Hulde voor helden van De Wereld
Bijna 92 is prins Bernhard, maar het veteranendefilé in Wageningen zou hij niet willen missen. Het is voor hem het hoogtepunt van het jaar, heeft hij wel eens gezegd. Voor hotel De Wereld, waar hij in 1945 de ondertekening van de capitulatie bijwoonde, nam hij maandagmiddag de huldebetuiging van de langsmarcherende oud-militairen in ontvangst.
Van de mannen van het Royal Canadian Legion zijn er nog maar zeven die kunnen deelnemen aan de stoet. Het aantal veteranen uit de Tweede Wereldoorlog dunt uit. Maar wie maar even kon, kwam maandag naar Wageningen. Sommigen in een rolstoel of een elektrisch wagentje, een van hen met een zuurstoffles in het bagagerek.
Gelukkig voor prins en veteranen is het niet zo warm. De inspanning is al groot genoeg. Stram en zo goed mogelijk in de maat marcheren de veteranen voorwaarts, langs hun prins. Extra applaus is er voor de kleine oud-soldaat met het bordje ”Ik ben 100” op zijn buik. Kaarsrecht en glunderend stapt hij voort, op de voorste rij van zijn regiment.
Een groot deel van het publiek heeft zich uren van tevoren al van een goede plaats achter het hek verzekerd. Een Wageninger die dicht bij het 5-Meiplein woont, heeft het dan ook urenlang druk met het bewaken van het muurtje rond zijn tuin. Niemand mag erop staan, niemand mag er zelfs op gaan zitten om even uit te rusten. „Da’s de directeur van de straat”, wijzen omstanders verontwaardigd. Een paar meisjes sjorren hun spierwitte vriendin uit de menigte.
Na de herdenkingsdienst in de Johannes de Doperkerk wordt prins Bernhard onder luid applaus in een jeep naar de aula van de universiteit gereden. De vier kinderen die al uren op een muurtje hebben zitten ginnegappen, dragen twee kransen voor hem uit naar het bevrijdingsmonument. Het is muisstil als de prins de bloemen plaatst, ter gedachtenis aan hen die vielen. Dan luistert hij naar het Wilhelmus, de kin omhoog, de handen tot vuisten gebald.
Vanachter een katheder waarop hij kan leunen, neemt Bernhard het defilé af. Het gereedstaande krukje schuift hij resoluut aan de kant. Slechts een enkele keer gaat hij heel even zitten, maar verder staat hij, drie kwartier lang, en groet elke voorbijkomende groep met een armzwaai, een opgestoken duim of in elkaar gevouwen handen. Zoals elk jaar wordt hij vergezeld door mr. Pieter van Vollenhoven, momenteel nog zijn enige schoonzoon. Ook premier Balkenende, voorzitter Braks van de Eerste en zijn collega Weisglas van de Tweede Kamer en vice-president Tjeenk Willink van de Raad van State flankeren de prins.
Ongeveer 4000 veteranen nemen deel aan het defilé. Het aantal deelnemers groeit met het jaar en dit is een nieuw record. Sinds 1995 lopen niet alleen militairen en verzetsmensen uit de Tweede Wereldoorlog mee, maar ook anderen die ooit betrokken zijn geweest bij Nederlandse militaire acties. Dit jaar kon een groot aantal oorlogsveteranen uit Canada niet ontvangen worden en waren er ook minder vips aanwezig omdat het aantal zitplaatsen in de Johannes de Doperkerk op last van de brandweer is teruggebracht van 1000 naar 650. Het Nationaal Comité Herdenking Capitulaties 1945 Wageningen (NCHC) overweegt daarom volgend jaar het aantal deelnemende detachementen drastisch te beperken.
Achter aan de drumfanfare van het Korps Nationale Reserve wordt een wit hondje meegesleurd. Het beest wil alle omstanders bekijken en komt ogen tekort.
Te midden van de uniformen en smetteloze kostuums zijn er opeens de stoottroepen uit Joegoslavië, in sweater en spijkerbroek. Oud-minister Ter Beek had tijdens de herdenkingsdienst al verwezen naar deze Dutchbatters: „We moeten er alles aan doen om te voorkomen dat deze jonge veteranen hetzelfde onrecht wordt aangedaan als onze oude veteranen uit Indië en Nieuw-Guinea. Het falen van de nationale en de internationale politiek mag niet worden afgewenteld op militairen die gingen toen zij werden geroepen.”
Het publiek huldigt elke groep oud-strijders met een groots applaus. „Dat hebben ze verdiend”, zegt een man die hier al vele keren achter de hekken gestaan heeft. Even krijgt een van de Normandië-veteranen het te kwaad. Bijna 59 jaar geleden waagde hij zijn leven toen de geallieerden landden op de Franse kust. Velen van zijn makkers kwamen daar om.
Slordig is dat elke groep tijdens het lopen nog gauw even de instructie moet krijgen om het vaandel te strijken. Als eregroet aan de prins. De vaandeldrager van het Korps Commandotroepen weigert. Zo’n voorbijkomende militair kan wel zo veel zeggen…
Sommige groepen worden op de voet gevolgd door iemand van het Rode Kruis. Wat ogen ze broos, sommige deelnemers. Er zijn er die in leeftijd weinig voor prins Bernhard onderdoen. Sommige groepen hebben een ’slabbetje’ voor hun stropdas, tegen de kou. Ondertussen komen herhaaldelijk drie vliegtuigen over om de veteranen te groeten.
Even is er een opstootje als een jongen op verboden terrein voor de tribune langsrent. Vier agenten duiken bovenop hem en voeren hem af.
En de stoet trekt maar voort. Strijders uit Polen, verzetsjongens uit Indië, luchtdoelartilleristen uit Cyprus, oud en jong, gespannen of vrolijk keuvelend, stram marcherend of losjes wandelend, recht als riet of gebogen als een bieze, door deelname aan het nationaal defilé houden ze de herinnering levend aan tijden en streken waar vrijheid en vrede herwonnen moesten worden.