Jacht op overvallers
Overvallers in Nederland ontspringen vaak de dans. Een offensief tegen die criminelen moet het tij keren.
Ze krijgt de schrik van haar leven, die late vrijdagavond in november in 2008. Janine, eigenaar van een fastfoodrestaurant in Gelderland, staat oog in oog met twee overvallers. „Ik was die avond alleen bezig om de zaak af te sluiten. Mijn collega was al naar huis gegaan. Ik stapelde de stoelen op en liep naar achteren naar de afwasmachine. In de keuken stonden ineens twee mannen achter mij. Een blanke en een Surinamer.”
De criminelen bedreigen haar met een mes en eisen geld. „Ik schrok enorm. Ze vroegen: „Waar is de kassa? Waar is de kluis?” Alles gaat in een roes aan je voorbij.”
Janine gaat direct in op de eisen van het duo. Ze overhandigt in amper enkele minuten honderden euro’s uit de kassa en een afstortkluis. „Ik heb geleerd dat je moet meewerken. Ze komen voor het geld. Niet voor jou. Ik wilde echt niet met een mes in mijn buik in het ziekenhuis belanden. Natuurlijk is het heel onrechtvaardig dat mensen je geld afpakken. Ik zag een van de overvallers nog minachtend lachen. Maar het zijn maar centen. Je eigen lijf is echt belangrijker.”
Als de overvallers er met de buit vandoor gaan, ziet de restauranteigenaar kans ze achterna te lopen en het kenteken van hun auto te noteren. „De auto stond vlak bij de zaak. Toen de mannen me zagen, riepen ze: Ga terug! Ga terug!””
Met de cruciale nummerbordinformatie weet de politie het duo binnen een uur in de kraag te vatten. De mannen, afkomstig uit Ede en Oosterbeek, krijgen uiteindelijk een celstraf.
Het incident heeft forse impact op de Gelderse onderneemster. „In de maanden na de overval kon ik angstig worden als onbekende mensen te dicht in mijn buurt kwamen. Als ik de wasmachine hoorde piepen, moest ik vaak meteen weer aan de gebeurtenis denken. Op die avond piepte de machine ook.”
Ook het verhoor van de politie maakte indruk. „Ze wilden alles over de daders weten. Hoe zagen ze eruit? Wat voor kleren droegen ze? Ze zagen je helemaal door. Toen ik later in het bos liep en mensen passeerde, schoten die vragen vaak door me heen. Wat was de kleur van de persoon die net voorbijkwam? Droeg hij een bril?”
Janine prijst zich gelukkig dat de overvallers meteen konden worden gearresteerd. „Dat helpt bij de verwerking. Een van de rechercheurs zei me: „Als ze vannacht niet waren gepakt, was de overval op een stapel komen te liggen.” De politie heeft last van regel- en administratiedruk. Er zouden meer rechercheurs moeten komen.”
Overvallers teisteren Nederland. Het aantal overvallen is de afgelopen tien jaar fors gegroeid (zie graphic). In driekwart van de gevallen zijn de daders van niet-Nederlandse afkomst, met name Marokkanen, Surinamers, Antillianen en Turken. Sinds 2006 maken overvallers steeds vaker gebruik van wapens.
In 2009 sloegen overvallers 2900 keer toe. Een triest hoogtepunt. De Taskforce Overvallen, onder leiding van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb, kondigde begin dit jaar aan dat aantal nog dit jaar met 1000 te willen terugdringen. Of dat gaat lukken, is zeer de vraag. Hoopgevend is wel dat het aantal overvallen de eerste helft van 2010 met 6 procent is gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2009.
De daders ontspringen vaak de dans. De politie weet niet meer dan een kwart van die criminelen op te sporen, blijkt uit het vorige week gepresenteerde rapport ”Overvalcriminaliteit in Nederland”, opgesteld door onder anderen criminoloog prof. dr. Cyrille Fijnaut. Pijnpunt is onder meer gebrekkige samenwerking (informatie-uitwisseling) tussen de regionale korpsen.
Ook minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) kondigde vorige week aan de strijd aan te binden met overvallers. Hij wil het aantal gestraften in vier jaar tijd verdubbelen van 16 naar 32 procent. Meer criminelen moeten op heterdaad worden betrapt. Verder gaat justitie de strafeisen tegen verdachten van overvallen met een jaar verhogen.
De politie probeert meer overvallers op heterdaad te betrappen, zegt Jos van der Stap. Als landelijk overvalcoördinator bij het Korps landelijke politiediensten (KLPD) adviseert hij regionale politiekorpsen en het bedrijfsleven in de strijd tegen criminaliteit. „Overvallers gaan naar binnen voor de buit en zijn snel weer verdwenen. Er zijn achteraf soms weinig aanknopingspunten voor het rechercheonderzoek. Daarom is het van belang om mensen op heterdaad te betrappen. Dan heb je de meeste kans om een zaak op te lossen. Bovendien schrikken aanhoudingen op heterdaad anderen af. Ze zullen zich eerder bedenken.”
Om te bevorderen dat de politie meer overvallers meteen in de kraag grijpt, ging Van der Stap samen met andere politie-experts de afgelopen maanden de boer op met het zogeheten drieringensysteem, afgekeken van de politie Rotterdam-Rijnmond. „In dat systeem gaat allereerst één politiewagen naar de overvalslocatie. Dat is de eerste ring. Het heeft weinig zin om met heel veel politie naar de plek van de overval te rijden, zoals nu nogal eens gebeurt.
Andere politiewagens vormen een tweede ring in een straal van ongeveer 5 kilometer rond de plaats van de overval. De meeste overvallers plegen hun misdrijf namelijk in de eigen omgeving. De agenten kijken daar uit naar verdachte voertuigen, gaan naar locaties waar ze verdachte personen vermoeden en posten op uitvalswegen.
Een derde ring wordt aangelegd via cameratoezicht. Als er bijvoorbeeld een nummerbord bekend is van een verdacht voertuig, kan de meldkamer een auto op de Rotterdamse snelwegring via automatische nummerregistratie herkennen, zodat de politie daar achteraan kan.”
Voor landelijke gebieden kan een ander model nodig zijn, schetst Van der Stap. „Als bijvoorbeeld in een afgelegen gebied een overval gepleegd wordt, is het van groot belang om strategische aanvoerwegen in de gaten te houden. Zo inspecteerde de politie rond Dordrecht bijvoorbeeld bruggen.”
De vorming van een nationale politie, een van de plannen van het nieuwe kabinet, zal de informatie-uitwisseling binnen de politie naar een hoger plan tillen, denkt Van der Stap. „Nu zet de politie vaak fors in als er een hausse aan overvallen is. Daarna verslapt de aandacht weer en verdwijnt kostbare expertise over bijvoorbeeld dadergroepen. Komt er een nationale politie, dan wordt hopelijk de kennis over criminelen beter ingezet.”
Nu ook al is er bovenregionale samenwerking, tekent de KLPD’er aan. „Zo kunnen de politiewagens van het KLPD, die op de snelwegen rijden, na een overvalmelding verdachte auto’s in de gaten houden. Ook kunnen helikopters worden ingezet.”
Het idee van PvdA-Kamerlid Marcouch, voorheen politieman en bestuurder in Amsterdam, om snelle politiebrigades in te zetten om scootercriminelen op te sporen, juicht Van der Stap toe. „Het is van belang om goed in te spelen op de methodes van je doelgroep. Dat heeft ook te maken met kennis over het lokale milieu. In de Belgische stad Gent is de politie goed bekend met de plaatselijke criminelen. Daar is de pakkans veel groter. Al is daar wel meer politie beschikbaar.”
Op het gebied van cameratoezicht valt er nog een wereld te winnen, denkt de KLPD’er. „De kwaliteit van camerabeelden van sommige bedrijven is niet altijd even goed. Verder moet in de toekomst de meldkamer van de politie vaker direct kunnen meekijken. Dat kan nu al in bijvoorbeeld de regio’s Rotterdam en Eindhoven. Een slachtoffer van een overval is vaak getraumatiseerd als het de politie belt. Zo’n persoon is niet altijd in staat om een goede beschrijving te geven van de daders. Dan helpt het als de meldkamer op afstand kan meekijken. De mensen daar kunnen mogelijk een gedetailleerder beeld geven. Dat kan de opsporing bevorderen.”
Om het aantal overvallen terug te dringen, is het van cruciaal belang om veroordeelde criminelen beter te volgen, stelt Van der Stap. „Nu gebeurt het vaak dat iemand na bijvoorbeeld vijf jaar cel weer helemaal vrij man is en opnieuw toeslaat. Ongeveer 70 tot 80 procent van de criminelen terug weer in het oude gedrag. Daarom is het nodig om onder meer via de reclassering veroordeelden langer en beter in de gaten te houden, bijvoorbeeld via elektronisch toezicht.”
Vaak geweld bij overval op woning
Het aantal overvallen op woningen is de afgelopen tien jaar met bijna 80 procent gestegen.
Woningovervallen zijn, in vergelijking met andersoortige overvallen, zeer gewelddadig, signaleren de opstellers van het vorige week gepresenteerde rapport ”Overvallen in Nederland”. In 80 tot 85 procent van de woningovervallen is er sprake van geweld, tegen 48 procent bij andersoortige overvallen. Bij 34 tot 43 procent van de woningovervallen vallen gewonden (of doden), afgezet tegen 14 procent van andere overvallen.
Verder blijkt dat overvallers vooral toeslaan in stedelijke gebieden. In de afgelopen tien jaar deed 20 procent van de overvallen zich voor in de politieregio Amsterdam-Amstelland, gevolgd door Rotterdam-Rijnmond (17 procent), Haaglanden (7 procent), Brabant Midden-West (7 procent), Utrecht (6 procent), Limburg-Zuid (4 procent) en Brabant Zuid-Oost (4 procent). De overige politieregio’s zitten allemaal (fors) onder de 4 procent.
In het ‘topjaar’ 2001 bedroeg de gemiddelde buit van een overval ongeveer 1000 euro. Vorig jaar lag dat bedrag op ruim 500 euro. Overvallers zijn steeds vaker ervaren criminelen. Vorig jaar had 87 procent van de aangehouden overvallers al meer delicten gepleegd.
Dirk kijkt mee
Intensief cameratoezicht in bedrijven zet zoden aan de dijk. Dat blijkt uit het beleid van winkelketen Dirk van den Broek. Sinds begin 2008 sloegen overvallers vier keer toe in een van de 200 supermarkten, slijteren en drogisterijen. Dat is in vergelijking met andere ketens opvallend weinig. „Van die vier overvallen waren er drie mislukt”, zegt veiligheidsmanager Henk Baars.
Via de meldkamer op het hoofdkantoor in Sassenheim houden medewerkers voortdurend de camerabeelden van de filialen in de gaten. „We letten op openings- en sluitingstijden en geldtransport.” Ook ’s nachts houden de veiligheidsmensen op afstand een oogje in het zeil. „We slaan alarm als we zien dat verdachte figuren ’s nachts een winkel observeren.” Aan het veiligheidsbeleid hangt een prijskaartje. „Denk aan een bedrag met zes nulletjes.”