Dr. Hiebsch: op zoek naar het hart van Luther
AMSTERDAM – Welke rol speelt ”het hart” in de geloofservaring bij Luther? Met die vraag zal dr. Sabine Hiebsch zich de komende jaren intensief gaan bezighouden, vier dagen per week. „Ik verheug me erop.”
Tijdens het onderzoek in het kader van haar dissertatie ontdekte ze het al: het hart vormt een centraal begrip in de geschriften van de Wittenberger reformator. Tóén kon ze dat niet verder uitwerken. Vanaf 1 januari 2011 gaat dit alsnog gebeuren. Per die datum bezet dr. Hiebsch de nieuwe onderzoeksplaats naar Luther en zijn theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De lutherse theologe is aangesteld voor drie jaar, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens drie jaar.
De onderzoeksplaats (0,8 fte), onderdeel van de sectie kerkgeschiedenis, draagt de naam van twee vroegere Amsterdamse hoogleraren, de Lutherkenners prof. dr. W. J. Kooiman en prof. dr. J. P. Boendermaker. „Als een eerbetoon aan hen”, zegt dr. Hiebsch, leerlinge van prof. Boendermaker. „Ik mag proberen hun lijn door te zetten.”
Kunt u die lijn kort schetsen?
„Veel Lutheronderzoek richt zich vooral op secundaire bronnen; niet zozeer op Luther zelf. Het is de verdienste van Kooiman en Boendermaker geweest dat zij Luther zélf zijn gaan lezen. En dan niet alleen zijn academische geschriften, maar ook zijn tafelgesprekken, zijn brieven, zijn preken. Ook zijn oudtestamentische preken. Lange tijd hebben die nauwelijks een rol gespeeld in het onderzoek. In onze diensten trouwens ook niet.
Tijdens een Luthercongres in 1997 hield ik een korte presentatie over mijn proefschrift –over Bijbelse vrouwenfiguren in Luthers oudtestamentische prediking– en daarbij heb ik voor deze lijn ook een pleidooi gevoerd. Ik herinner me dat de Duitse Lutherexpert prof. Martin Brecht me daarin toen steunde. Dat was wel heel mooi.
En waarmee ik me vooral ga bezighouden, is de vraag welke rol het hart speelt bij Luther. Hij noemt het woord vaak, in al zijn nagelaten geschriften. Ik zal me daarbij vooral richten op Lutherteksten uit de jaren 1520 tot de vroege jaren 30, de periode nadat hij voor zichzelf overtuigd was geraakt van de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen. Hoe heeft hij het begrip hart in zijn theologie verwerkt? En wat bedoelt hij er precies mee? Bijzonder interessant, ook vanwege de link naar de actualiteit, met haar nadruk op ervaring, spiritualiteit.”
Ook in de bevindelijk gereformeerde traditie vormt het hart een belangrijke notie.
„Ik wil de vraag of hier een link te leggen valt ook zeker in mijn onderzoek betrekken. Boeiend is bijvoorbeeld dat als Luther het woord hart gebruikt, hij hierbij vaak het Hebreeuwse woord voor ogen heeft, ”lev”. Wat betekent dat? En wat betekende het woord hart in de zestiende eeuw? Wij hebben de neiging om als het gaat om kennis een sterk onderscheid te maken tussen hoofd en hart. Maar in het Hebreeuws, en ook bij Luther, is dat onderscheid helemaal niet zo scherp.
Ik verheug me er overigens ook sterk op om over thema’s zoals deze straks van gedachten te wisselen met andere wetenschappers – via het onderzoeksinstituut Visor en het Amsterdam Centre for the History of Christianity.”
De in 2001 overleden Heiko Oberman heeft Luther getypeerd als ”mens tussen God en duivel”. Klopt deze boektitel wat u betreft nog?
„Helemaal. Ik blijf dat een prachtige titel vinden.”
Wanneer kunnen we uw eerste publicatie naar aanleiding van uw onderzoek verwachten?
„Ha! Laat ik daar geen al te forse uitspraken over doen. Wacht u het rustig af.”