Waar de RMU de aanpassing ziet als „pure winst voor kleine winkeliers en winkelpersoneel” noemt brancheorganisatie MKB-Nederland de aanscherping „onuitvoerbaar” en „een grote stap terug in de tijd.”

De wetsaanscherping –die gesteund werd door CDA, Christen­Unie, SGP, SP en OSF– verplicht gemeenten om bij de afweging over extra koopzondagen naast economische belangen ook de belangen van onder meer zondagsrust, veiligheid en die van kleine ondernemers en winkelpersoneel mee te laten wegen. Daarnaast moet er straks sprake zijn van „substantieel” toerisme in gemeenten, wat het misbruik moet tegengaan dat gemeenten nu maken van de zogenoemde toerismebepaling in de Winkeltijdenwet door op basis van een dubieus beroep op toeristische aantrekkingskracht meer koopzondagen aan te wijzen dan de maximaal twaalf die de wet er normaal gesproken toestaat.

Het voorstel, dat nog komt van het vorige kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie, wordt door het huidige kabinet van VVD en CDA overgenomen, onder meer omdat premier Rutte tegemoet wil komen aan de wensen van de SGP, van wie de 2 zetels in de toekomst doorslaggevend kunnen zijn bij stemmingen in de Tweede Kamer.

Volgens RMU-voorman Schalk is met de wetsaanname „de kou echter nog niet uit de lucht.” Hij wijst erop dat in de Tweede Kamer een wetsvoorstel voorligt van D66 en GroenLinks, die besluiten over koopzondagen volledig aan gemeenten willen overlaten.

Minister Verhagen (Economische zaken) benadrukte gisteren dat de aanpassing van de wet niet betekent dat het aantal koop­zondagen nu automatisch wordt ingeperkt, omdat gemeenten het recht houden om op basis van de toerismebepaling het aantal koopzondagen uit te bouwen. „Alleen moeten alle belangen nu wel goed en duidelijk worden afgewogen”, aldus Verhagen.