Gewillig
Een vernieuwde ziel is gewillig aan het verbond des vredes. De Heere stelt aan de zondaar een verbond des vredes voor, dat de Heere Zelf heeft ontworpen en opgeschreven in de Bijbel. Een onbekeerde heeft daar geen behagen in, neen, een onvernieuwd hart kan er geen welgevallen in hebben. Werd het in hun handen gegeven om het naar hun zin te schikken, ze zouden veel dingen wegnemen die God er geschreven had en veel dingen erin doen die Hij eruitgehouden heeft. Maar het vernieuwde hart is geheel voldaan met het verbond: „Voorzeker is daarin al Mijn heil en alle lust” (2 Sam 23:4).Hoewel dit verbond niet tot de verdorven wil van de mens kon naderen, is door genade zijn wil gebracht tot het verbond. Nu zijn ze er beide mee tevreden. Daar is niets wat deze mens eruit wilde hebben, noch iets dat hij erin wilde hebben. De wil is om de Heere Jezus te ontvangen; tevreden om zich aan Hem te onderwerpen. De ijzeren zenuw die de zondaar afhield om zich voor Hem neer te buigen, is gebroken en bereid om niet meer hardnekkig te zijn.
Nu is hij gewillig het juk van Christus’ geboden en kruis op te nemen en Hem te volgen. Hij is tevreden om Christus te nemen, op welke voorwaarden ook. „Uw volk zal zeer gewillig zijn op de dag van Uw heirkracht.” Nu is hij bekwaam gemaakt om aan de roeping van het Evangelie te beantwoorden.
Thomas Boston, predikant te Ettrick in Schotland (Viervoudige staat, 1742)