Nieuw boek Kees Slager over watersnood 1953
OUWERKERK – Na een paar dagen roeien waren de polsen van Wim Schot drie keer zo dik als normaal. „Ik kon niets meer doen.” Samen met een van de mensen die hij van de daken redde, nam de Zierikzeese visser zaterdag de eerste exemplaren van het nieuwe standaardwerk van Kees Slager over de watersnood van 1953 in ontvangst.
„Cor van de Tonnekreek uit Oude-Tonge, Hubrecht Koster van Yerseke, vissers uit Tholen, vissers uit Zierikzee.” Redders na de Ramp. In Schot eerde Slager hun inzet na de watersnood die Zuidwest-Nederland trof. De bejaarde Zierikzeeër vertelt –in het Zeeuws– kort over zijn reddingswerk. „Mensen op dakjes, zwaaiend met kussenslopen, met van alles. Zelf ben ik nog in het water terechtgekomen, nadat een zwangere vrouw in m’n boot stapte. Maar ik ben weer aan boord geklommen, en je waaide vanzelf weer droog.”
Zaterdag was het 57 jaar geleden dat het laatste dijkgat werd gedicht door het invaren van een caisson in de bres bij Ouwerkerk. Het caisson biedt nu –met drie andere– ruimte aan het Watersnoodmuseum. Slager presenteerde er zaterdag zijn boek ”Watersnood”, dat hij op verzoek van het museum en uitgever de Buitenspelers schreef: 672 pagina’s, groot formaat, 4,5 kilo zwaar, met zo’n duizend foto’s.
Hans Akkersdijk –ook hij kreeg een exemplaar– was een van de eerste fotografen die het rampgebied binnentrok. Tijdens de rampnacht fotografeerde hij het watergeweld bij Nieuwerkerk aan den IJssel. Bij de Dordtse brug ontmoette hij daarna een Scheveninger. Hij dook onder in diens dukw. Verborgen onder dekens in het amfibievoertuig kwam hij clandestien het zwaarstgetroffen gebied binnen. Zo kwam hij naar Schouwen-Duiveland. Zijn foto’s, gemaakt voor Het Vrije Volk, prijken in het boek. „Het werk van de fotografen was van groot belang”, zegt Slager. „Zij droegen bij aan het gevoel van saamhorigheid dat onder het Nederlandse volk ontstond, zoals je zag in de inzet voor het Nationaal Rampenfonds.”
Ria Geluk –het meisje dat door schipper Schot gered werd– verteld over de kleurenfoto’s die het Watersnoodmuseum daags na de vijftigste watersnoodherdenking van een Amerikaan uit Colorada kreeg. Afbeeldingen die zijn vader gemaakt had. Tot dat moment waren nauwelijks kleurenopnamen van de Ramp bekend. Ze brengen het leed, de verwoesting dichterbij.
Slager beschreef alle 47 grote watersnoden die het gebied sinds 1014 troffen. Het boek eindigt met de vraag of zo’n ramp opnieuw kan plaatsgrijpen. Daarover verschillen de meningen van de ondervraagde deskundigen. Zelf is Slager optimistisch. „We worden genoeg opgeschrikt door watervloeden elders op de wereld. Dat houdt ons scherp. Na de orkaan bij New Orleans werd in Nederland opeens de commissie-Veerman ingesteld.”
Is de toenemende aandacht voor de watersnood verklaarbaar? „Een publiciteitsgolf ontstaat pas geruime tijd na een ramp; dat zag je ook bij de Tweede Wereldoorlog”, zegt de voormalige journalist, die ook in 1992 en 2002 boeken over de ’53 publiceerde. „Rampen blijven tot de verbeelding spreken. Misschien is een oorzaak dat veel van de oudere mensen die de watersnood als volwassene meemaakten, zijn overleden. Rond 2003 begonnen opeens allerlei boekjes met persoonlijke verhalen te verschijnen. Verhalen van mensen die tijdens de Ramp nog jong waren. Misschien kunnen ze er zo goed over praten doordat het toch allemaal wat minder hard is aangekomen dan bij de oudere generatie.” Zelf was Slager 14 jaar, en hij ervoer de Ramp op het eiland Tholen als een avontuur.
Drie dijkgraven ontvangen uit zijn handen een exemplaar van zijn lijvige boek. Vanwege hun taak voor de toekomst. Daarover bestaat wel enige zorg: „Voor het huidige dijkversterkingsprogramma komen we vanaf 2012 meer dan een miljard euro tekort”, zegt J. Klepper uit Ouddorp.
Een Rotterdamse kunstenaar maakte een tekening voor het boek van koningin Juliana tijdens haar rondleiding door Oostdijk. Een groter exemplaar overhandigt hij aan het Watersnoodmuseum, dat dit jaar al bijna 60.000 bezoekers trok.
In zijn woning die half in de Oosterscheldedijk gebouwd is, schreef Slager –Eerste Kamerlid voor de SP– in ruim anderhalf jaar tijd zijn nieuwe standaardwerk. Eén ding stond vast, meldt hij in zijn woord vooraf: „Het zou anders moeten worden dan het boek dat ik eerder schreef: ”De ramp, een reconstructie.” Dit is dan ook geen boek geworden met nieuwe onthullingen over verwaarloosde dijken en falende autoriteiten. Dit boek streeft naar volledigheid. Niet alleen over de ramp van 1953, al krijgt die verreweg de meeste aandacht. In dit boek wordt voor het eerst ook het verhaal verteld van alle watersnoden die het rampgebied van 1953 eerder troffen. En dat zijn er vele.”
In het streven naar volledigheid deelde hij de geteisterde delta op in „54 rampgebiedjes.” „Van elk ervan wordt in dit boek verteld wat er zich afspeelde tijdens de rampnacht en daarna. Elk van die verhalen wordt gevolgd door foto’s die er –meestal later– werden gemaakt. Zo is voor het eerst het totale rampgebied in één boek in kaart gebracht. Naast de lokale en regionale rampgeschiedenissen zijn hoofdstukken opgenomen over belangrijke onderwerpen als de evacuatie, de hulpverlening, het herstel, de rol van de media en van het koningshuis.”
Watersnood / Kees Slager
uitg. De Buitenspelers, Rotterdam 2010
ISBN 978-90-71359-163, 672 pag., € 69, luxe uitvoering in bewaarcassette € 79.