Consument

Fotograaf als digitale winterschilder

Sneeuwjacht en snijdende kou. Koning Winter houdt stevig huis in Nederland. Het kleurig tapijt van herfstbladeren maakt plaats voor een deken in grijze en witte tinten. Gelukkig ligt er binnenshuis nog genoeg fotowerk om uit te zoeken of bij te punten.

Wessel van Binsbergen
3 December 2010 16:39Gewijzigd op 14 November 2020 12:46
Winterlandschappen zijn vaak erg contrastrijk. Nabewerken brengt de dromerige sfeer weer terug in het beeld. Foto Wessel van Binsbergen
Winterlandschappen zijn vaak erg contrastrijk. Nabewerken brengt de dromerige sfeer weer terug in het beeld. Foto Wessel van Binsbergen

Veel fotohobbyisten schieten meer foto’s dan ze gedurende het seizoen kunnen bolwerken. Voor de zekerheid knipt de amateur tegenwoordig zonder meerprijs een extra, digitaal plaatje. Dit maakt het bepalen van een serie vakantietoppers tot een forse, tijdrovende klus. Fotograferen in rawformaat geeft meer speelruimte voor nabewerken. Samen met de conversie naar een gangbaarder bestandsindeling kost het echter beduidend meer tijd.

Het nabewerken van geschoten materiaal is voor professionals een vast onderdeel van het fotografieproces. Net als een negatief geen eindstation was in het analoge tijdperk, vereist een digitaal (raw)bestand ook extra stappen om maximale beeldkwaliteit te behalen. Nabewerking is echter een beladen term. Persbureau Reuters kan erover meepraten; in 2006 doken foto’s op van het conflict tussen Israël en Libanon die de realiteit flink verdraaiden. Een van de platen –genomen na een bomexplosie– toont meer rookwolken dan er in werkelijkheid waren. Na de aanslag op treinen in Madrid verspreidde Reuters een foto waarop een afgerukt lichaamsdeel te zien is. Slechts een paar dagbladen namen de plaat ongewijzigd over. Verschillende Engelse kranten plakten kiezelsteentjes over de bloederige plek. The Guardian verwijderde de kleur van het lichaamsdeel. Het Amerikaans dagblad USA Today sneed de foto zo bij dat het wegviel.

Zowel het aandikken als het afzwakken van beelden veroorzaakt geregeld verhitte discussies over normen in de fotowereld. Geschrokken door de akkefietjes bij Reuters kiezen sommige media voor een totaalverbod op het aanpassen van foto’s. De grens tussen standaardbewerkingen en echte manipulatie is niet zelden vaag en contextafhankelijk. Storende beeldelementen wegpoetsen is voor veel professionals een brug te ver. Vrijwel elke portretfotograaf ontdoet zijn prenten echter van puistjes en rimpels.

Hoe meer een hobbyfotograaf zich ontwikkelt, hoe meer hij de wereld ziet in termen van beeld en compositie. Met een bepaalde plaat in gedachten zijn camera en computer slechts middelen tot hetzelfde doel. Een verkeerd ingestelde witbalans breit de fotobewerkingssoftware moeiteloos recht. Bij gebrek aan zoombereik snijdt de vogelaar het beeld wat bij, om tot een beter gevulde plaat te komen. Binnen redelijke grenzen compenseert de computer de belichting, zelfs na de opname. Met digitaal gereedschap ”schildert” de fotograaf donkere delen helderder en vice versa.

Een extreem onscherpe achtergrond kan een compositie flink versterken. Zonder een voldoende grote lensopening of brandpuntsafstand is de fotograaf hiervoor overgeleverd aan het bewerkingsprogramma. Een tweedimensionaal beeld kent echter geen diepte en dus ook geen voor- of achtergrond. Het lassogereedschap helpt om handmatig een beeldelement los te knippen van de rest van de plaat. Met de computermuis een nauwkeurige selectie aanbrengen is echter geen sinecure. Toch is het maken van dergelijke selecties de basis onder veel retoucheerwerk.

De betere fotosoftware probeert het aanbrengen van een selectie zo goed mogelijk te automatiseren. Goedkope of gratis programma’s missen het budget om hier werk van te maken. Alleen Gimp (gimp.org) kwijt zich redelijk van zijn taak. Adobes nieuwste paradepaardje Photoshop CS5 speelt opnieuw het beste jongetje van de klas. Eerst maakt de gebruiker een grove selectie van het gewenste beeldelement. Daarna verfijnt CS5 deze uitgezette lijn met chirurgische precisie. Voorwaarde is wel dat er voldoende contrast voorhanden is. Is het kleurverschil tussen hoofdobject en achtergrond te klein, dan raakt de automatische selectie vroeg of laat het spoor bijster.

De beste fotograaf kiekt wel eens per ongeluk een ontsierend beeldelement mee. Een elektriciteitsmast, een lantaarnpaal die uit het hoofd van de geportretteerde lijkt te groeien. Veel fotosoftware biedt een kloonstempel om dit op te lossen. Vanuit een vooraf ingesteld referentiepunt schildert de gebruiker een nieuwe laag over het ongewenste object. Een precies en tijdrovend werkje. Photoshop CS5 toont opnieuw zijn superioriteit met een snelle verwijdermethode. Adobe noemt het „slim vullen” en daar is geen woord van gelogen. Losjes geselecteerde beeldelementen verdwijnen als sneeuw voor de zon. De functionaliteit is lang niet altijd foutloos, maar levert geregeld verbluffende resultaten. Kwaliteit en gebruiksgemak eisen wel hun tol; de krachtpatser van Adobe wisselt voor krap 1000 euro van eigenaar.


Pen zonder papier

Een tekentablet vormt een alternatief voor dure fotosoftware. Een dergelijk apparaatje automatiseert niets, maar maakt handmatig bewerken wel een stuk comfortabeler. De kracht van een tablet schuilt in de logische en intuïtieve bediening. De meeste mensen zijn met pen en papier veel preciezer dan met een computermuis. Het tekentablet profiteert hiervan door het natuurlijke schrijven te imiteren. De betere tablets werken met een drukgevoelige pen, wat het karakter van echt schrijfgerei nog beter nabootst. Het is even wennen, maar daarna gaat het aanbrengen van selecties en het werken met kloongereedschap aanzienlijk vlotter. Eenvoudige, maar goede apparaten van marktleider Wacom gaan al voor 50 euro over de toonbank. Samen met een vriendelijk geprijsd fotobewerkingsprogramma een stuk goedkoper dan Adobe Photoshop.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer