Herdenken
Vandaag is het Bevrijdingsdag, gisteren werden de doden herdacht en morgen is het Pim Fortuyndag. Dat laatste is althans de bedoeling van de familie Fortuyn en enkele trouwe aanhangers van de vermoorde politicus. Er is zelfs een speciale Pim Fortuynvlag ontworpen die op 6 mei kan worden uitgehangen. Veel zijn er echter niet van verkocht.Ook al is bijna de helft van de Nederlanders van mening dat door de moord op Fortuyn de democratie blijvend is beschadigd, toch voelt de grote meerderheid van de bevolking gelukkig niets voor een jaarlijkse Fortuyn-herdenking. Dat zou al te veel eer zijn voor een omstreden politicus.
Tweederde van de ondervraagde Nederlanders vindt ook dat de erfenis van Fortuyn bij de LPF niet in goede handen is. Dat kan men zich voorstellen. Al heeft er dan een zekere sanering in die gelederen plaatsgevonden, toch hebben de LPF’ers altijd nog het imago van ruziezoekers. Geen wonder dat bij de lopende kabinetsformatie de LPF als coalitiepartner niet serieus in beeld geweest is.
Uiteraard is en blijft de moord op deze aanstormende politicus een ernstige zaak. Zo gaan we in Nederland niet met politieke tegenstanders om. Voor zo’n weloverwogen moord is de straf van achttien jaar, die Volkert van der G. door de Amsterdamse rechtbank kreeg toegemeten, veel te laag. Maar dat valt van meer vonnissen te zeggen.
De herdenking van de Bevrijding van 1945 blijft nog steeds de aandacht trekken. Ook nu het overgrote deel van de bevolking geen persoonlijke herinneringen meer aan de oorlog heeft, is de behoefte aanwezig om daarbij stil te staan.
Dat geldt ook voor de dodenherdenking. Die viel ditmaal op zondag. In een aantal plaatsen werden de plechtigheden daarom verschoven naar de zaterdagavond. Het is jammer dat de regering niet vanaf het begin besloten heeft om deze herdenking niet op zondag te laten plaats vinden. Koninginnedag wordt wel over de zondag heen getild.
De recente gebeurtenissen in Irak na de val van Saddam Hussein hebben ons opnieuw duidelijk gemaakt welk een opluchting het betekent als mensen bevrijd worden van een onderdrukkend regime. En in Irak duurde die onderdrukking veel langer dan vijf jaar.
De opkomst en ondergang van Hitler liet zien dat toegeeflijk optreden tegenover een totalitaire macht alleen maar averechts werkt. Er was een bloedige oorlog voor nodig, waarin alles op alles gezet moest worden om de nazi’s te verslaan.
Overigens ging het niet minder totalitaire communisme niet door militair geweld, maar door innerlijke slijtage te gronde. Ook die variant komt voor in de geschiedenis. Dat kost alleen meer tijd en bovendien was er wel een forse militaire macht nodig om op expansie gerichte plannen van het Kremlin in te tomen.
Zowel voor Irak, als voor Nederland en de landen uit het voormalige Oostblok blijft echter de vraag relevant hoe men de verworven vrijheid gaat invullen of heeft ingevuld. Een grote vrijheid leidt lang niet altijd tot een in alle opzichten betere maatschappij. Vrijheid kan ook schandelijk misbruikt worden. Vandaar de bijbelse vermaning om de vrijheid niet te gebruiken als een oorzaak voor het vlees.