Utrechts oudste klooster toont schatten
UTRECHT – In de Hamburgerstraat in Utrecht, waar nu Het Utrechts Archief is gevestigd, stond ooit het eerste klooster van de stad. Resten ervan zijn nog zichtbaar en –tijdelijk– ook een aantal vroegere schatten uit het klooster.
Tot en met 29 april 2011 is in Het Utrechts Archief de tentoonstelling ”…tot in de eeuwigheid. Schatten uit de Utrechtse Paulusabdij” te zien.
Bisschop Bernold stichtte de abdij en de kloostergemeenschap in Utrecht in het jaar 1050 als voortzetting van een klooster in Amersfoort. De abdij lag vlak bij de plek waar nu de dom staat, het hart van de stad. Tot de Reformatie in Utrecht in 1580 was het klooster een van de belangrijkste van Nederland.
Het Utrechts Archief en de sectie cultuurhistorie van de gemeente Utrecht deden samen onderzoek naar de verborgen geschiedenis van de abdij. De expositie laat zien hoe het was en wat er over is. Midden in een van de twee expositiezalen staat een maquette van de abdij, waarmee de makers twee jaar bezig zijn geweest. Het gebouwencomplex was omgeven door een muur, waarin een aantal poorten toegang gaf tot de stad. De kerk met twee torens was het grootst. Verder waren er onder meer een abtshuis, gastenverblijven, bedrijfsgebouwen waar de monniken werkten en het conventgebouw waar ze hun verblijven hadden.
Dr. Kaj van Vliet, rijksarchivaris van Het Utrechts Archief, noemt de maquette een van de hoogtepunten van de tentoonstelling. Hij zegt dat er vanaf 2001 onderzoek is gedaan naar de resten van het complex. Pas de laatste jaren is duidelijk hoe de Paulusabdij er uitzag.
Kelk
Van Vliet is verguld met de aanwezigheid van een miskelk, die in 1508 werd gemaakt. Op de bovenzijde van de voet van de kelk staat het wapen van de toenmalige abt, een gesp met drie rozetten. De kelk is in bruikleen overgekomen uit Duitsland. De rest van de kerkschat is al lang verdwenen. Veel ervan werd tijdens de 80-jarige oorlog omgesmolten tot muntgeld of gebruikt voor de oorlogvoering.
De historisch onderzoeker noemt als bijzonderheid een stuk grafsteen uit 1492 van abt Jan Clauwert dat afgelopen zomer in een tuin achter archief werd gevonden.
Op de expositie zijn boeken te zien die vroeger deel uitmaakten van de bibliotheek van het klooster, waaronder handschriften uit de elfde en de twaalfde eeuw met prachtige initialen.
Er ligt ook een inboedelbeschrijving, die gemaakt werd toen de Staten van Utrecht in 1593 het gebouwencomplex in beslag namen en de monniken met pensioen stuurden. De wereldlijke overheid gaf de gebouwen een andere bestemming, behalve de kerk, die in gebruik bleef voor godsdienstoefeningen. Het kerkgebouw werd in 1707 grotendeels afgebroken.
Vanaf 1617 kwamen er nieuwe woningen op het voormalige abdijterrein. De Korte Nieuwstraat, aangelegd in 1622, leidde dwars over het terrein. Het grootste deel van de gebouwen kwam in gebruik bij het provinciaal gerechtshof. In de negentiende eeuw werd het complex grondig verbouwd om dienst te kunnen blijven doen als rechtbank. Na nog twee verbouwingen en restauraties dient het sinds 2008 als onderkomen voor Het Utrechts Archief.
Veldkei
Niet alles is verloren gegaan. Niet alleen de mooie poort aan de Nieuwegracht, de Hofpoort, is bewaard, ook tufstenen zuidmuur van het transept van de kerk. In het gebouw zijn diverse historische resten te zien, zoals stukken muur, een spitsboog in de voormalige rechtszaal, een veldkei die diende voor de fundering, en een gang naar de kelder.