Met een trits aan maatregelen wil het stadsbestuur in Rotterdam het blowen en alcoholgebruik onder leerlingen fors terugdringen. Het college is geschrokken van de cijfers uit het leefstijlonderzoek onder ROC-leerlingen in de havenstad. Daarom wil onderwijswethouder Hugo de Jonge ook een „stevige aanpak” van het probleem, zo kondigde hij dinsdag aan tijdens de presentatie van het aanvalsplan.

Uit de cijfers blijkt dat ongeveer 10 procent van de ROC-studenten wel eens harddrugs heeft gebruikt, zoals cocaïne, speed of GHB. Een fors percentage gebruikt dat met regelmaat. Zo nam 6 procent in de afgelopen maand harddrugs, 14 procent hasj of wiet en was 27 procent van de leerlingen in de afgelopen maand dronken of aangeschoten.

Niet alleen scholieren, maar ook ouders, onderwijzend personeel, politie en openbaar ministerie (OM) worden bij het aanvalsplan betrokken. Bij de presentatie dinsdag tekende de het stadsbestuur samen met de twee ROC’s een gedragscode waarin precies staat wat wel en niet mag. Zo worden ouders te allen tijde op de hoogte gesteld als hun kind wordt gepakt met drugs en/of alcohol rond de school.

Voor de ouders zijn er speciale spreekuren en kan de schoolleiding kinderen professionele zorg aanbieden. Rond de schoollocaties wordt er intensiever gehandhaafd op het gebruik en de handel in drugs. Dat doet de politie in samenspraak met het OM en de school. Het nieuwe beleid begint op vijf locaties van de twee ROC’s in Rotterdam. In 2013 moeten dat er 25 zijn.

De Jonge rekent op een positieve houding van de ouders. Zij hebben in zijn ogen een belangrijk rol in het geheel. „ Onderzoek wijst uit dat gebruik van drugs en alcohol verband houdt met verzuim, slechte prestaties en voortijdige schooluitval. Het probleemgebruik onder deze groep studenten is niet alleen het probleem van de scholen, maar een maatschappelijk probleem dat zich op deze scholen voordoet”, aldus De Jonge.

Om die reden stelt hij: „Waar ouders mogen rekenen op de school als het gaat om een veilige schoolloopbaan, mogen scholen ook rekenen op inzet van de ouders bij de aanpak van drugs en alcohol.”