Groen & duurzaamheid

Van hobby naar hype

Ruim 180 miljoen vogels, 432.000 teluren, 590 telposten en 24 miljoen bezoekers: de cijfers van trektellen.nl liegen er na zeven jaar niet om. Hoe vogeltrek tellen van een schaarse hobby een hype werd.

Bas van Dijk
12 November 2010 20:07Gewijzigd op 14 November 2020 12:30
Bij oostenwind in mei gaan er tientallen trektellers naar telpost Breskens. Foto Gerard Troost
Bij oostenwind in mei gaan er tientallen trektellers naar telpost Breskens. Foto Gerard Troost

Achter trektellen.nl gaan bijzondere mensen schuil: vogeltrektellers. Ze nemen plaats op een plek waar ze vrij uitzicht hebben over lucht en landschap –de telpost–en noteren daar alle vogels die overtrekken. Soms zijn dat er drie in een uur. Soms 3000. En soms 300.000, zoals op 15 april 2003 op telpost Breskens.

Soms wachten ze een uur lang en besluiten ze huiswaarts te keren, soms staan ze een dag lang te tellen en hebben ze verschillende mensen nodig om de aantallen te kunnen bijhouden. „Die onvoorspelbaarheid van zo’n machtig natuur­verschijnsel is een van de dingen waardoor vogeltrektellers gefascineerd zijn”, weet trekteller Gerard Troost (32) uit Middelburg. „Je kunt imponerende aantallen zien langs­trekken, of juist heel zeldzame soorten. Dat geeft een positieve spanning.”

De Zeeuw heeft het trektellen als hobby in Nederland en daarbuiten een bijzondere stimulans gegeven door een website te bouwen waarop alle resultaten van een trektelling ingevoerd en bekeken kunnen worden.

Niet dat Troost, toen hij in 2002 „een softwareprogrammaatje” bouwde, kon bevroeden wat trektellen.nl zou gaan betekenen. „Het begon heel eenvoudig, met een internet­pagina, waarop de tellers van mijn vaste telpost Breskens de resultaten konden bekijken. Het optellen van de aantallen en het invoeren van de gegevens deed ik handmatig. En omdat er Fransen en Engelsen mee­telden, maakte ik daarnaast een Engelse pagina. Ook handmatig, dus die hobby kostte me veel tijd.”

Te veel, vond Troost. Samen met collega-vogelaar en ict’er Jethro Waanders vond hij een oplossing. „We ontwikkelden een website waar de tel­gegevens ingevoerd en bekeken konden worden. Aantallen werden automatisch opgeteld en de soort­namen konden in het Nederlands, Engels of Frans worden weergegeven.”

Vanaf dat moment groeide trektellen.nl hard. „Het was een sneeuwbaleffect. Vanaf 2003 zijn we gegroeid van hooguit 
10 naar bijna 600 telposten en de hosting van de website is inmiddels in handen van mijn huidige werkgever, Sovon Vogelonderzoek Nederland. ”

De posten liggen slechts voor een deel in Nederland, licht Troost toe. „Engeland en België hebben veel telposten, maar ook in Frankrijk, Spanje, Portugal en Duitsland zijn ze te vinden. Zelfs in Denemarken en in de Baltische staten.”

Troost is ervan overtuigd dat de website van trektellen een hype heeft gemaakt. „Dat komt omdat de telgegevens snel zichtbaar zijn. Hebben ze in Breskens bijeneters gezien? Dan kunnen die in Den Haag ook wel eens langskomen. Tellen dus en hopen dat je ze ook ziet. Het delen van de resultaten werkt aanstekelijk en stimuleert mensen ook te gaan tellen. De trek van gaaien, dit najaar, is een leuk voorbeeld. Die vogels trekken normaal gesproken nauwelijks, en zeker niet in grote aantallen. Deze herfst passeerden er duizenden. In vijf minuten is zo’n gaaieninvasie bekend en probeert elke trekteller er nog wat van mee te maken. Zelfs in Engeland werd er over getwitterd.”

De snelle beschikbaarheid van de gegevens houdt ook een gevaar in. „Het is verleidelijk om het tellen als een competitie te gaan zien, waarbij het erom gaat wie de hoogste aantallen en de meeste bijzondere soorten telt. Het blijft belangrijk dat 
tellers kritisch zijn. Niet elke vogel die langsvliegt, is daadwerkelijk op trek. Er zijn ook soorten die elke dag van en naar een slaapplaats vliegen, zoals meeuwen. Als je die meetelt, krijg je natuurlijk een ver­tekend beeld.”

De gegevens van trektellen.nl zijn nog weinig gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, zegt Troost. „Dat komt omdat het moeilijk is om van vogeltrek gestandaardiseerde gegevens te verzamelen. Pas op heel lange termijn krijgen de gegevens meer waarde en een grotere bruikbaarheid. Met Rijkswaterstaat zijn we wel in gesprek over de monitoring van bepaalde kustvogels. We maken de website geschikt voor de invoer van leeftijd- en kleedgegevens van de vogels, zodat de informatie zo compleet mogelijk is. Alle zeevogel­tellingen zullen worden ingevoerd, zodat Rijks­waterstaat onze site kan gebruiken voor eigen onderzoek.”

Wetenschappelijk gebruik of niet, trektellen.nl heeft bij­gedragen aan het bewustzijn van vogeltrek, stelt Troost. „Het is niet alleen van een zeldzame hobby naar een hype gegaan, mensen beseffen beter hoe vogel­trek in elkaar zit en wanneer deze zich voordoet. Op basis van telgegevens weet je dat je bij een harde oostenwind aan de kust moet zijn om veel en bijzondere vogels te zien. En dat je in het najaar in het binnenland het beste zuidwest 3 of 4 kunt hebben om goed te kunnen tellen. De vogels vliegen dan laag tegen de wind in en zijn dus goed zichtbaar.”

Met soms meer dan 100.000 bezoekers op één dag is trek­tellen.nl commercieel gezien een interessante website, realiseert Troost zich. „Maar het gaat mij niet om adverteerders. De site is sterk doordat hij overzichtelijk is en door de vele statistische mogelijkheden van de uitgebreide database.

Mijn doel met trektellen.nl is nog hetzelfde: een functionele website bieden, waar tellers en andere vogel­liefhebbers snel kunnen zien welke vogel­soorten er in welke aantallen over Nederland trekken. Een handig hulpmiddel om een prachtig verschijnsel zichtbaar te maken.”

www.trektellen.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer