Groen licht voor islamnota PKN
LUNTEREN – De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft de zogenoemde islamnota, na enkele aanpassingen, unaniem aanvaard als „bouwsteen” voor beleid. Opmerkingen van christelijke, joodse en islamitische organisaties worden verwerkt in een vervolgnota, die de synode in 2013 bespreekt.
De synodeleden spraken vrijdag een groot deel van de dag over de nota ”Integriteit en respect”, geschreven door prof. dr. B. J. G. Reitsma, bijzonder hoogleraar kerk in de context van de islam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De nota is bedoeld als een theologische, protestantse visie op de islam, waarin aanbevelingen worden gedaan voor het toekomstige beleid van de Protestantse Kerk.
De synode besloot het document, na enkele aanpassingen, te aanvaarden als „bouwsteen”. Ze zal christelijke, joodse en islamitische organisaties vragen op de nota te reageren. Hun opmerkingen worden verwerkt in een vervolgnota, die de synode in april 2013 zal behandelen.
De nota ”Integriteit en respect” stelt onder meer dat christenen en moslims wel naast elkaar kunnen bidden, maar niet mét elkaar in interreligieuze vieringen. Verschillende synodeleden leverden kritiek op deze conclusie. Ouderling G. M. van der Slikke (Goes) vroeg om ruimte voor gemeenschappelijk gebed. Hij wees erop dat het islamitische gebed en het christelijke gebed weliswaar niet identiek zijn, maar dat „bidden als kijken met je hart een gemeenschappelijke noemer kan zijn.”
Diaken A. D. Drost (Werkendam) vroeg zich echter af of een moslim wel met een christen wíl bidden. „Ik zou niet kunnen bidden zonder de naam van Jezus Christus te noemen.”
Prof. Reitsma antwoordde dat de nota niet wil dicteren wat wel of niet mag. „Het gaat erom dat we onze identiteit niet hoeven in te leveren als we samen bidden.”
Ouderling Van der Slikke vroeg de synode uit te spreken „daar waar mogelijk en met respect voor beide religies ruimte te geven om met elkaar te bidden.” Zijn motie werd echter verworpen. Ook een voorstel van diaken B. J. Robbers (Amsterdam) om de nota anders op te zetten en de kerken een gesprekshandreiking te bieden, kreeg geen meerderheid.
De synode besloot wel met 74 van de 139 stemmen om het gesprek met moslims te voeren „in het besef van haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël, zoals verwoord in artikel 1 van de kerkorde.”