Opinie

Graag Elsevier vervolgen

Als alle adviezen op tijd binnen zijn, zal het openbaar ministerie de komende weken een beslissing nemen over de aangifte van Gretta Duisenberg tegen het blad Elsevier. Zij vindt dat het blad haar ten onrechte een antisemiet heeft genoemd. De gewraakte term is gebezigd door columnist Afshin Ellian van het weekblad.

Jan van Klinken
20 November 2010 08:21Gewijzigd op 14 November 2020 12:35

Het valt niet moeilijk te voorspellen dat het openbaar minister de aangifte zal seponeren. Niet nog eens een theatervoorstelling in diverse bedrijven zoals in de zaak tegen Wilders. Het OM heeft voorlopig de buik vol van mediarellen.

Met een sepot valt te leven als justitie zich voortaan alleen richt op echt geboefte, zoals de straatterroristjes in Gouda en gewetenloze bonusgraaiers. Als dat niet zo is, is de beslissing te betreuren, want daarmee ontneemt justitie in Amsterdam de rechterlijke macht een pracht van een gelegenheid de publiciteitszieke activiste voor eens en voor altijd aan haar verstand te brengen dat er iets grondig mis is met haar geloofwaardigheid. Zo’n vonnis zou niet alleen voor haar erg nuttig zijn maar ook in het belang zijn van de Palestijnen. Want wat hebben ze aan iemand die hun zaak meer kwaad dan goed doet?

Het kan natuurlijk niet anders of de rechters laten Gretta alle hoeken van de rechtszaal zien. Weliswaar heeft de Amsterdamse rechtbank de laatste tijd nogal wat capriolen uitgehaald die daar twijfel over zaaien, maar in dit geval moet het goed gaan. Zelfs ik zou het vonnis kunnen schrijven en dat heb ik dan ook maar meteen gedaan, zij het in eigen stijl. Mocht het tot een rechtszaak komen, dan zouden de Amsterdamse rechters er aan de hand van deze bescheiden bijdrage uit moeten kunnen komen.

Het oordeel van de rechtbank luidt wat mij betreft als volgt:

In Elsevier is mevrouw Duisenberg, de aangever in deze zaak, op 29 januari van dit jaar betiteld als antisemiet. Het openbaar ministerie acht dat beledigend in de zin van art. 261 van het Wetboek van Strafrecht en is daarom tot vervolging overgegaan. De rechtbank is van oordeel dat de gewraakte term inderdaad beledigend kan overkomen. Dat zou in beginsel zelfs strafbaar kunnen zijn als hij geheel ten onrechte is gebezigd. In het geval van mevrouw Duisenberg rijzen hierover echter ernstige twijfels.

In de eerste plaats overweegt de rechtbank dat het aangever geheel vrij staat op te komen voor de belangen van het Palestijnse volk. Ook mag zij helemaal zelf weten wie zij als vrienden kiest. In haar geval was dat onder anderen Yasser Arafat, de in 2004 overleden Palestijnse leider. Samen met de heer Arafat poseerde zij tijdens een bezoek aan genoemde Arafat op 8 januari 2003 voor persfotografen. Van deze Arafat is bekend dat hij in het verleden terreurdaden pleegde tegen onschuldige Joodse burgers. Ook werden onder zijn verantwoordelijkheid terreuraanslagen tegen Israël gepleegd, zelfs nadat hij vredesakkoorden met de regering in Jeruzalem had getekend.

Al met al kan worden gesteld dat voornoemde Arafat zich in zijn leven agressief gedroeg jegens Israël, ook al wisselde de intensiteit ervan. Van algemene bekendheid is dat het sentiment waarmee dit gepaard ging, doordrenkt was van antisemitisme. Een leuze als ”dood aan de Joden” viel in de omgeving van deze Arafat met grote regelmaat te beluisteren. Iemand die zich in aanwezigheid van zo iemand in een amicale setting op de foto laat zetten, moet er niet vreemd van opkijken als antisemiet te worden neergezet.

In de tweede plaats overweegt de rechtbank dat mevrouw Duisenberg in september 2002 een handtekeningenactie ten behoeve van het Palestijnse volk heeft georganiseerd, haar in dat kader door een radioverslaggever de vraag werd voorgehouden hoeveel handtekeningen zij wilde verzamelen en zij als antwoord gaf: 6 miljoen. Zoals bekend komt dat getal overeen met het aantal Joodse Holocaustslachtoffers dat de ultra-antisemiet Adolf Hitler heeft gemaakt.

De rechtbank acht het uitgesloten dat mevrouw Duisenberg het getal van 6 miljoen bij toeval heeft genoemd. Het is immers ondenkbaar dat haar actie zo veel handtekeningen zou hebben opgeleverd. De conclusie moet dan ook zijn dat zij met dat antwoord een ernstige verdenking van antisemitisme op zich heeft geladen.

Verder overweegt de rechtbank dat mevrouw Duisenberg nog niet zo heel erg lang geleden, namelijk op 2 maart 2010, werd geïnterviewd door nieuwwij.nl en zich bij die gelegenheid liet ontvallen „antisemiet bijna een eretitel” te vinden. Haar aangifte komt daardoor wel in een heel vreemd licht te staan.

Tot slot wil de rechtbank erop wijzen dat mevrouw Duisenberg meermalen haar sympathie heeft uitgesproken voor Hamas, wetend dat deze organisatie uit is op de vernietiging van het Joodse volk. Het geheel overziende acht de rechtbank allerminst wettig en overtuigend bewezen dat in deze zaak sprake is van strafbare belediging. Integendeel, de rechtbank is van oordeel dat mevrouw Duisenberg –om het in ronde Hollandse bewoordingen te zeggen– niet moet zeuren en ten zeerste op haar hoede dient te zijn om niet wegens hetzelfde delict op water en brood te worden gezet.

Was getekend: de rechtbank.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer