Prediker prikt managersballon van lucht en leegte door
Het Bijbelboek Prediker bevat verrassende actuele inzichten voor moderne managers, menen Maarten Verkerk en Jan Hoogland. De Prediker prikt het streven naar succes door en leert om onbevangen te genieten van wat ons gegeven wordt.
Wijsheid lijkt in veel opzichten een universeel gegeven. Iedereen heeft wel een voorstelling bij wat wijs is. En zonder twijfel zullen de meeste mensen zich liever door een wijs iemand dan door een dwaas laten adviseren bij belangrijke beslissingen. Wijsheid is niet aan een bepaald soort mensen of aan bepaalde beroepsgroepen of opleidingsniveaus gebonden. Je hebt wijze en dwaze artsen, boeren, managers en huisvrouwen.
Vanouds wordt wijsheid dikwijls toegeschreven aan filosofen. Het woord filosofie betekent immers: liefde voor de wijsheid. Maar ook een filosofische opleiding is geen garantie voor wijsheid. Er bestaan ook dwaze filosofen. Dat neemt niet weg dat veel filosofen hebben bijgedragen aan de wijsheidsliteratuur die in de geschiedenis is voortgebracht.
In onze tijd kom je allerlei –gedeeltelijk ook nieuwe– vormen van wijsheidsliteratuur tegen. Een belangrijke loot aan de stam van de hedendaagse wijsheidsliteratuur zou wel eens de managementliteratuur kunnen zijn. In tal van boeken van dit genre worden managers heel concrete adviezen gegeven over de wijze waarop zij leiding moeten geven, hoe ze moeten communiceren om draagvlak te werven, hoe ze mensen kunnen helpen veranderingen te accepteren of creatief op zoek te gaan naar nieuwe oplossingen.
Natuurlijk kun je bij al deze boeken de vraag stellen of de aanbevelingen die daarin gedaan worden wel echt wijs zijn. Concrete gedragsadviezen kunnen wel heel verstandig lijken, maar bij nader onderzoek de toets van de wijsheidskritiek toch niet doorstaan. Zo viel het ons op dat heel veel moderne managementliteratuur wel erg sterk gericht is op succes, op vooruitgang of groei. Op zich zijn dat goede zaken. Het spreekwoord zegt terecht dat stilstand achteruitgang is. Het is goed om binnen bepaalde grenzen te streven naar verbetering en naar groei. Dat geldt voor het persoonlijke leven evenzeer als voor het zakenleven. Maar waar dit streven omslaat in vooruitgangsgeloof of in maakbaarheidsdenken, verliest het de proporties uit het oog. En juist dat lijkt in de managementliteratuur vaak het geval.
Refrein
Als wijsheid werkelijk zo universeel is als hiervoor werd voorgesteld, zou de wijsheid van oude boeken ook voor leidinggevenden en professionals nog heel actueel moeten zijn. Dat was de leidende gedachte voor ons toen wij besloten het boek ”Prediker voor managers” te schrijven, dat recent is verschenen. Het boek is er niet op gericht zich te onderscheiden in de exegese van het in veel opzichten nogal raadselachtige Bijbelboek Prediker. Veeleer willen wij beproeven in hoeverre de confrontatie van dit boek met vraagstukken uit de managementpraktijk en inzichten uit de managementliteratuur nieuwe inzichten oplevert voor het werk van leidinggevenden en professionals.
Wie Prediker aandachtig leest, zal met ons kunnen vaststellen dat het boek veel raadselachtige uitspraken bevat –zogenaamd ”masjaals”– die erop gericht lijken te zijn bestaande beelden van wat een goed of succesvol leven is ter discussie te stellen of soms zelfs te ontmaskeren. Daarin lijkt de boodschap van de Prediker soms op bepaalde, meer kritische, analyses van de managementpraktijk.
Zo schreef Henry Mintzberg in 1975 zijn bekende artikel ”The Manager’s Job: Folklore and Fact”. Hierin beschrijft hij enkele klassieke beelden (folklore) die over management de ronde doen. Hij vergelijkt ze met de werkelijke praktijk van managers en moet vaststellen dat er sprake is van opvallende verschillen. Op een vergelijkbare manier toont de Prediker zich een meester in het doorprikken van allerlei beelden. Beelden over de waarde van kennis en wijsheid, het opgaan in plezier en genot, het belang van hard werken, het beheersen van je eigen leven en het streven naar recht en gerechtigheid.
In dit verhaal van de Prediker is een steeds terugkerend refrein de zinsnede dat alles ”lucht en leegte” is (”ijdelheid” volgens de Statenvertaling). Alles wat de mens doet, is net zo vluchtig als een ademtocht. Het gaat voorbij, het is niet van blijvende waarde, het is niet duurzaam. Je kunt wel hard werken, maar er blijft uiteindelijk niets van over. Je kunt wel streven naar recht en gerechtigheid, maar je zult zien dat het recht op de straten blijft struikelen. Je kunt wel genieten van rijkdom, bezit, drank en vrouwen, maar je zult telkens weer ervaren dat het je uiteindelijk niet bevredigen zal.
Zwartkijker
Is de Prediker daarmee een zwartkijker of pessimist? Ziet hij dan niets positiefs meer in het leven? Is het alleen maar het najagen van wind? Voor een goede uitleg van deze woorden moeten we beseffen dat we te maken hebben met een masjaal. De Prediker wil in deze spreuk één aspect van het leven in alle scherpte neerzetten. Hij wil laten inzien dat menselijke idealen vaak niet realistisch zijn en dat menselijke inspanningen geen blijvende vruchten opleveren. Hij wil de mensen met beide benen op de grond zetten en hen confronteren met de werkelijkheid. En die werkelijkheid is hard: er blijft niet veel over van al onze bezigheden. Hij zegt niet dat het zinloos is om hard te werken, noch dat het tevergeefs is om je in te spannen voor recht en gerechtigheid en al evenmin staat hij negatief of afwijzend tegenover het genieten. Nee, hij relativeert alleen wat er overblijft van alles waartoe de mens zich inspant en zegt dat al het zwoegen uiteindelijk de tijd niet zal doorstaan.
Naar buiten toe hebben leidinggevenden en professionals het graag over hun successen. Met zijn observaties sluit de Prediker echter juist aan bij veelal weggestopte ervaringen van leidinggevenden en professionals: ze steken ongelooflijk veel energie in een bepaald product, maar na verloop van tijd blijkt er een concurrerend product te zijn dat het beter doet of is er een vervangende technologie op de markt gekomen die beter is. Ze zetten zich in voor een fusie waardoor ze een van de krachtigste spelers op de markt worden, maar na enige tijd blijkt dat de verschillen in cultuur tussen de beide organisaties niet te overbruggen zijn, vallen de voordelen van de samenwerking tegen en vindt er een defusie plaats. Ze proberen een nieuw beleid uit te zetten in de organisatie, maar de weerstand is zo groot dat er niets anders rest dan het over een andere boeg te gooien. Allemaal activiteiten waaraan de betrokkenen met hart en ziel gewerkt hebben, waarin ze helemaal geloofd hebben en die op het moment zelf heel belangrijk leken, maar die geen lang leven beschoren waren. Lucht en leegte.
Onbevangen genieten
Wat ons bij het schrijven van dit boekje opviel, was de actualiteit van de dichterlijke wijsheid van de Prediker voor de leidinggevenden van nu. Midden in een economische crisis die alles te maken heeft met het stellen van de verkeerde prioriteiten en het nastreven van de verkeerde doelen, laat de Prediker in volle nuchterheid zien waar het streven naar geluk en succes toe leidt. Niet om de mens daarmee somber te maken of de lust tot ondernemen te ontnemen. Integendeel. Maar wel om mensen te helpen hun streven in de juiste proporties te zien.
Alleen op die manier kan de mens de onbevangen houding leren die hem ontvankelijk maakt voor de blijde en de droevige dingen die hem toevallen. Qua herkomst heeft het woord ”manager” alles te maken met het woord ”manipuleren”. De manager ”ment” (zoals men een paard kan mennen), houdt in handen, beheerst. Met een variant op een bekende Bijbeluitspraak zou je kunnen zeggen: Wie het leven tracht te beheersen, die zal het verliezen. Maar wie zich openstelt voor wat hem toevalt uit de handen van de Schepper, kan onbevangen genieten van wat hem gegeven is.
De auteurs zijn respectievelijk bijzonder hoogleraar christelijke filosofie in Eindhoven en Maastricht en bijzonder hoogleraar christelijke filosofie in Enschede. Samen schreven zij het boek ”Prediker voor managers. Levenswijsheid voor bestuurders en professionals” (uitg. Ten Have).