Economie

Euro-obligaties verdienen een kans

De Nederlandsche Bank is tegen de uitgifte van gezamenlijke obligaties door de landen van de eurozone. Deze methode om een einde te maken aan de schuldencrisis verdient echter een kans. De muntunie zou wel eens zo sterk kunnen worden als de sterkste schakel.

Bert Burger
10 December 2010 19:55Gewijzigd op 14 November 2020 12:52
...muntunie zo sterk als de zwakste schakel... Foto Fotolia
...muntunie zo sterk als de zwakste schakel... Foto Fotolia

De Europese schuldencrisis duurt maar voort. Nadat de financiële markten eerder hun peilen richtten op Griekenland en Ierland, wordt nu getwijfeld aan de mogelijkheden van Portugal, Spanje, Italië en zelfs België om aan de schuldverplichtingen te voldoen. Overheden en centrale banken slagen er niet in om de rust terug te laten keren, niet in de laatste plaats door onenigheid over de te nemen maatregelen.

Dit was ook afgelopen week het geval. In de zoektocht naar oplossingen stelden de ministers van Financiën van Luxemburg en Italië voor om, naast andere maatregelen, een agentschap op te richten dat pan-Europese obligaties moet uitgeven. Deze komen dan in de plaats van een deel van de staatsobligaties van individuele landen in de eurozone, die verplicht worden omgeruild naar de nieuwe Europese obligaties. Een mooie, compacte naam voor deze leningen is al verzonnen: E-bonds.

De Duitse regering sprak zich direct uit tegen de uitgifte van gezamenlijke leningen, omdat dit slecht zou zijn voor de begrotingsdiscipline bij overheden. De landen met forse overheidsschulden zouden profiteren van de inspanningen van landen die de zaken beter op orde hebben. De Nederlandsche Bank toonde zich tegen het plan omdat de gezamenlijke obligaties een ondoorzichtige en oneerlijke overdracht van financieel risico van belastingbetalers in de sterke landen naar die in de zwakke landen zou betekenen.

Op het eerste gezicht is de oppositie van de sterke landen logisch. Obligatiebeleggers zullen vanwege genoemde risico-overdracht in principe hogere rentetarieven vragen op aan de gezamenlijke Europese overheden uitgeleend kapitaal, met hogere rentelasten voor landen als Duitsland en Nederland als gevolg. Toch verdient het plan van de ministers uit Luxemburg en Italië een kans. Andere factoren kunnen er namelijk voor zorgen dat de rente op de gezamenlijke leningen toch dicht bij het Duitse en het Nederlandse renteniveau komt te liggen. Zo zal de kans op het in gebreke blijven bij aflossingen en rentebetalingen bij de Europese obligaties nauwelijks groter zijn dan bij Duitse of Nederlandse leningen. Speculatieve beleggers zullen geen kans meer maken om een land uit de muntunie te drukken. Dit is niet alleen gunstig voor de landen in kwestie, maar ook voor de sterke landen, die niet meer geconfronteerd zullen worden met dure hulpacties en het gevaar van een uiteenvallende eurozone.

Een positief, dus neerwaarts effect op de rente zal ook uitgaan van de creatie van een grote, liquide markt in euro-obligaties. In feite zou een proces kunnen plaatsvinden op de kapitaalmarkt als in de jaren kort voor de start van de muntunie. Toen convergeerden de rentetarieven in de aanstaande eurozone naar de lage Duitse tarieven en niet naar een soort van gewogen gemiddelde.

Hoe de renteontwikkeling zal uitpakken blijft onzeker, maar het plan met de E-bonds heeft voldoende voordelen om het uit te proberen. Na eerste, beperkte uitgiftes zal al snel blijken of er vertrouwen is in de nieuwe leningen. De juridische hobbels van de uitgifte van gezamenlijke leningen kunnen, zo leert de geschiedenis, worden genomen als de politieke wil er is.

En de door de Duitsers gevreesde aantasting van de begrotingsdiscipline? Gezonde overheidsfinanciën kan men beter nastreven door regulering dan dat men deze laat afdwingen door de financiële markten. Zo gek is het niet om na een crisis die ontstond door ver doorgevoerde marktwerking en te weinig toezicht hierop, de markten enigszins te beteugelen. Juist nu, met de uitgifte van E-bonds als ruilmiddel, kunnen de sterke landen een streng stabiliteitspact afdwingen bij de zwakke landen.

Op dit moment is de eurozone zo sterk als de zwakste schakels. Breken deze, dan betekent dit het einde van de euro. Kunnen de zwakke landen hun tekorten mede financieren door de uitgifte van Europees schuldpapier, dan ontstaat er een situatie die voor alle partijen stabieler is. De ketting van de muntunie is dan zo sterk als de sterkste schakel.

De auteur schrijft op freelancebasis over ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer