Koninklijk Huis

Kroonjuweel op de Veluwe

Koningin Beatrix is niet alleen staatshoofd. Zij is ook beheerder van het grootste landgoed van Nederland: Kroondomein Het Loo. Een prachtig boek toont de schoonheid van dat gebied.

6 December 2010 15:45Gewijzigd op 14 November 2020 12:47Leestijd 7 minuten
In de bossen vlak bij Paleis Het Loo in Apeldoorn ligt Kasteel Het Oude Loo. Koningin Beatrix verblijft er regelmatig in de weekenden. Het jachtslot vormt het hart van de geschiedenis van het uitgestrekte Kroondomein Het Loo. Beeld Kroondomein Het Loo
In de bossen vlak bij Paleis Het Loo in Apeldoorn ligt Kasteel Het Oude Loo. Koningin Beatrix verblijft er regelmatig in de weekenden. Het jachtslot vormt het hart van de geschiedenis van het uitgestrekte Kroondomein Het Loo. Beeld Kroondomein Het Loo

Een verborgen kroonjuweel, zo noemen de auteurs Hans Bleumink en Jan Neefjes het uitgestrekte gebied tussen Apeldoorn, Vaassen, Gortel, Elspeet en de rijksweg A1. „Het Loo is door de eeuwen heen altijd een landgoed geweest met vorstelijke allure. Hoewel Het Loo zijn deuren opende is het óók het privédomein van de Oranjes gebleven, waar de koninklijke familie zich kan terugtrekken uit het publieke domein. Daardoor bleef Het Loo ook een landgoed met een zekere distantie, alsof het net iets verder weg ligt dan de rest van de Veluwe en ook net iets moeilijker te bereiken is”, stellen de auteurs van de „biografie over het landgoed.”

In het boek keert steeds de naam Oranje-Nassau terug. Stadhouder Willem III legde de basis voor het landgoed door zijn aankopen van gronden, de bouw van Paleis Het Loo en het realiseren van zogeheten koningswegen waarover hij snel naar zijn jachthuizen kon rijden.

Koning Willem III drukte in de 19e eeuw een stevig stempel op het gebied. Hij zag het belang van goede militaire oefenterreinen in. Het gebied rond Het Loo bood daar volgens hem de beste ruimte voor. Anno 2010 is defensie nog actief in de regio.

Koningin Wilhelmina en prins Hendrik waren bijzonder op Het Loo gesteld, maar elk op hun eigen manier: „Wilhelmina hield vooral van het landschap, het uitzicht en de rust. Het Loo, gelegen aan de rand van een „onmetelijke boswereld”, was voor haar „de dierbaarste plek op aarde.” Graag liep ze volkomen afgezonderd door het Paleispark. Vele uren bracht ze schilderend in de natuur door. Ook zette zij zich in voor de armen in dorpen als Uddel.

Prins Hendrik daarentegen „hield van activiteiten als bosbouw en jacht. Hij was opgegroeid in een dunbevolkt land met een dominante bos- en jachtcultuur. Het Loo bood hem de mogelijkheden die activiteiten ook in zijn nieuwe vaderland te ontplooien.” Het echtpaar verwierf tussen 1901 en 1914 ruim 6500 hectare grond.

Prins Hendrik maakte van het landgoed een Mecklenburgs jacht- en bosgebied. Zo liet hij grote percelen bos aanplanten –dit tot verdriet van zijn vrouw– en legde hij kilometerslange paden door het bos aan voor een goede ontsluiting en een heldere verkaveling. Om te kunnen jagen –Wilhelmina gruwde ervan– liet haar man wilde zwijnen uitzetten en het gebied omheinen.

Koningin Beatrix sloeg na haar troonsbestijging een heel andere weg in. Zij koos –in nauwe samenwerking met prins Claus– voor ”natuurvolgend bosbeheer”. Die aanpak bleek „rendabeler, gaf de natuur meer ruimte en leverde ook nog eens een veel aantrekkelijker landschap op.”

Er veranderde nog iets onder leiding van koningin Beatrix: in 2001 schafte zij de drijfjacht af. Dit besluit nam zij na ophitsende campagnes tegen deze vorm van jagen. Het besluit betekende niet dat er niet meer gejaagd werd in het gebied. „Voor de Oranjes bleef de jacht ook een representatieve functie houden.” Jagen met bevriende vorsten is een oude traditie.

Wel vond „sindsdien de jacht op een veel kleinschaliger manier plaats en stond de koninklijke jacht in het teken van het bos- en faunabeheer. Daarmee was feitelijk een einde gekomen aan een tijdperk – een tijdperk dat precies een eeuw geleden begonnen was met de komst van prins Hendrik”, concluderen de schrijvers. Eén ding veranderde niet: de jacht bleef met „een zekere geheimzinnigheid” omgeven.

Diezelfde geheimzinnigheid blijft er hangen rond het landgoed als geheel. Ook na het lezen van het bijzonder informatieve en fraai geïllustreerde boek. Het verhaal van Het Loo nodigt uit tot een bezoek.

Mede n.a.v. ”Kroondomein Het Loo”, door Jan Neefjes en Hans Bleumink; uitg. Matrijs, Utrecht, 2010; ISBN 978 90 5345 413 8; 192 blz.; € 34,95 (na 31-12 € 39,95).


Feiten en cijfers

792: Oudste vermelding van gronden bij Appoldro (Apeldoorn) en Uttiloch (Uddel).

900-1000: Bij het Uddelermeer bouwen Hunnen een schans.

1439: Bronnen uit dit jaar wijzen erop dat Het Oude Loo al voor die tijd bestond.

1684: Stadhouder Willem III koopt Het Oude Loo; het begin van een eeuwenlange band van de Oranjes met het gebied. Stadhouder Willem III laat een jaar later jachtpaleis Het Loo bouwen en legt siertuinen aan.

1806: Koning Lodewijk Napoleon laat paleis en tuinen herinrichten als een romantisch landschapspark.

1910: Koningin Wilhelmina koopt grote stukken grond aan.

1959: Koningin Wilhelmina wil Het Loo als een aaneengesloten landgoed bewaren en schenkt daarom haar privébezit aan de Nederlandse staat, met behoud van het gebruiksrecht bij de drager van de kroon.

1971: Beheer en gebruik van het paleispark en het Hoog Soerense bos overgedragen aan de staat.


Prins Willem-Alexander over Het Loo

Prins Willem-Alexander schreef in het boek ”Kroondomein Het Loo” een voorwoord, waarin hij de warme verbondenheid van de koninklijke familie met het uitgestrekte landgoed verwoordt.

„Van kinds af aan heb ik het geluk gehad van dit prachtige en unieke deel van Nederland te mogen genieten. Zoals in dit boek tot uiting komt, heeft mijn familie al heel lang een nauwe band met Kroondomein Het Loo. Maar de rol die Het Loo al eeuwen speelt voor zijn omgeving en de maatschappij komt er ook heel duidelijk in naar voren. (…)

Over de geschiedenis van Paleis Het Loo en zijn schitterende tuinen is al veel geschreven. Maar over de geschiedenis van het landschap rond het paleis en het gehele Koninklijke landgoed, ontbrak tot nu toe een overzichtswerk. Dit boek brengt die geschiedenis tot leven. Het portretteert de Stadhouders, Koningen en Koninginnen te midden van de bossen en heide rond hun zomerresidentie. (…)

Ook laat het boek de prachtige plekken zien die Het Loo rijk is, bijvoorbeeld de vergezichten over de Asselse Heide, de sprengen bij Niersen, het historische decor van het Paleispark, het arcadische buurtschap Gortel en de oeroude bossen van Hoog Soeren.

Ikzelf heb door mijn ouders de grote liefde meegekregen voor dit prachtige gebied en deel het nu weer met mijn vrouw en kinderen.”


Landgoed in jaren

  • Een loo is een bewoonbare open plek in het bos.

  • Kroondomein Het Loo bestaat uit drie delen: het Paleispark (650 hectare), bossen en heidevelden rond Hoog Soeren (3000 hectare) en noordelijk en westelijk deel (6700 hectare). De eerst twee delen vallen onder het ministerie van Financiën; het noordelijke en westelijke deel rechtstreeks onder de koningin. Eén opperhoutvester is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in alle drie de gebieden.

  • Zo’n 8400 hectare van het landgoed bestaat uit bos. Het grootste deel daarvan is de laatste 150 jaar door de Oranjes aangeplant. Ruim 1300 hectare is bosreservaat; daar krijgt de natuur voorrang boven de bosbouw. Zo’n 1700 hectare is heideveld en 250 hectare is landbouwgrond.

  • Jaarlijks wordt zo’n 35.000 kubieke meter hout geoogst. Het Loo is daarmee, na Staatsbosbeheer, het grootste bosbouwbedrijf van Nederland.

  • De Torenberg van 107 meter hoog is de op een na hoogste heuvel van de Veluwe.

  • Het Loo bevat veel archeologische schatten, vooral ook rond het Uddelermeer. Het Loo telt zo’n 150 eeuwenoude grafheuvels.


Bezoek

Het grootste deel van Kroondomein Het Loo is overdag vrij toegankelijk voor wandelaars, ook zijn er fietspaden en ruiterroutes. Van 15 september tot 25 december zijn grote delen wel afgesloten in verband met de bronsttijd en de jacht. Een klein deel van Het Loo is altijd afgesloten: dit zijn de rustgebieden voor het wild.

Het Paleispark –niet te verwarren met de tuinen bij Paleis Het Loo– is overdag toegankelijk met een toegangskaartje. In het park staat kasteel Het Oude Loo. De tuinen rond dit slot zijn twee maanden per jaar geopend voor het publiek. Het kasteel is niet te bezichtigen.

Het voormalige jachtpaviljoen van koning Willem III –het Aardhuis– is tegenwoordig een museum over de flora en fauna van de Veluwe. De oorspronkelijke jacht- en rookkamer is er nog te zien.

www.kroondomeinhetloo.nl www.aardhuis.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer