Drie jaar zit de 59-jarige Pijl in de gemeenteraad van Den Haag, al drie jaar staat voetbal hoog genoteerd op de politieke agenda. Nog op dezelfde avond waarop hij werd geïnstalleerd, moest de CU/SGP’er zich uitspreken over een voorstel van B en W om voetbalclub Ado Den Haag een bedrag van 7 miljoen gulden te lenen. Deze week beslist hij mee over de bouw van een nieuw stadion op het Forepark, vlakbij het Prins Clausplein.

Den Haag lijkt kosten noch moeiten te sparen om betaald voetbal in de stad op hoog niveau te tillen. Pijl ziet het met lede ogen aan. „Ik heb destijds ervoor gepleit geen geld te storten in een bodemloze put. Want dat doe je als je zoveel miljoenen in een voetbalvereniging stopt. Hetzelfde pleidooi zal ik ook nu voeren. Ik vind het onverantwoord dat wij zo met gemeenschapsgeld omspringen.”

Het nieuwe stadion kost 45 miljoen euro. De gemeente neemt 34,5 miljoen voor haar rekening, de rest moet door private partijen op tafel worden gelegd. Hoofdschuddend bladert Pijl op zijn fractiekamer in het stadhuis door het voorstel van CDA-sportwethouder W. Stolte. „Het stuk ademt een sfeer van grenzeloos optimisme. Tegenvallers? Daar kun je wel naar vragen, maar het antwoord is steevast dat ze niet te verwachten zijn.”

Succes kan Ado Den Haag op dit ogenblik niet worden ontzegd. Het tegendeel is het geval, erkent Pijl. Dank zij de miljoeneninjecties uit het verleden is de club hard op weg dit seizoen kampioen van de eerste divisie te worden. Promotie naar de eredivisie komt dichtbij. Alleen al de gedachte aan wedstrijden met toppers als Ajax en Feijenoord zorgt voor een verhoogd adrenalinepeil bij de Ado-fans.

Maar niets in de voetbalwereld is zo betrekkelijk als roem, zegt Pijl. „De ploeg wordt nu met veel fanfare in de eredivisie geleid, maar voor hetzelfde geld worden ze er volgend jaar weer uitgeknald. Dat overkwam de club ook in 1992. Toen werd ze eveneens kampioen, maar de vreugde was van korte duur. Al na een jaar volgde degradatie. In de eredvisie mag je blij zijn als je onderin de ranglijst staande blijft.”

Pijls woorden lijken aan dovemansoren gericht. De grote partijen in de Haagse gemeenteraad zullen donderdag ongetwijfeld instemmen met het voorstel van de wethouder. Alleen de SP is, net als de ChristenUnie/SGP, een uitgesproken tegenstander, terwijl ook GroenLinks zich kritisch over het project uitlaat.

In zijn voorstel zet sportwethouder Stolte de pluspunten van Haags profvoetbal op een rij. Uitvoerig staat hij stil bij de maatschappelijke waarde van betaald voetbal voor de gemeente. Vooral jongeren zouden baat hebben bij een goeddraaiende club. Spelers functioneren voor hen als identificatiefiguren. Zij zouden de Haagse jeugd in onderlinge gesprekken waarden en normen kunnen bijbrengen.

Pijl: „Natuurlijk heeft sport maatschappelijke betekenis. Dat zal ik niet ontkennen. Wij zijn ook geen tegenstander van sportbeoefening, mits het niet op zondag gebeurt. Met amateurvoetbal hebben wij geen enkel probleem. Maar wat nu gebeurt, noem ik Ado-isering van de gemeente. Den Haag zonder Ado schijnt geen stad te zijn. Ik heb er sterk behoefte aan dat te relativeren. Laat zo’n bedrijf zelf de broek ophouden. Andere ondernemingen doen dat ook.”

Pijl vindt een investering van 34,5 miljoen niet te verkopen. „Wat mij betreft wordt het geld besteed aan de zwakkeren en meer kwetsbaren in de samenleving. Ook in relatie met wat andere verenigingen krijgen, vind ik zo’n bedrag onverantwoord.”

De CU/SGP’er vindt dat fans van Ado Den Haag te gemakkelijk een beroep doen op de gemeentekas. „Als mensen werkelijk zoveel om voetbal geven, laat ze dan zelf hun portemonnee trekken. Dat doet een kerkelijke gemeente toch ook wanneer zij een nieuwe kerk bouwt?”

Dit is het tweede deel van een serie artikelen over gemeentelijke steun aan het profvoetbal.