CU-raadslid: Ja is ja voor een christen
DOKKUM – Kiezen bijna alle CU-raadsleden vol overtuiging voor de eed bij hun installatie in de gemeenteraad, CU-fractievoorzitter in Dongeradeel Dirk van der Meulen uit Dokkum kiest ook met overtuiging. Maar dan wel voor de belofte. „Jezus zegt in de Bergrede dat je niet moet zweren.”
Van der Meulens bezwaren tegen de eed zijn velerlei. Belangrijkste argument voor de Friese CU-politicus is dat de Heere Jezus in de Bergrede duidelijk zou aangeven dat mensen niet mogen zweren. „Daarnaast wijst Hij in Mattheüs 23 het zweren ook af, omdat het vaak als een doekje voor het bloeden wordt gebruikt. En ook Jakobus geeft in zijn brief aan dat je niet moet zweren. Er staat hieromtrent geen woord Frans in de Bijbel, dus een christen zou zich echt moeten afvragen of hij de eed wil afleggen. Nu wil ik niet over de principes van een ander oordelen. Iedereen moet maar voor zichzelf uitmaken welk belang hij hecht aan deze teksten.”
Daar komt nog iets bij, meent Van der Meulen. „In principe moet voor een christen zijn ja altijd ja zijn en zijn nee ook echt nee. Als je nu uitspreekt: „Zo waarlijk helpe mij God almachtig” en je zou onverhoopt meineed plegen, wie is daarvoor verantwoordelijk? God ook een beetje? Je hebt Hem immers gevraagd of Hij jou zou helpen de eed te houden?”
Verder heeft Van der Meulen bezwaren tegen de toevoeging dat God almachtig is. „Wat voor soort God roep je dan aan? Waarom moet dát woordje erbij? Ik heb moeite met het woordje almacht. Daar kan ik me niets bij voorstellen.”
Nog zijn de argumenten van Van der Meulen tegen de eed niet opgedroogd. „Als ik zie wie er allemaal de eed afleggen, zou ik graag van hen eens willen weten hoeveel waarde het nu werkelijk voor hen heeft dat ze God aanroepen. Als het zo is dat mensen de eed afleggen zonder erbij na te denken, verwordt die dan niet tot een krachtterm?”
Of Van der Meulen zelf niet bang is de Bijbelse notie van de eedaflegging te versmallen, Bijbelteksten uit hun verband te halen en ook theologen als Calvijn op dit punt tegen te spreken? „Het moet in mijn leven zichtbaar zijn dat ik met de Heer leef. Dan hoef ik Gods naam er niet bij te halen om mijn ja kracht bij te zetten. Door het uitspreken van de belofte ligt de verantwoordelijkheid helemaal bij mij als christen. Ik heb ja gezegd en daar moet ik voor staan.”
Zijn fractiegenoot in Dongeradeel koos wel voor de eed. Prima, vindt Van der Meulen. „We kunnen er goed met elkaar over praten. Ik probeer haar niet op andere gedachten te brengen. Ze is er wel veel bewuster over gaan nadenken. Kijk, dáár gaat het mij vooral om.”