Agrariërs en natuurorganisaties in onzekerheid
Over één ding zijn ze het in elk geval eens: het kabinetsbesluit om geen geld meer te steken in de Ecologische Hoofdstructuur zorgt voor veel onduidelijkheid bij agrariërs én natuurorganisaties. Een gesprek tussen de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en Natuurmonumenten.
De omgeving is inspirerend. Het gesprek tussen boerin Marion Logtenberg (46), adviseur van de NMV, en directeur Jan Jaap de Graeff (61) van Natuurmonumenten vindt plaats in de directiekamer van De Graeff met uitzicht op landgoed Schaep en Burgh in ’s-Graveland. Door het raam is de schitterende parktuin te zien, met daarin statige beuken waar nog een enkel bruin blad aan zit. Symbolisch, omdat het budget voor natuurontwikkeling in Nederland net zo is uitgekleed als de bomen die hun bladeren hebben verloren.
Wat heeft u met natuur?
Logtenberg: „Veel. Mijn man en ik hebben een melkveebedrijf met vijftig koeien in Baak, tussen Zutphen en Doetinchem. Elk boerenbedrijf is een stuk natuur. Kijk naar de weidevogels, ganzen, hazen en reeën op onze weilanden. Die hebben akkers en weilanden nodig om te foerageren, soms meer dan ons lief is. Ik kan echt van de natuur om ons heen genieten.”
De Graeff: „Er wordt wel eens een onderscheid gemaakt tussen enerzijds mensen die heel erg van bepaalde planten- of diersoorten houden en anderzijds mensen die genieten van de natuur als geheel. Ik hoor bij die laatste groep. Ik ben dol op het landschap, ook het boerenlandschap.
Al lijkt de hele wereld om je heen te vergaan, de natuur gaat gewoon haar gang. In de lente komen de blaadjes aan de bomen, in de herfst gaan ze er weer van af. Die zekerheid pakt niemand ons af.”
Wat zegt de Ecologische Hoofdstructuur u?
Logtenberg: „Ik denk vooral aan de nieuwe natuur die wordt aangelegd. Het grootste gedeelte van de EHS is weliswaar bestaande natuur, maar juist het vergróten van die gebieden heeft enorme gevolgen voor de boeren. Het is mooi dat de politiek nu geen geld meer steekt in de EHS. Daarmee komt er een eind aan het opdrijven van de grondprijzen.
Aan de andere kant heeft het besluit veel boeren in onzekerheid gebracht. De boeren van wie land bestemd was voor uitbreiding van de EHS vragen zich af of dat nu definitief van de baan is, of dat het alleen uitstel is. Het speelt al zo veel jaren. Boeren willen nu wel eens duidelijkheid.”
De Graeff: „Met het woord EHS heb ik helemaal niks, het is zo’n afschuwelijke afkorting. Een van de kwalen waar het natuurbeleid aan lijdt, is dat verschrikkelijke jargon. Daarmee hebben we mensen van ons vervreemd en het onbegrip in de agrarische kring versterkt.
Maar het idee achter de Ecologische Hoofdstructuur –natuurgebieden vergroten en met elkaar verbinden– spreekt mij aan. Zoals je een netwerk van snelwegen hebt in ons land, zo heb je ook een netwerk van natuurgebieden. Dat is niet alleen waardevol voor de dieren en planten, maar ook voor de mensen in Nederland.”
Is de EHS echt nodig om de natuur in ons land te redden?
Logtenberg: „Ik vind van niet. Kijk naar de vogels. Die hebben echt geen EHS nodig om zich te verplaatsen. Maar ook dieren zoals reeën en wilde zwijnen kunnen prima over het boerenland lopen.
De weidevogelstand loopt de laatste jaren alleen maar terug, ondanks de EHS. Weidevogels verblijven het liefst op goed onderhouden weilanden. Door regelmatige bemesting zitten er voldoende pieren en insecten in de grond. Ga je zo’n weiland omvormen, dan vertrekken de vogels.
De NMV ziet ook wel de waarde in van mooie natuurgebieden. Maar zorg nu eerst eens dat die goed worden beheerd, vóórdat er uitgebreid wordt. Juist door goed beheer keren allerlei planten- en diersoorten terug.”
De Graeff: „Dat laatste ben ik met je eens: we moeten zuinig zijn op de natuur die we hebben. Maar dat vogels geen EHS nodig hebben, is niet waar. Neem het eiland Tiengemeten in het Hollands Diep. Dat was ooit allemaal boerenland, nu is het natuur. Daardoor is het een belangrijke pleisterplaats voor miljoenen vogels geworden tijdens de vogeltrek.
Het klopt dat reeën prima over boerenland van het ene natuurgebied naar het andere kunnen trekken. Maar voor kleinere dieren zoals insecten en reptielen is het heel lastig om een kaal, gladgemaaid weilandengebied over te steken. Die hebben toch behoefte aan wat ruigere natuur.
Het boerenland kan op een aantal plaatsen binnen de EHS prima die verbindende rol spelen. Maar niet overal. Hoe intensiever het grondgebruik, hoe groter de bemesting, hoe meer monocultuur, hoe minder geschikt de grond is voor een natuurverbinding. En omgekeerd.
De nu geschrapte robuuste verbindingzones –ook al weer zo’n verschrikkelijk woord, trouwens– telden bij elkaar 30.000 hectare. Ongeveer de helft daarvan zou door organisaties zoals de onze beheerd worden, maar de andere helft kon gewoon in handen van boeren en private eigenaren blijven.”
Agrarisch natuurbeheer is dus een goed alternatief voor het aanleggen van nieuwe natuur?
De Graeff: „Op sommige plaatsen, ja. Je moet goed kijken naar het gebied: Wat voor soort natuur wil je er? Kunnen boeren het beheer goed combineren met hun bedrijfsvoering? Worden ze er adequaat voor beloond? Is er voldoende continuïteit in de beloning? Want als je als boer maatregelen neemt om weidevogels te beschermen, maar je weet niet zeker of de overheid het volgend jaar nog subsidieert, dan denk je ook: de groeten!
Over agrarisch natuurbeheer is nauwelijks meer een normale discussie te voeren. De ene groep zegt: agrarisch natuurbeheer is fout, dat wordt niks. Anderen vinden het juist een goed alternatief. Discussies verzanden al snel in een welles-nietesspelletje waarbij natuurbeschermers zeggen: de boeren deugen niet, en de boeren vinden dat de natuurbeschermers niet deugen.
Waar ik nu zo verschrikkelijk boos om word, is dat dit kabinet deze polarisatie alleen maar vergroot. We moeten niet hebben dat we in dit kleine land allemaal ruzie zitten te maken; daar schiet niemand wat mee op.”
Logtenberg: „We lopen allemaal tegen het politieke beleid aan. Er is sprake van liberalisering, dus boeren moeten tegen lage kosten zo veel mogelijk produceren. Dan is het voor ons heel moeilijk om zonder stevige vergoeding iets aan natuurbeheer te doen. We willen best wat doen, maar we worden soms tot natuuronvriendelijke keuzes gedwongen om het hoofd boven water te houden.
Je ziet het voor je ogen gebeu- ren: boeren doen er alles aan om hun land zo efficiënt moge- lijk te bemesten en te bemaaien. Dan krijg je inderdaad van die kale graslanden. Van mij hoeft dat ook niet. Ik zie graag wat singels en wat begroeiing in het landschap. Maar het rendement telt.”
De Graeff: „Aan de ene kant zegt de overheid tegen de boeren: blijf alsjeblieft, jullie zijn zo goed voor het landschap en de openheid. Maar aan de andere kant geeft de overheid niet thuis als dat landschap geld kost.
Deze zomer hebben Natuurmonumenten en de land- en tuinbouworganisatie LTO een manifest opgesteld over de bezuinigingen die we zagen aankomen. We waren het erover eens dat de EHS moet worden afgemaakt, ook als daarvoor meer tijd nodig is. Maar ook hebben we aangegeven dat er best eens kritisch bekeken kan worden wat er nog aangelegd moet worden en wat niet. We hebben samen de overheid gevraagd om duidelijkheid. Het moet voor boeren duidelijk zijn of ze moeten verkassen, of dat ze mogen blijven – al of niet onder bepaalde voorwaarden. En als die duidelijkheid niet op korte termijn gegeven kan worden, moeten boerenbedrijven gewoon de gelegenheid krijgen om uit te breiden.”
Logtenberg: „Die zekerheid is inderdaad heel belangrijk. Als het echt niet anders kan, willen boeren over het algemeen best verhuizen, maar dan zal er wel iemand met een zak met geld over de brug moeten komen.”
Staatssecretaris Bleker wil binnen vier maanden de EHS herijken. Is het erg dat de laatste 10 procent niet wordt aangelegd?
De Graeff: „Bleker doet aan Turks boekhouden. Hij doet net alsof we bij de start van de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur bij nul begonnen. Maar in 1990 lag er van de beoogde 730.000 hectare natuur al 500.000 hectare klaar, dat is bijna 70 procent. Van het plan dat in 1990 is gemaakt, is nog maar de helft gerealiseerd. Bleker goochelt dus met cijfers.”
Logtenberg: „Van ons hoeft er niet nog meer nieuwe natuur aangelegd te worden. Laat de overheid zich maar eens richten op het goed beheren van de bestaande natuurgebieden.”
Natuurorganisaties en provincies staan op hun achterste benen omdat het kabinet stopt met de aanleg van robuuste natuurverbindingen. Reden voor een serie artikelen over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Vandaag deel 5.