Pieter Zandt viert 25-jarig jubileum
KAMPEN – „Nu een stevige meerderheid in de Tweede Kamer wil afrekenen met het bijzonder onderwijs, zullen die scholen meer dan ooit hun bestaansrecht moeten bewijzen. Alleen dan kunnen we het gevecht met de politiek aangaan om de pluriformiteit overeind te houden.”
Dat zei voorzitter S. Slagter van de VO-raad, de koepelorganisatie van het voortgezet onderwijs, vrijdagmiddag in Kampen tijdens de herdenking van het 25-jarig bestaan van de Pieter Zandt Scholengemeenschap.
Bestuurder R. P. Onderweegs van het openbare Almere College nuanceerde de bezorgdheid: „Zolang er liberalen zijn, hoeft u niet bang te zijn dat het bijzonder onderwijs gaat verdwijnen. Het bijzonder onderwijs kan echter zijn bestaansrecht verspelen als het niet bij de voortduur werk maakt van zijn grondslag. Als het op het openbaar onderwijs gaat lijken, dient het zich openbaar te noemen.”
J. M. Baars-Blom, die antropologisch onderzoek op de Pieter Zandt deed, riep de reformatorische scholen op hun deuren voor alle leerlingen open te stellen.
Het debat daarover moeten de scholen zelf beginnen, „voordat er een dwaze motie langskomt die een hoop rumoer geeft”, beklemtoonde Slagter. „Politieke oprispingen moeten niet het debat bepalen. Wil dit onderwijsstelsel overeind blijven, dan zal het reformatorisch onderwijs moeten laten zien dat de waarde verder reikt dan de eigen kring.”
VGS-voorzitter ds. P. Mulder wees erop dat de scholen niet zijn opgezet als evangelisatie-instituut. Hij wees er bovendien op dat de discussie niet beperkt blijft tot een acceptatieplicht, maar ook gaat over het moeten aanvaarden van homoseksuele docenten en over de onderwijsinhoud. „Die combinatie maakt ons diepbezorgd. De overheid is dan bezig ons onderwijs dwangmatig te doen aanpassen aan de kleur van de samenleving.”
„Ons wordt een exclusieve waarheidsclaim verweten, maar welke school hecht niet aan de eigen grondslag hogere waarde dan aan andere?” vroeg directievoorzitter J. van Putten zich af. Oud-leerling K. Tippe noemde als waarde van het reformatorisch onderwijs dat het leerlingen in een overtuiging doet wortelen –„dat heeft de samenleving nodig; geen eenheidsworst”– dat het een ontmoetingsplaats van de gereformeerde gezindte is, en dat de ouders er in de opvoeding niet alleen voor staan.
„Bepalend is niet wat in trek is, maar wat tot heil is”, noemde ds. Mulder als wezenlijk kenmerk van het reformatorisch onderwijs. „Scholen hebben het daarbij niet gemakkelijk, maar juist in een open samenleving hebben jongeren een visie nodig die houvast geeft.”
Voorafgaand aan het symposium werden koninklijke onderscheidingen uitgereikt aan K. Meuleman en D. Vogelaar. Meuleman is vanaf de oprichting bestuurslid, Vogelaar was 22 jaar rector.