Opinie

Matheid

Het artikel ”Hemelse gerichtheid veroorzaakt matheid onder christenen” (RD 27-11) schetst mijns inziens geen juist beeld van een leven met de Heere. „Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet.” Hebreeën 11 begint met deze prachtige tekst. Als je dit hoofdstuk verder leest, kom je diep onder de indruk van alles wat deze gelovigen in hun leven hebben gedaan en betekend voor de wereld. Dus hier is absoluut geen sprake van matheid of „in een hoekje van het bestaan” zitten. Denk bijvoorbeeld ook aan Calvijn, die zijn leven bijna verteerde in dienst van de Heere. Of aan Luther en zijn vrouw Käthe. Denk aan Paulus, zoals hij schrijft in 2 Korinthe 11:23-27. Zonder een levend geloof zou dit leven onmogelijk geweest zijn.

7 December 2010 09:29Gewijzigd op 14 November 2020 12:48

Over de uitspraak: „ervoor wakend dat we rein blijven, opdat we ons hemelse plekje niet verspelen”, wil ik drie dingen opmerken.

  1. Niet één mens is rein en blijft rein, want wij zijn zonde geworden.

  2. In de eeuwigheid gaat het niet om ons „hemelse plekje”, maar om de God van de hemel. „Alzo zullen wij altijd met den Heere wezen” (1 Thess. 4:17).

  3. Wij kunnen onze zaligheid geen ogenblik vasthouden, deze erfenis wordt in de hemel bewaard (1 Pet. 1:4). Ook mogen wij geloven dat onze overblijvende zwakheid met Christus’ lijden en sterven bedekt is (vraag 81 van de Heidelbergse Catechismus).

Ten slotte, als kind van de Heere zullen wij graag Zijn scheppingsopdracht volbrengen (zie Gen. 1:28 en 2:24), en ook Zijn evangelisatieopdracht (zie Matt. 28:19). Wie één mens voor de Heere mag winnen, behoudt méér dan een gehele wereld.

K. Geleijns-Geurtsen, W. van Oranjestraat 50, 5307 HT Poederoijen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer