„Betrek jeugdwerker langer bij gemeente”
HELVOIRT – Jongerenwerkers moeten langdurig in een kerkelijke gemeente werken, vindt dr. Sake Stoppels. Hij krijgt daarin bijval van Wout Schonewille, stafmedewerker van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), die stelt dat kerkelijke gemeenten moeten investeren in langdurige relaties met jongerenwerkers.
Dr. Stoppels, docent kerkopbouw en diaconie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, sprak gisteren tijdens de derde en laatste dag van de conferentie INNOV8 in het Brabantse Helvoirt. De door de Evangelische Alliantie georganiseerde bijeenkomst is bestemd voor professionele jeugdwerkers binnen kerken, christelijke organisaties en in een missionaire context.
In INNOV8 participeren de Jongerenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland (JOP), de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), Open Doors/Underground en Youth for Christ (YfC).
Litteken
Dr. Stoppels, schrijver van het boek ”Voor de verandering”, zei dat het invoeren van veranderingen in de kerk begint met het accepteren van de gemeenschap zoals die er is. „De kerk is moeders mooiste niet. Het lichaam van Christus is vol littekens, oud en stram. Als een jongerenwerker niet gelooft dat in deze gemeente de gemeente van Christus vorm krijgt, gelooft hij überhaupt niet in het bestaan van de kerk.”
Veranderingen moeten voorzichtig doorgevoerd worden en ze duren lang, stelde dr. Stoppels. „Onderzoeken die gedaan zijn naar het functioneren van voorgangers in gemeenten en parochies wijzen uit dat werkelijke veranderingen jaren kosten. Buitenlandse onderzoeken wijzen erop dat naarmate voorgangers langer aan hun gemeenschap verbonden zijn, de bereidheid tot veranderen stijgt.”
Hij stemde in met onderzoekers die stellen dat er zes tot acht jaar nodig is om veranderingen door te voeren.
Dr. Stoppels gaf aan dat wat geldt voor voorgangers nog meer opgaat voor jongerenwerkers. Er ligt zowel voor de kerken als voor de jongerenwerkers een probleem. „Kerken doen zichzelf tekort als ze alleen op de korte termijn denken. Ze manoeuvreren jongerenwerkers daarmee in een soms onmogelijke positie, waarin de druk groot is om resultaten te laten zien. Dat kan niet, omdat het gaat om diepte-investeringen en niet om instantresultaten.”
Carrière
Er ligt ook een probleem voor de jongerenwerkers, namelijk om over een reeks van jaren trouw te investeren in het jongerenwerk van een bepaalde gemeente of beweging, ook als dat carrièretechnisch niet zo veel oplevert. „De samenleving ondersteunt je bepaald niet in wat je al te zwart-wit „kansloze toewijding” zou kunnen noemen.”
Tijdens de vragenbeantwoording zei hij dat kerken de bodem onder hun eigen werk weghalen door een jongerenwerker voor maar drie jaar aan te stellen.
Wout Schonewille, stafmedewerker van de HGJB en medeorganisator van de conferentie, zei in een reactie dat het er in de praktijk vaak op neerkomt dat een jongerenwerker drie jaar in een kerkelijke gemeente werkt. Hij of zij krijgt drie keer een tijdelijk contract en daarna is het over. „De keus om door te gaan met een jongerenwerker wordt vaak niet bepaald door de kwaliteit van die persoon maar doordat kerkenraden zich niet willen binden.”
Structureel
Slechts weinig kerkenraden nemen jongerenwerkers structureel in dienst, aldus Schonewille. „Als ze willen investeren in de jeugd zullen kerken moeten ophouden met de vrees om een jeugdwerker te binden.”