Avond GBS over Statenvertaling: Bijbellezer moet houding Samuël hebben
RHENEN – „Is de Bijbel moeilijk? Ja. Maar hoe komt dat? Mijn verstand is verduisterd.” Om de Bijbel te verstaan hebben we de gestalte van de jonge Samuël nodig: „Spreek Heere want Uw knecht hoort.”
Dat zei ds. A. Verschuure zaterdagavond in Rhenen tijdens een drukbezochte bezinningsavond van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). Thema van de avond was: ”Uw woord is de waarheid”. Centrale boodschap was dat het voor „onze gezinnen, kerken en scholen belangrijk is dat de huidige Statenvertaling gehandhaafd blijft.”
Drie sprekers belichtten het thema: de oudgereformeerde ds. Th. L. Zwartbol uit Wekerom, ds. A. van Voorden, predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te Opheusden en ds. Verschuure, gereformeerde gemeente in Scherpenzeel.
Ds. Zwartbol opende de avond met een meditatie over Hooglied 2:15: „Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden hebben jonge druifjes.” De kanttekenaren van de Statenvertaling (SV) schrijven dat de vossen de valse leraars zijn, die valse dwalingen binnenbrengen, zo zei de predikant die verschillende kenmerken van de vos noemde en daarbij parallel met de Herziene Statenvertaling (HSV) trok. „Wat zijn er niet een aanvallen in deze tijd. Ook om de Statenvertaling aan de kant te krijgen. De vos kan zo liefelijk schijnen. Het is een prachtig beest. (…) Vossen graven echter holen. Ze knagen aan de wortels; aan de stukken die gekend moeten worden ter zaligheid.”
Ds. Zwartbol waarschuwde dat de HSV soms dicht bij de waarheid lijkt te komen. „Maar er is een volk dat niet in een kromme weg zalig wil worden.”
Het is een wonder dat de SV er nog mag zijn, zei ds. Van Voorden. „Men staat nu nog verwonderd over de nauwgezetheid waarmee de vertalers bezig zijn geweest. Het is een heilig werk geweest, dat biddend betracht is” en gedaan door mensen „,die zielsbevindelijk kennis hadden van Gods verborgenheid.”
De HSV is een ,nieuwe vertaling”, zei de Opheusdense predikant. „Het gaat veel verder dan vervangen van woorden die in onbruik geraakt zijn.”
Als voorbeeld noemde ds. Van Voorden Psalm 84:7. De predikant wees erop dat achter de vertaling van deze tekst in de HSV „een andere geest zit.”
De predikant zei het te betreuren dat door de komst van de HSV ook de kanttekeningen, de belijdenisgeschriften en boeken van oudvaders verloren gaan, omdat daarin de SV is gebruikt.
Ds. Van Voorden wees ook op Openbaring 22:19 waar staat dat de mens niets mag afdoen, noch toedoen aan de Bijbel.
Vaders gaf hij als raad mee: „Lees het Woord samen met uw kinderen, en leg het uit.”
Ds. Verschuure wees op de bijzondere zorg van de Heere bij de totstandkoming van de SV. „Zouden wij nu deze vertaling wegdoen. Is dat niet een slag in het aangezicht van de wonderlijke zorg des Heeren.”
Het gebruik van ”jij” en ”jou” in de HSV, vindt de predikant niet passen bij de eerbied die de Bijbeltaal moet hebben.
Aan de hand van Genesis 28 wees ds. Verschuure op verschillen tussen de SV en de HSV. „In de SV staat in Genesis 28:12 dat „een ladder op de aarde was gesteld.” In de HSV staat dat een ladder op de aarde stond. ”Was gesteld” daar ligt de weg Gods in. Van boven naar beneden. In de HSV zijn scherpte en duidelijkheid weggenomen. Dat zal zijn vrucht in de prediking hebben en doorwerken in het geestelijke leven.” De predikant riep de aanwezigen op duidelijk nee tegen de HSV te zeggen. „In de HSV worden dingen neergezet, waardoor de zuiverheid –ik zeg dat met voorzichtigheid– geweld wordt aangedaan.”