Premier Irak roept christenen op te blijven
BAGDAD (ANP/EFE/AFP) – Premier Nuri al-Maliki van Irak heeft christenen dinsdag opgeroepen het land niet te verlaten. Al-Maliki bracht een bezoek aan de kathedraal in Bagdad die 31 oktober het toneel van een gijzeling was. Bijna zestig mensen kwamen om, toen de politie de situatie met geweld beëindigde. Onder de slachtoffers waren twee priesters en 44 parochianen.
Frankrijk heeft maandag enkele tientallen gewonden in ziekenhuizen opgevangen. „De landen die de slachtoffers hebben verwelkomd, hebben een nobele daad begaan. Maar dit moet de emigratie van christenen niet bevorderen”, zei de premier tijdens zijn bezoek aan de kathedraal. Ook christenen horen thuis in Irak, aldus al-Maliki.
Voor de door de VS geleide invasie van Irak in 2003 woonden 800.000 christenen in het Arabische land. Dat aantal is sindsdien gedaald tot ongeveer 500.000 door herhaalde aanslagen op christenen en kerken.
Z ondag zei een Iraakse geestelijke in Groot-Brittannië dat christenen het land beter kunnen verlaten, anders lopen ze volgens hem het risico te worden omgebracht door terreurorganisatie al-Qaeda. „Als ze blijven, zullen ze één voor één worden afgemaakt”, waarschuwde aartsbisschop Athanasios Dawood tegen de BBC. Volgens Dawood worden christenen in Irak niet beschermd sinds de invasie. „De christenen zijn zwak. Ze hebben geen militie en geen politieke partij.”
Ook zei Dawood: „Iedereen haat christenen. Maar onder dictator Saddam Hussein (1937-2006) werden we met rust gelaten.” Dawood beschuldigde de VS ervan hun beloftes voor democratie en mensenrechten in Irak niet na te komen.