Kerk & religie

Oudere als identificatiefiguur

De oudere als identificatiefiguur en verbindende schakel tussen de generaties. Dat staat de onderwijskundige en theoloog dr. Jos de Kock voor ogen. „Ouderen moeten er zijn voor jongeren, niet alleen als er iets wordt georganiseerd.”

Jan van Reenen
12 November 2010 09:14Gewijzigd op 14 November 2020 12:30
Jos de Kock. Foto RD
Jos de Kock. Foto RD

De Kock werkte als redacteur en auteur mee aan het boek ”Jong. Mores en sores van jongeren van nu”. Daarin stellen de verschillende auteurs de vraag hoe het er voorstaat met de moraliteit van jongeren en wat dit betekent voor de omgang tussen jong en oud in de opvoedings- en vormingspraktijk van gezin, school, jeugdwerk en kerk. Het boek is vooral bestemd voor mensen die in hun beroep met jongeren te maken krijgen, zoals leraren, catecheten, predikanten en jongerenwerkers. Maar ook geïnteresseerde ouders behoren tot de doelgroep.

In hoofdstuk 8 gaat De Kock in op het thema ”Jongeren en de kerk”. Hij schrijft daar over socialisatie van jongeren (het proces waarbij iemand de waarden en normen van de groep waartoe hij behoort krijgt aangeleerd), over de manier om hen bij de kerk te betrekken. De schrijver kiest niet voor de traditionele opvatting en ook niet voor de moderne, maar pleit voor wat hij noemt ”verbindende socialisatie”.

In de traditionele opvatting gaat het om het principe van de overdracht. „De kerk weet wat goed is en wat niet. De ”leer” wordt jongeren op diverse manieren voorgehouden om na te volgen: in preken, tijdens catechisatielessen en in instructieve artikelen in kerkbladen.”

Binnen de moderne opvatting steunt de kerk jongeren om zelf een goede levenswijze te ontdekken en te ontwikkelen. In dit proces reikt de kerk het nodige aan, maar het gaat om niet meer dan handreikingen. De jongeren ontwikkelen zelf een ”leer” voor het leven en komen zo tot een eigen moraliteit.

Het nadeel van de eerste opvatting is, zo zegt De Kock tijdens een gesprek in het gebouw van Driestar Hogeschool in Gouda, dat ouderen het in alle opzichten menen te weten en moraliteit aan jongeren willen opleggen. Daarbij is sprake van eenrichtingsverkeer. „Dan wordt jongeren tekortgedaan, omdat ze niet worden gezien als mensen die ook een eigen moraliteit moeten vormen. Het gevaar is dat ze zich op die manier niet ontwikkelen tot goede volwassenen. Volgelingen van Jezus zijn niet mensen die alleen iets van anderen hebben geleerd. Het gaat om persoonlijk geloof en dus ook om een persoonlijke ontwikkeling.”

Het nadeel van de moderne opvatting is volgens De Kock dat zij erg vrijblijvend is. Jeugdwerkers kunnen vragen aan de orde stellen zonder dat ze hun eigen mening hoeven te geven. „Het is naïef om te denken dat jongeren zich vanzelf op de goede manier ontwikkelen.”

De ”verbindende socialisatie” die hij voorstaat is „geen compromis dat van beide opvattingen iets heeft, maar een andere visie waarin elementen uit beide opvattingen gebruikt worden. Kernwoord is verbinding. Daarbij gaat het om de ontmoeting van jongeren onderling en van volwassenen met jongeren en om het verbinden van de jongeren met de traditie van de kerk. Jongeren hebben behoefte aan levende vertegenwoordigers van de kerkelijke gemeenschap die met overtuiging voorleven wat het voorgeslacht bedoeld heeft.”

De schrijver geeft als voorbeeld het gesprek van een jongerenwerker met jongeren over geld. In de traditionele benadering zal de jongerenwerker de Bijbelse lijn naar voren brengen, onderbouwd met Bijbelteksten en uitlopend op een aantal conclusies. „Hij zal vragen wat de jongeren ervan vinden, maar het antwoord doet er minder toe.”

Een jongerenwerker met een moderne opvatting zal jongeren helpen zelf een moreel oordeel te ontwikkelen. Hooguit brengt de jongerenwerker een aantal Bijbels gefundeerde meningen over geldbesteding in, maar de conclusie is aan de jongeren zelf.

Bij de verbindende socialisatie sluit de jongerenwerker aan bij de belevingswereld van de jongeren en herinnert hij er bijvoorbeeld aan dat hij vorige week een van hen voor een etalage naar een mobiele telefoon zag kijken. Hij brengt de Bijbelse lijn naar voren en laat ook merken hoe hij persoonlijk tegen dergelijke dingen aankijkt.

De Kock: „De omgang van ouderen met jongeren is van cruciaal belang. Volwassenen zijn identificatiefiguren die proberen de traditie van de kerk door te geven, maar ze moeten de jongeren niet zien als een adres voor hun eigen wijsheid. Ook als jongeren een eigen weg gaan, is de relatie waardevol. Verbindende socialisatie doet een moreel appel op de volwassenen in de kerk om aansprekend en aanspreekbaar te zijn voor jongeren. De ouderen moeten de jongeren daarom persoonlijk kennen.”

De onderzoeker zegt dat in deze opvatting de emotionele kant van jongeren beter tot zijn recht kan komen. „Aansluiten bij deze emotionele kant kan een aanknopingspunt zijn voor de ontwikkeling van moraliteit bij jongeren. Tijdens jongerenevents, zoals die er tegenwoordig volop zijn in de reformatorische gezindte, is dikwijls sprake van emotie, waarbij moraliteit tot ontwikkeling komt in gesprekken en ontmoetingen.”

Brengt het inspelen op emoties de overdracht van de leer niet in gevaar?

„In mijn model is wel degelijk sprake van overdracht van de leer, maar het gebeurt met meer emotie dan bij de traditionele aanpak. Emoties kun je ook op een overdragende manier in het geding brengen.”

Uw aanpak is toch niet nieuw?

„Dat is zo, maar zij is maar weinig zichtbaar in de praktijk van de reformatorische kerken. Het lukt de kerk op dit moment niet goed om de generaties bij elkaar te brengen, ondanks het feit dat alles goed georganiseerd is. We moeten meer focussen op ontmoetingen.”


Jos de Kock

Dr. A. (Jos) de Kock (32) is onderwijskundige en theoloog. Hij werkt als onderzoeker en docent aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en is medewerker van het onderzoekscentrum voor Jeugd, Kerk en Cultuur (OJKC) van diezelfde universiteit. Zijn aandachtsvelden zijn catechese, religieuze identiteitsontwikkeling van jongeren en christelijk onderwijs. Daarnaast is hij studieleider van de hbo-master ”leren en innoveren” van Driestar Hogeschool, Christelijke Hogeschool Ede en de Gereformeerde Hogeschool Zwolle. Op 17 november verschijnt ”Jong: mores en sores van jongeren van nu”, een uitgave van ForumC en het lectoraat morele vorming van de Gereformeerde Hogeschool.

In kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag:
dr. Jos de Kock. Als onderwijskundige en theoloog werkte hij mee aan een boek over de morele vorming van jongeren.

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer