Binnenland

„Slachtoffer WO II verdient nette nazorg”

LEIDEN (ANP) – De Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR), die verantwoordelijk is voor de financiële regelingen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, gaat begin volgend jaar op in de Sociale Verzekeringsbank. Het aantal aanvragen daalt de laatste jaren. „Daarom is het beter de organisatie over te dragen”, zegt PUR-directeur Ronald Leopold. „Maar die bijzondere groep verdient nog steeds een goede behandeling.” Hij denkt dat er rond 2040 geen uitkeringen meer nodig zijn, omdat er dan geen mensen meer zijn die recht op een tegemoetkoming hebben. Woensdag is er in de Pieterskerk in Leiden een afscheidsbijeenkomst van de raad. Onder anderen prinses Margriet en staatssecretaris Marlies Veldhuijzen (VWS) zijn daarbij aanwezig.

23 November 2010 18:11Gewijzigd op 14 November 2020 12:38
Foto ANP
Foto ANP

Per jaar keert de PUR ongeveer 340 miljoen euro uit aan circa 35.000 oorlogsgetroffenen. Enkele duizenden wonen in het buitenland. Medewerkers van de ambassades en consulaten zorgen daar voor de dienstverlening. De gemiddelde leeftijd is 76 jaar. Het geld komt uit de staatskas. Op basis van vijf wetten worden pensioenen en uitkeringen, maar ook vergoedingen en tegemoetkomingen voor bijzondere voorzieningen (zoals kosten voor psychische hulp) betaald. De Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers (Wuv) voor slachtoffers van vervolging door de Duitse en Japanse bezetters heeft de meeste uitkeringsgerechtigden. Op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers (Wubo) komen slachtoffers van bombardementen en beschietingen en personen die in Duitsland tewerkgesteld werden, in aanmerking. Ook deelnemers aan het verzet in Nederland en Nederlands Indië en zeelieden die een vaarverplichting kregen, hebben recht op geld.

Volgens Leopold gaat het in alle gevallen om een „bijzondere solidariteit” met de getroffenen. Het gaat niet om smartengeld, maar om compensatie voor alle inkomensschade. Soms is het lastig om een aanvraag te beoordelen. Van verzetshelden zijn vaak lijsten beschikbaar omdat vaak nauwkeurig werd bijgehouden wie verzetswerk deed. Ook over Nederlanders die geïnterneerd waren, is vaak informatie beschikbaar. Meestal is ook goed bijgehouden wie op transport was gesteld en wie er in kampen was terechtgekomen.

Personen die in en na de oorlog zijn geboren en kosten voor psychotherapie maken, komen ook in aanmerking voor vergoeding. Vooral kinderen van altijd maar zwijgende oorlogsslachtoffers hebben het soms zwaar.

Ongeveer een op de drie aanvragen voor financiële hulp wordt toegewezen. Vaak volgt een afwijzing omdat onvoldoende aannemelijk kan worden gemaakt dat er verband bestaat tussen de psychische en lichamelijke klachten en de gebeurtenissen in de oorlog. Aanvragers moeten een heel traject door. „En dat kan soms een traumatische gebeurtenis zijn. Het gaat dan om psychische en fysieke klachten die dan opnieuw beleefd worden”, zegt Leopold. Nog steeds komen bij de PUR aanvragen binnen voor vergoedingen. Het aantal daalt de laatste jaren wel gestaag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer