Onderwijs & opvoeding

„Pal staan voor vrijheid van onderwijs”

AMERSFOORT – Laat ouders het recht houden een school te kiezen die bij hun overtuiging past. En houd als school je profiel helder. Een consistent beleid werpt vruchten af.

24 November 2010 18:31Gewijzigd op 14 November 2020 12:39
Foto ANP
Foto ANP

Die oproep deed beleidsmedewerker P. W. Moens van scholenorganisatie VGS woensdagmiddag in Amersfoort tijdens een congres van de bond CNV Onderwijs over de vrijheid van onderwijs. Hij wees erop dat een acceptatieplicht voor scholen in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. „Voor de integratieproblemen blijkt een verbod op het weigeren van leerlingen geen oplossing te zijn.”

„Welk probleem los je met een acceptatieplicht op?” vroeg ook prof. dr. J. J. van Dijk, hoogleraar sociaal denken aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en voormalig CDA-Tweede Kamerlid, zich af. „Scholen die consequent zijn in hun toelatingsbeleid, mogen dat volgens het wetsvoorstel blijven doen. De acceptatieplicht treft dus de hoofdstroom van de protestants-christelijke en rooms-katholieke scholen. Hoe vaak wordt daar een kind geweigerd vanwege de identiteit?” Van de honderden congresgangers bleek niemand daarvan voorbeelden te kennen.

„Een acceptatieplicht veronderstelt dat heterogeniteit van een school betere resultaten oplevert. Het tegendeel is eerder het geval”, zei Van Dijk.

Directeur R. Limper van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) vond die heterogeniteit ideaal: „Ik gun alle kinderen pluriformiteit bínnen de school.”

Van Dijk noemde echter voordelen van een gevarieerd onderwijsstelsel: „De betrokkenheid van ouders bij het onderwijs is in Nederland veel groter dan in landen die maar één soort onderwijs hebben. Ouders maken een bewuste keuze voor een school, omdat ze onderwijs als verlengstuk van de opvoeding zien. Waarom zou je ouders die keuzemogelijkheid afnemen?”

Directeur dr. W. Kuiper van de Besturenraad voor het protestants-christelijk onderwijs noemde Engeland als „schrikbeeld”: „Als je daar geen geld hebt, heb je niets te kiezen; dan is er maar één soort school.”

Kuiper wees op een OESO-onderzoek waaruit blijkt dat onderwijssystemen met meer vrijheid een iets beter resultaat hebben dan homogene systemen.

Bij de krimp van scholen moet geen druk vanuit de overheid ten voordele van het openbaar onderwijs worden uitgeoefend, stelde Moens. „Laat ook dan de wens van de ouders leidend zijn en laat scholen met elkaar een oplossing zoeken.”

Tijdens een workshop werd erop gewezen dat het bijzonder onderwijs in Cito-onderzoeken op taal en rekenen gemiddeld beter scoort dan openbare scholen. „Dat komt niet omdat bijzondere scholen witter zijn, want dat zijn ze niet. Christelijk scholen kennen wel meer discipline.”

Christelijke scholen denken soms te weinig na over hun identiteit; ze kunnen daarbij soms een voorbeeld nemen aan openbare scholen, stelde Van Dijk. „Die identiteit blijft waardevol, ook als een groot deel van de schoolpopulatie er weinig meer mee heeft”, vond Kuiper. Hij noemde als voorbeeld een recent gesprek met PvdA-Kamerlid Marcouch, Nederlander van Marokkaanse afkomst en bekend geworden als stadsdeelvoorzitter in Amsterdam. „Die vertelde me dat hij op een christelijke lts heeft gezeten en daardoor heel veel Bijbelverhalen kent.”

De Besturenraad start binnenkort een onderzoek naar de motieven van ouders bij de schoolkeuze voor hun kinderen.

„Hoe neutraal is openbaar onderwijs eigenlijk?” vroegen congresgangers zich tijdens de workshop af. „Het verschilt per streek”, was de conclusie. „Er wordt vooral kil en negatief tegen religie aangekeken als de openbare school groeide doordat ouders bewust afstand namen van de christelijke school.”

Prof. mr. dr. M. T. A. B. Laemers, sinds een half jaar bijzonder hoogleraar onderwijsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, schetste de recente discussies rond artikel 23 van de grondwet. De Onderwijsraad is gevraagd met spoed te adviseren over het grondwetsartikel dat de vrijheid van onderwijs regelt. Uitgangspunt daarbij is dat de variëteit en pluriformiteit van het onderwijsbestel moet blijven bestaan. „Ik denk dat de Onderwijsraad zal adviseren dat niet alleen een religieuze denominatie, maar ook een pedagogisch-didactische grondslag geaccepteerd moet worden als motief om een school te mogen stichten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer