Aanslag op huizen van christenen in Bagdad
BAGDAD (ANP/AFP) – Bij aanslagen op woningen waar christenen wonen, zijn woensdagmorgen in Bagdad zeker drie doden en 26 gewonden gevallen. Dit heeft een zegsman van het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken woensdag bekendgemaakt. De aanslagen met zeker twaalf bommen of granaten waren in verscheidene wijken van de stad binnen twee uur tijd.
Extremisten die zich tot het netwerk al-Qaeda rekenen, hebben 3 november gedreigd aanvallen op de christelijke minderheid in het land te verhevigen. Eind oktober eindigde een gijzeling van christenen in een kerk in de Iraakse hoofdstad in een bloedbad toen veiligheidstroepen de kerk bestormden. Er vielen meer dan vijftig doden en zestig gewonden. Pas nog werden brandbommen gegooid naar huizen van christenen in de wijk Mansur in westelijk Bagdad, maar daarbij vielen geen gewonden.
In wat nu Irak heet, leven al christenen sinds de eerste eeuw. Maar tegenwoordig wonen er naar schatting nog hooguit een half miljoen christenen in Irak, van wie 150.000 in Bagdad. Voor de Amerikaans-Britse aanval op het land in 2003 leefden er naar schatting 800.000 christenen in Irak. De Iraakse premier Nuri al-Maliki heeft eerder deze maand beklemtoond dat hij een paar jaar geleden tegen de paus heeft gezegd dat het oosten niet van christenen ontdaan mag worden en het westen niet van moslims.
Een vooraanstaande orthodoxe christen uit Irak, bisschop Athanasios Dawood, heeft afgelopen zondag vanuit Londen alle christenen opgeroepen Irak te verlaten. Hij zei dat ze anders één voor één door al-Qaida worden afgeslacht.