Collegiale samenwerking
Samenwerking tussen collega’s en tussen beroepsgroepen is in de (geestelijke) gezondheidszorg uiterst belangrijk. Hieronder komen drie vormen van samenwerking aan de orde.
Psyche en geloof, september 2010, is een themanummer, gewijd aan de samenwerking tussen geestelijk verzorger en psycholoog. Nicolette Hijwege bespreekt de beroepsidentiteit van geestelijk verzorgers in het licht van samenwerking met psychologen. De basis voor samenwerking ligt in de communicatie. Er zijn maar weinig beroepsgroepen waar de vraag naar de identiteit van de beroepsgroep zo veel aandacht krijgt als in de geestelijke verzorging.
Door oog en oor te hebben voor „heel de mens” willen geestelijk verzorgers in instellingen tegenwicht bieden aan de verzelfstandiging die mogelijk aan de orde is in een vertechnologiseerde zorgomgeving. De oproep tot aandacht voor heel de mens betreft vanuit het gezichtspunt van geestelijk verzorgers niet alleen de cliënt in het contact met de geestelijk verzorger, maar het is ook een oproep aan artsen, verpleegkundigen en ander personeel.
Ook andere zorgverleners dienen kennis te maken met religieuze en levensbeschouwelijke taal. De taal waarmee uitdrukking wordt gegeven aan geestelijke thema’s leunt sterk op inzichten uit de psychologie. Precies hier ligt een aandachtspunt in de samenwerking tussen geestelijk verzorgers en artsen en psychologen. Bij een goede samenwerking kan zowel de geestelijke als de psychologische dimensie in de veranderde zelfervaring benoemd worden. Een belangrijke taak van de geestelijk verzorger is ervoor te zorgen dat hier in de relatie met andere hulpverleners aandacht voor is.
In Medisch Contact (november 2010) gaat het over kwetsbare ouderen die in het ziekenhuis zijn uitbehandeld en verpleeghuiszorg moeten ontvangen, omdat ze nog niet naar huis kunnen. Transferafdelingen bieden een oplossing voor deze problematiek en leveren zorg op maat aan kwetsbare ouderen. Op deze afdelingen is collegiale samenwerking van groot belang. Op de transferafdeling heeft de specialist ouderengeneeskunde de regie en worden orgaanspecialisten geraadpleegd. Dat komt niet alleen de behandeling van de patiënt ten goede maar ook de intercollegiale samenwerking. Bovendien worden daardoor heropname in het ziekenhuis en bezoeken aan de polikliniek voorkomen.
De huidige teamsamenstelling op een transferafdeling vloeit voort uit het feit dat de verpleeghuissector heeft besloten zich vooral op het woonklimaat te richten en de behandelsector daaraan ondergeschikt te maken. Transferafdelingen zijn een goede oplossing voor oudere patiënten die in het ziekenhuis liggen en niet naar huis kunnen nadat de medisch-specialistische behandeling is afgerond.
De veronderstelling dat de geriatrische patiënten die op een transferafdeling zijn opgenomen medisch uitbehandeld zijn, is een misvatting: de geriatrische problematiek dient zich in volle omvang aan. Deze patiënten hebben baat bij een verdere behandeling, met als oogmerk kwaliteit van leven.
Geriatrische revalidatie behelst multidisciplinaire zorg die gericht is op verwacht herstel van functioneren bij ouderen na een acute aandoening of achteruitgang. De specialist ouderengeneeskunde voert de behandelregie en de orgaanspecialist is als consulent aan het bed van de patiënt snel beschikbaar. Kortom: een unieke vorm van collegiale samenwerking.
Volgens tijdschrift over geestelijke gezondheid Psy (november 2010) worden steeds vaker ervaringsdeskundigen ingezet bij langdurende zorg. Maar meestal belanden zij in laagbetaalde functies. De tijd is rijp om het beroep ‘ervaringsdeskundige’ te professionaliseren en ervaringsdeskundigen hoger te scholen.
De aanleiding is de behandeling van chronische vermoeidheid. Tot voor kort werd deze behandeling overgelaten aan psychologen en trokken internisten zich terug uit de behandeling. Door ontdekking van het retrovirus is bestrijding wellicht mogelijk met onder meer antivirale middelen. Er zijn ervaringsdeskundigen die zich op dit virus en deze patiënten richten en zij dienen meer betrokken te worden bij de behandeling.
De stelling luidt: wie besmet is met een retrovirus heeft goede redenen om de psycholoog vaarwel te zeggen en zich onder behandeling van deze ervaringsdeskundigen te stellen. Een beter contact tussen psychologen en deze ervaringsdeskundigen blijkt daarom geboden.
Drs. M. Burggraaf is voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede. Reageren aan scribent? focus@refdag.nl