Staatsbosbeheer verwerpt kritiek Oostvaardersplassen
Edelherten sterven een langzame dood, Konikpaarden liggen uitgemergeld in het zand. Staatsbosbeheer wijst de felle kritiek op het omstreden beheer in de Oostvaardersplassen af. „Wij handelen naar eer en geweten.”
Een storm van protest stak op na beelden van verzwakte, stervende edelherten in het natuurgebied tussen Lelystad en Almere. Staatsbosbeheer moet zwakke dieren in de Oostvaardersplassen drie, vier weken eerder afschieten om onnodig lijden te voorkomen.
Staatssecretaris Bleker presenteerde maandag een advies van een internationale commissie van deskundigen om het afschieten van zwakke dieren te vervroegen. „Wij voeren dat advies natuurlijk uit”, reageert Jan Griekspoor, werkzaam in de Oostvaardersplassen. „De staatssecretaris is onze baas.”
Griekspoor legt uit waarom de dieren in de winter niet worden bijgevoerd. Door bij te voeren verhoogt de beheerder „op een kunstmatige wijze” de aantallen dieren in het gebied. „Dat wordt een probleem, omdat dat de draagkracht van het gebied te boven gaat. Bovendien eten de sterkere dieren het voedsel op, waardoor de zwakkere nog niets krijgen. Het dient dus geen enkel nut.”
Griekspoor vraagt zich af of de dieren hierdoor erg lijden. „Daar wordt verschillend over gedacht. Ik denk het niet.” De boswachter legt uit dat dieren in goede tijden extra vet aanmaken dat ze in winterse omstandigheden kunnen verbruiken. „Als een dier dat extra voedsel, dat vet gebruikt, kun je je afvragen hoe erg dat lijden is.” Staatsbosbeheer zegt in te grijpen aan het eind van dat proces.
De boswachter erkent dat de beelden van uitgemergelde dieren geen feestelijk gezicht zijn. „Dat vinden wij natuurlijk ook niet. Maar dat is het beeld van een dier dat het niet meer redt. Op dat soort momenten grijpen wij in.”
Griekspoor wijst erop dat het onmogelijk is om bijvoorbeeld aan het begin van het winterseizoen de zwakke dieren te selecteren om onnodig leed te voorkomen. „Aan het begin van de winter kun je onmogelijk zien welk dieren de winter wel of niet haalt. Eind februari, maart, april kun je pas zien wat de slechte dieren zijn, dan wordt het kaf van het koren gescheiden.”
Griekspoor heeft niet zo’n moeite met de huidige, natuurlijke uitval van zwakke dieren door ze op een natuurlijke wijze dood te laten gaan. „We hebben daar goed over nagedacht. Dat is een natuurlijke selectie, heel belangrijk, dat is de basis voor het duurzaam laten voortbestaan van de populatie dieren.”
De boswachter vindt de felle kritiek op Staatsbosbeheer niet terecht. “Wij voeren een advies van een internationale commissie van deskundigen uit. Een ruime Kamermeerderheid heeft destijds gekozen voor dat beleid. Dat voeren wij uit.”
Griekspoor wijs het beeld af als zou Staatbosbeheer bestaan uit een stel barbaren. „Wij handelen naar eer en geweten. Wij hebben geen enkel belang om dierenleed te creeren. Als dieren het moeilijk hebben zijn we met drie, vier, vijf man bezig om ze te helpen. Wij doen er juist alles aan om dierenleed te voorkomen.”