Doorbreek de toetsgekte, red het basisonderwijs
Minister Van Bijsterveldt wil nog meer toetsen in het basisonderwijs. Een onzinnig plan, meent Herman Godlieb. Volgens hem bedreigt de huidige afrekenterreur de kwaliteit van het basisonderwijs.
Onderwijs wordt niet beter wanneer er nog meer wordt getoetst. Onderwijs wordt ook niet beter wanneer leerlingen en leerkrachten worden opgejaagd. Goed onderwijs staat of valt met goede leerkrachten.
De scores van toetsen voor taal en rekenen worden misbruikt om scholen op af te rekenen. De gegevens worden door de onderwijsinspectie op een niet-wetenschappelijk wijze vastgesteld. De resultaten zijn daardoor onbetrouwbaar. Dit jaar hebben enkele Kamerleden de minister gevraagd de wetenschappelijke onderbouwing voor de beoordeling van de prestatiegegevens te overleggen. De minister is tot tweemaal toe in gebreke gebleven.
Het huidige beleid leidt tot steeds meer regelgeving, controle en bureaucratie. Een gevolg is dat de leerkrachten hun autonomie, hun passie en hun motivatie verliezen. Het imago van het onderwijs wordt er eveneens door beschadigd. Talentvolle mensen komen niet binnen en beschikbaar talent vertrekt uit frustratie.
Scholen zijn geen fabrieken en kinderen geen machines. Daardoor gaat het met het opstuwen van de productiecijfers in het onderwijs mis. Onderwijs is een uitzonderlijk complex proces. Om de toegevoegde waarde van een bepaalde school te kunnen bepalen, moet je de factoren die buiten de invloedsfeer van de school liggen, neutraliseren. De wetenschap is het erover eens dat dit voor het primair onderwijs niet mogelijk is.
Politici en de onderwijsinspectie willen ons laten geloven dat het niveau van het basisonderwijs de laatste jaren is gedaald. Dat is niet waar. Het basisonderwijs in ons land presteert goed. Uit internationaal onderzoek blijkt dat we het prima doen en de nationale toetsen geven al decennialang een stabiel beeld. In een hoog geïndustrialiseerd land met decennialang hoogwaardig onderwijs is het niet mogelijk basisschoolleerlingen pardoes hoger te laten scoren. Dat kan slechts door de eisen te verlagen of te frauderen.
De laatste vondst om het onderwijs nog verder in het nauw te drijven is de Wet op de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. De minister wil ons laten geloven dat we deze referentieniveaus nodig hebben om te weten welke doelen we moeten stellen om kinderen te leren rekenen en schrijven. Dat weten we al heel lang en daar hebben we deze wet niet voor nodig. De minister veronderstelt ook dat we de verschillen tussen leerlingen ermee kunnen verkleinen. Dat is een lekengedachte. Wanneer je uit kinderen haalt wat erin zit, maak je verschillen niet kleiner, maar juist groter.
De wet heeft vooral tot doel het basisonderwijs in de nabije toekomst verplichte toetsen voor taal en rekenen te kunnen opleggen, zodat de afrekenterreur met onbetrouwbare cijfers kan worden vervolmaakt. Het onderwijs is inmiddels rechteloos en vogelvrij. Ik roep het basisonderwijs ertoe op de toetsgekte te doorbreken en de toetsen die het gevolg zullen zijn van deze wet, bij voorbaat te boycotten.
De auteur is meerschoolsdirecteur voor de Stichting Openbaar Onderwijs Oost-Groningen (Sooog).