercheurs zijn ook vader of moeder van kinderen. In samenwerking met diverse partijen, waaronder het Nederlands Forensisch Instituut, ontwikkelen we software die het zoeken in een enorme bulk kinderporno gemakkelijker maakt, waardoor rechercheurs minder belast worden. Verder zorgen we ervoor dat zedenrechercheurs met elkaar spreken over hun ervaringen en kunnen ze eventueel hun verhaal kwijt bij hulpverleners.”

Hoe is te voorkomen dat kinderen slachtoffer worden van zedenmisdadigers?

„In de eerste plaats moeten ouders hun kinderen voorhouden dat ze niet zomaar allerlei persoonlijke informatie op het internet moeten zetten. Daarnaast denk ik dat het goed is dat we kritisch kijken naar de screening van kinderoppassers, maar ook naar leiders van bijvoorbeeld sport- en scoutingclubs. Zonder iedere man die kinderen helpt te stigmatiseren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer