Twintig jaar GroenLinks
GroenLinks viert dit najaar zijn twintigste verjaardag. De fusie tussen PSP, PPR, CPN en EVP bleek electoraal succesvol. Maar aan regeren kwam de partij nooit toe.
Deze zomer hád het kunnen gebeuren. In augustus 2010 was GroenLinks er dicht bij om, voor het eerst in haar twintigjarig bestaan, deel te nemen aan de landsregering.
Het is er niet van gekomen. Geen partij was daarom zó teleurgesteld in het mislukken van een paarse coalitie als die van Halsema.
Maar wie de geschiedenis van haar partij bestudeert, begrijpt dat regeren voor deze politieke groepering verre van vanzelfsprekend is. Zoals het vele decennia heeft geduurd voor PSP, PPR, CPN en EVP fuseerden tot één partij, zo heeft het ook een tiental jaren geduurd voor GroenLinks werkelijk klaar was voor het landsbestuur.
De weg daarnaartoe wordt uitvoerig beschreven in het deze week gepresenteerde ”Van de straat naar de staat. GroenLinks 1990-2010”, dat is samengesteld door de Groningse historici Lucardie en Voerman.
Voor GroenLinks waren de oppositiebankjes aanvankelijk haar natuurlijke habitat. De partij ontstond immers uit groeperingen die zich altijd sterk hadden gericht op buitenparlementaire actie en die sceptisch stonden tegenover het establishment. Regeren zat de partij bepaald niet in het bloed.
Daarin kwam geleidelijk verandering in de voor GL cruciale periode 1994-2002, het tijdperk dat samenvalt met het leiderschap van Rosenmöller. Enerzijds zette deze voormalige maoïst de oppositionele lijn van zijn partij krachtig voort. Niet voor niets werd in deze tijd GroenLinks, meer dan het CDA, gezien als de echte oppositieleider tegen de paarse coalitie.
Tegelijkertijd is het juist in deze periode dat, óók dankzij Rosenmöller, GroenLinks zich steeds meer ontpopte als een constructieve, resultaatgerichte partij die geen koudwatervrees meer heeft voor het compromis.
Toch kwam GL, in tegenstelling tot een andere fusiepartij, de ChristenUnie, landelijk gezien nooit op het pluche terecht. Daarin speelden de tijdsomstandigheden onmiskenbaar een rol. Juist toen de partij er klaar voor was, sloeg, door de aanslag op de Twin Towers en de moord op Fortuyn, het maatschappelijk klimaat om. Links was ”uit”.
Deze en andere ontwikkelingen in en rond GroenLinks worden in ”Van de straat naar de staat” door diverse auteurs uitvoerig beschreven en geanalyseerd. Na een chronologische beschrijving van de achterliggende twintig jaar, volgen hoofdstukken over de programmatische ontwikkeling van GroenLinks, alsook over de vraag hoe de denkbeelden van de leden en de kiezers van GL de laatste twee decennia zijn veranderd.
Interessant is verder de vergelijking die in het boek gemaakt wordt tussen GroenLinks en andere groene partijen in Europa. Dan blijkt bijvoorbeeld dat GL veel minder dan andere milieupartijen in de EU geprobeerd heeft in haar partijstructuur de kenmerken van een maatschappelijke beweging te behouden.
In een slothoofdstuk blikken Lucardie en Voerman vooruit en proberen zij aan de hand van scenario’s een beeld te schetsen van de mogelijke toekomst van GroenLinks. Veel daarvan is nog koffiedikkijken. Eén ding staat sinds deze week vast: het zal een toekomst zijn zonder de bezielende leiding van Halsema. Na Rosenmöller en haar persoon zal de partij een nieuw boegbeeld moeten vinden. Het nog relatief nieuwe Kamerlid Jolande Sap misschien?
Van de straat naar de staat. GroenLinks 1990-2010, Paul Lucardie en Gerrit Voerman (red.); uitg. Boom, Amsterdam, 2010; ISBN 978 94 610 5360 2; 269 blz.; € 24,50.