Commentaar: Na de nationale synode
Voor de tweede keer werd er een nationale synode in Dordrecht gehouden. De samenkomst die eind vorige week plaatshad, was op verschillende punten duidelijk anders dan de vergadering in 1618/1619.
Niet alleen het aantal zittingen was eind vorige week veel beperkter dan in de zeventiende eeuw, ook de samenstelling was nu diverser. In totaal kwamen 52 kerken vrijdag en zaterdag bijeen; vier eeuwen terug was de nationale synode de breedste vergadering van één kerk. Terecht dat de 300 aanwezigen in Dordrecht de verdeeldheid als schuld beleden.
Een substantieel deel van de reformatorische kerken was eind vorige week niet op deze tweede nationale synode aanwezig. Zij hadden grote bezwaren tegen het interkerkelijke karakter. Eenheid ten koste van de waarheid, is voor hen een onbegaanbaar pad. En er bestond moeite met de concept-Credotekst die ter bespreking lag. Liever grepen ze terug op de gereformeerde belijdenisteksten die vier eeuwen terug werden aanvaard.
Toch zijn deze afwezige reformatorische kerken met hun absentie niet klaar met de thematiek die in Dordrecht aan de orde is gesteld. Ook zij zijn verdeeld, terwijl ze met elkaar juist wel de gereformeerde confessie onderschrijven. Ondanks die gemeenschappelijke basis leven de verschillende denominaties binnen de gereformeerde gezindte vrij gemakkelijk langs elkaar heen. Dat is schuld.
In hun gemeenschappelijke verklaring spraken de deelnemers aan de nationale synode eind vorige week uit dat de versplintering van kerkelijk Nederland een slecht signaal is aan de samenleving. Die verdeeldheid verlamt de zeggingskracht van de kerken in de maatschappij. Het valt niet te ontkennen dat dit ook geldt voor de reformatorische kerken die afwezig waren.
Binnen de orthodox-protestantse kerken heeft het gebed voor land en volk, overheid en vorstenhuis nog altijd een vaste plaats in de zondagse eredienst. Maar als het gaat om verdere, daadwerkelijke betrokkenheid op maatschappelijke ontwikkelingen wordt er van de meeste reformatorische kerken maar weinig vernomen. De vraag is of dat geluid niet aan volume zou moeten winnen, juist om duidelijk te maken dat absentie in Dordrecht niet betekent dat men geen boodschap heeft aan de samenleving.
Na de synode in 1618/1619 was de beweging van de Nadere Reformatie de dominante stroming in kerkelijk Nederland. Het ging er deze stroming om het persoonlijk en het maatschappelijk leven in te richten naar de belijdenis die in Dordt was vastgesteld. Daarbij schroomden predikanten van de Nadere Reformatie niet om zich uit te spreken over heel praktische zaken. Twee voorbeelden: Udemans schreef een christelijke ethiek voor zee- en kooplieden en Voetius behandelde de vraag hoe vroomheid met wetenschap verbonden kan worden.
Reformatorische christenen willen staan in de traditie van Reformatie en Nadere Reformatie. Dat betekent vasthouden aan de gereformeerde belijdenis in persoonlijk leven en zich inspannen om die gereformeerde confessie te laten doorwerken in het maatschappelijk leven. Dat laatste vraagt meer betrokkenheid dan nu vaak het geval is.