De afslankoperatie „zal er niet om liegen”, aldus de minister. Een van zijn voorgangers, Kamp, schrapte al eens 12.700 banen bij defensie.

Hillen maakte donderdagmorgen bekend dat Defensie bedrijven gaat ondersteunen bij de ontwikkeling van nieuwe militaire producten. Het ministerie heeft daarvoor een regeling bedacht voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) waarin de komende jaren gezamenlijk 10 miljoen euro wordt gestoken.

Defensie investeert jaarlijks 1,5 miljard euro in materieel. Maar door de bezuinigingen zullen volgens Hillen sommige beoogde investeringen uitgesteld of afgelast worden.

Volgend jaar moet 200 miljoen euro ingeleverd worden, oplopend tot 635 miljoen euro in 2018. Desondanks vindt de minister het belangrijk om toch te blijven investeren.

Naast de nieuwe regeling met het mkb wil Defensie beter samenwerken met het bedrijfsleven om militair materieel te onderhouden en te repareren. Mogelijkheden daarvoor zijn er genoeg volgens Hillen doordat veel materieel dat nu uit Afghanistan terugkomt, weer opgelapt moet worden. Om de behoeftes en mogelijkheden op elkaar te laten aansluiten, moeten Defensie en de NIDV vaker met elkaar gaan overleggen.

Omdat landen door krimpende militaire budgetten meer gaan samenwerken, biedt dat volgens Hillen ook weer kansen voor de Nederlandse industrie. Een project waar meer landen aan meedoen is onder meer de Joint Strike Fighter, het nieuwe gevechtsvliegtuig dat de Amerikanen ontwikkelen. Nederland doet al acht jaar mee aan het project en heeft voor 800 miljoen euro aan orders binnen. Zoals eerder aangekondigd worden donderdag zeven nieuwe JSF-contracten getekend in Ahoy.

Volgens NIDV-adviseur Mat Herben is de 10 miljoen euro niet veel, maar wel heel belangrijk omdat dan kan worden begonnen met projecten. Het is de bedoeling dat de overheid de eerste klant wordt, wat volgens Herben belangrijk is om producten ook in het buitenland te kunnen verkopen.