Juan Carlos: populair symbool van Spanje
Hij oogt ernstig. Ongenaakbaar, bijna. De Spaanse koning Juan Carlos is geen open boek. Maar onmiskenbaar populair. Over twee weken viert hij zijn 35-jarig regeringsjubileum.
Zijn ernst intrigeert. Boezemt ontzag in en dwingt respect af. Veel Spanjaarden vinden een monarchie dan wel niet meer van deze tijd, hun koning hebben ze hoog staan. Met de enorme verscheidenheid aan autonome regio’s –zeventien maar liefst– waarborgt hij toch maar de eenheid van Spanje, vinden ze.
En reken maar niet dat de regio’s het hun koning makkelijk maken. Neem Baskenland, Galicië en Catalonië. Zij willen meer dan de autonomie die ze nu hebben. Catalaanse nationalisten willen af van Spanje en zijn symbool bij uitstek, de koning. In 2007 lieten ze hun gram duidelijk merken: bij een koninklijk bezoek aan Girona werden pontificaal foto’s van Juan Carlos en koningin Sofia verbrand.
En de koning? Hij gaat zijn gang. Schijnbaar ongestoord. Immuun voor de kritiek van Spaanse dwarsliggers. Geen koude drukte voor de overtuigd rooms-katholieke Spaanse vorst. Een koning kan onmogelijk lang in de luwte blijven, maar hij zou het best willen.
Terug naar 2007. Geen prettig jaar voor de Spaanse monarchie. De koning vroeg willens en wetens aandacht van vriend en vijand. Niet het minst om een enkele opmerking tijdens een bijeenkomst van de Ibero-Amerikaanse top in het Chileense Santiago. De koning ergerde zich aan de Venezolaanse president Chavez, die de voormalige Spaanse premier Aznar voor fascist uitmaakte. „Por que no te callas?” beet Juan Carlos president Chavez toe. Oftewel: „Houd toch je mond.” Daarna beende de koning kwaad weg.
Op zijn minst ondiplomatiek. Maar de uitspraak werd een hit. Koffiemokken, T-shirts en ringtones met de uitspraak vlogen de Spaanse winkels uit en de koning werd verheven tot volksheld.
Nogmaals 2007. Hun oudste dochter Elena gaat scheiden, delen koning Juan Carlos en koningin Sofia mee. Een wrange afsluiting van een opmerkelijk jaar. Wordt het in eerste instantie nog als time-out betiteld, vorig jaar scheidden Elena en haar man Jaime de Marichalar officieel.
Alle perikelen ten spijt, de koning viert eind deze maand een feestje. Terwijl hij zelf niet van officiële feesten houdt. Juan Carlos laat geregeld verstek gaan bij verjaardagen en jubilea van collega’s. Een uitzondering daargelaten. Opvallend is zijn warme band met het Nederlandse koningshuis. Juan Carlos en Sofia gelden als intimi van koningin Beatrix. Bij jachtpartijen op Het Loo is Juan Carlos een vaste gast.
Zijn eigen verjaardag en die van zijn familie worden evenmin groots gevierd. Het voordeel van versnipperd Spanje is dat alle regio’s hun eigen grote feesten hebben. En eens per jaar –op 12 oktober– viert het land van de tomaten en de stierengevechten de Fiesta Nacional, de nationale feestdag. Juan Carlos neemt een militaire parade af, geeft een receptie en overal in Madrid zijn activiteiten.
Of Spanje groots uitpakt voor het 35-jarig regeringsjubileum eind deze maand is onduidelijk. Het feit zal ongetwijfeld gememoreerd worden.
Hamvraag: Wat heeft de koning het land gebracht? Terug naar 1975. Dictator Franco overlijdt. Juan Carlos treedt aan als koning. ”El Breve” wordt hij bij voorbaat genoemd. ”De korte”. Niet vanwege zijn lengte, maar geen Spanjaard koestert de hoop dat de nieuwe koning een blijvertje is. Juan Carlos wordt gezien als marionet van Franco (zie kader), een eendagsvlieg, die het na de dood van de dictator niet lang zal uithouden.
Het tegendeel blijkt. Juan Carlos kiest na de dood van Franco de enige juiste koers. De piepjonge koning –bij zijn aantreden was Juan Carlos 37 jaar– had zich heimelijk allang op zijn taak voorbereid. Vrijwel direct na zijn kroning begint Juan Carlos de zichtbare tekenen van de langjarige regering van dictator Franco te verwijderen. Hij haalt de banden met de –door Franco verboden– socialistische en communistische partijen aan.
Tot verbazing van vriend en vijand geeft Juan Carlos zijn absolute macht op en voert hij de democratie in. In 1977 worden er voor het eerst sinds Franco democratische verkiezingen gehouden. Een mijlpaal volgt een jaar later: door het aannemen van een nieuwe grondwet wordt Spanje een constitutionele monarchie.
De koning verdedigt de monarchie als geen ander. De ultieme test en het bewijs hiervan volgen in 1981. Gefrustreerde militairen doen onder leiding van de rechtse kolonel Antonio Tejero Molina een greep naar de macht. Juan Carlos verschijnt als opperbevelhebber van het leger op de televisie en beveelt de opstandelingen naar de kazerne terug te keren. De staatsgreep mislukt. Leve de koning.
Met zijn kordate optreden stelt Juan Carlos niet alleen de Spaanse democratie veilig, maar ook zijn eigen plaats in de staatsstructuur. Het wordt de Spanjaarden duidelijk: met die korte regeringsduur zal het wel meevallen. Spanje verandert van een stugge dictatuur in een modern West-Europees land, met een groeiende economie. Niet gek dus dat het merendeel van de Spanjaarden de man achter dit proces altijd hoog in het vaandel heeft gehad.
Koning Juan Carlos heeft zijn sporen verdiend. Ook in het buitenland wordt hij gezien als brenger van de democratie in Spanje en wordt zijn inzet die leidde tot het lidmaatschap van EU en NAVO gewaardeerd. Spanje staat op de kaart. Duidelijk. Op lauweren rusten is er echter niet bij. Opiniepeilingen wijzen uit dat steeds meer Spanjaarden minder tevreden zijn met de staatsvorm. De roep om een republiek wordt groter, met name in afvallige deelstaten als Baskenland en Catalonië.
De koning en zijn familie doen hun best. Ze schrikken er niet voor terug om hun menselijke kant te tonen. Sterker nog, ze zien het als hun koninklijke plicht. Zo was in 2004 de hele wereld er getuige van hoe Juan Carlos en Sofia nabestaanden van slachtoffers van de terroristische aanslag in Madrid op 11 maart in hun armen sloten tijdens een staatsbegrafenis. En niet alleen verschijnen ze bij tragedies vaak binnen een paar uur op de plek des onheils, ook bij andere gebeurtenissen die het Spaanse volksgevoel aanwakkeren laten zij zich graag zien.
Zoon Felipe bereidt zich intussen voor op zijn rol als opvolger, omdat zijn oudere zussen volgens de Spaanse traditie alleen naar de troon dingen als er geen mannelijke erfgenamen voorhanden zijn. De populariteit van zijn vader evenaren –Juan Carlos scoort een 7,8, blijkt uit een peiling van dagblad El Mundo– zou voor Felipe wel eens een knap lastige taak kunnen worden.
Een eendagsvlieg; Juan Carlos bleek langer houdbaar. Na 35 jaar zit hij nog steeds op de troon. En steviger dan ooit tevoren.
Koning Juan Carlos
Koning Juan Carlos wordt op 5 januari 1938 in Rome geboren als Juan Carlos Alfonso Víctor María de Borbón y Borbón-Dos Sicilias. Hij is de zoon van Juan de Bourbon, graaf van Barcelona en prins van Asturië, en prinses Maria de las Mercedes van Bourbon-der Twee Siciliën. Juan Carlos is een kleinkind van Alfons XIII, de koning die in 1931 als koning van Spanje het veld had moeten ruimen.
Juan Carlos wordt geboren in oorlogstijd. De Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) brengt Spanje aan de rand van de afgrond. Na de oorlog wordt dictator generaal Francisco Franco de nieuwe leider van de Spaanse republiek. In 1947 besluit hij van Spanje weer een koninkrijk te maken. Hij wijst echter nog geen koning aan.
In 1948 haalt Franco de 10-jarige Juan Carlos naar Spanje. Hij zorgt ervoor dat Juan Carlos de perfecte opleiding voor een Spaanse koning in spe ontvangt, compleet met militaire academie.
Juan Carlos’ jeugd wordt grotendeels door Franco bepaald. Daarnaast stempelt de dood van zijn drie jaar jongere broer Alfons zijn leven. Juan Carlos is 18 jaar als Alfons door een ongeluk overlijdt. Naar verluidt maken de broers een jachtgeweer schoon. Dit gaat per ongeluk af en Alfons wordt dodelijk getroffen. Het is tot op heden onduidelijk wie het geweer schoonmaakte. Juan Carlos is als enige getuige van het ongeluk.
In 1962 trouwt Juan Carlos met de Griekse prinses Sofia, zus van de latere Griekse koning Constantijn. Ze krijgen drie kinderen, Elena, Cristina en Felipe. Het koningspaar heeft inmiddels acht kleinkinderen.
In 1969 besluit Franco dat Juan Carlos de nieuwe koning moet worden. De dictator negeert de wettelijke opvolgingslijn; concurrent Carlos Hugo van Bourbon, die destijds met prinses Irene getrouwd was, wordt gepasseerd, net als Juan Carlos’ vader, Juan.
Juan Carlos neemt vanaf dat moment Franco’s taken als staatshoofd waar als deze ziek is. Hij wordt gezien als de ‘kroonprins’, maar ook als marionet van Franco. Hij heeft goede contacten met de dictator, maar tijdens zijn inwerkperiode ontmoet Juan Carlos ook veel oppositieleiders en krijgt hij twijfels over Franco’s beleid. Als Franco in 1975 overlijdt, wordt Juan Carlos officieel koning van Spanje.