Kerk als aardappel tussen de stenen
De kerk op West-Papoea, ook bekend als Irian Jaya, bevindt zich als tussen hamer en aambeeld. Ds. Hermann Saud, de preses van de ongeveer 700.000 leden tellende Evangelische Christelijke Kerk in Papoealand, gebruikt daarvoor het hem bekende beeld van de zoete aardappel tussen twee stenen.
De Indonesische overheid, het moslimfundamentalisme en de vragen in het hart van Papoea’s of ze hun vrijheid alleen met woorden of ook met daden moeten bevechten, staan symbool voor de stenen. De zoete aardappel is de kerk, die totaal klem zit.
Voor Saud zijn redding, heil en vrijheid christelijke sleutelwoorden. Hij manoeuvreert op het scherp van de snede tussen het politiek verstaan van redding en de geestelijke, spirituele kant ervan. Momenteel is hij enige tijd in Europa, onder meer om vergaderingen van de Wereldraad van Kerken in Genève bij te wonen.
West-Papoea is het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Het werd onder Indonesië de provincie Irian Jaya. In oktober 2001 ging Indonesië akkoord met een speciale autonomiestatus voor deze omstreden provincie.
Ds. Saud: „Moskee en leger hebben sindsdien een prominente plek gehouden. Indonesië past de verdeel- en heerstactiek toe: de op papier autonome provincie is in drieën gedeeld. Er zijn rechte grenslijnen getrokken, zoals koloniale machten die eerder in onder andere Afrika aanbrachten. Het leger zal de nieuw beoogde grenzen intensief gaan bewaken. Althans, als de plannen uit de koker van de militaire inlichtingendienst worden uitgevoerd.”
Het westelijk deel van West-Papoea is rijk aan gas en olie, het midden levert goud en koper op. Het derde deel, tegen de grens met Australisch Nieuw-Guinea, heet Papoea en heeft geen delfstoffen. Tegen die grens vestigen zich steeds meer vooral islamitische Javanen. De kerk, een krachtig blok, moet zich ook in drieën opsplitsen. Ondanks de autonomie blijven de beleidsterreinen godsdienstzaken -waarvoor een speciaal ministerie is- veiligheid en buitenlandse zaken in de sterke handen van Jakarta.”
Van de ruim anderhalf miljoen Papoea’s is bijna 80 procent christen. Meer dan een miljoen van hen behoren tot de breedte van het protestantisme. De kerk waarvan ds. Saud al vele jaren preses is, heeft voor haar bijna driekwart miljoen leden 526 voorgangers en 100 vicarissen die te zijner tijd bevestigd zullen worden als predikant. De kerk telt 36 classes, die met elkaar 1200 gemeenten vertegenwoordigen. Het aantal gemeenten neemt sterk toe.
„Het is nog steeds onrustig in Papoealand”, zegt ds. Saud. Naar schatting zijn er sinds 1962 bij onlusten rond de 100.000 Papoea’s omgekomen. Velen hebben gevangen gezeten. De kerk is een stabiele factor, maar wordt door de Indonesische overheid onder druk gezet om met haar mee te werken. Het kerkvolk heeft echter niet veel op met de Indonesische overheid en haar leger.
Ds. Saud vindt dat de christenen in deze zogenaamd autonome Indonesische provincie ook een geestelijke invulling moeten geven aan het diepe verlangen naar redding, heil en vrijheid.
Als synodepreses heeft ds. Saud regelmatig contact met de opperbevelhebber van de Indonesische troepen, een christen. Dat heeft geleid tot het gerucht dat hij gemene zaak zou maken met de ’bezetters’. De synodepreses pleit bij de machthebbers uit Jakarta voor de vele slachtoffers van de onlusten, maar die zijn bij hen niet echt in tel. „Ik verkeer hierdoor in een moeilijke positie”, aldus de preses.
Op vrijheid heeft hij een duidelijke visie. „Dat houdt in dat de cultuur gerespecteerd wordt, dat het onderwijs functioneert, dat de niet goed werkende gezondheidszorg beter gestalte krijgt en dat werkgelegenheid ook Papoea’s ten goede komt.”
De preses zegt het moeilijk te vinden om aan westerlingen uit te leggen hoe de situatie in zijn land is. „Hoe verklaar ik dat wij er als kerk in geslaagd zijn om de strijders voor een vrij Papoea ertoe te bewegen hun wapens neer te leggen, maar dat er toch onrust is en er soms gevochten wordt? Hoe leg ik uit dat het uiteindelijk allemaal een politiek spel is, waarbij het om geld draait?
Hoe leg ik uit dat in Indonesië vier gebieden zijn waar met de aanwezige bodemrijkdommen veel geld te verdienen is voor overheid én voor individuele ondernemers, die op hun beurt weer in regering, parlement of leger zitten? Het gaat om Aceh, Riau, Kalimantan en West-Papoea. Er zijn mensen die daaraan veel geld verdienen.”
De preses heeft nog een probleem. „De meeste van onze mensen zijn voor een vreedzame oplossing. Zij zien echter dat de radicale moslims, bekend als de Laskar Jihad, vrij baan krijgen. Als ik het probleem voorleg aan de autoriteiten, zeggen die dat radicaal optreden van christenen reacties van moslims uitlokt.
Daar sta je dan. Iedereen weet dat onze vrijheidsstrijders de wapens neerlegden. In een Indonesische krant verklaarde een generaal dat hij geen raad wist met de vreedzame aanpak van de Papoea’s. Boze tongen beweren nu dat het leger enerzijds bescherming biedt, maar anderzijds de huptroepen, de zogeheten TBO’ers, traint.
Die troepen bestaan uit slechts enkele goed betaalde Papoea’s. Deze mensen veroorzaken rellen. En die rellen rechtvaardigen dan weer het optreden én de aanwezigheid van Indonesische troepen. Zodoende blijft alles instabiel en blijft Jakarta in het zadel. Maar wij als christenen laten ons niet provoceren.”
Het Indonesische leger straalt bij monde van soms christelijke officieren naar buiten toe vreedzaamheid uit. „De huidige opperbevelhebber over Ambon en West-Papoea verdiende echter zijn sporen tijdens de opstand op Oost-Timor. Dat moet genoeg zeggen”, aldus de preses.
Met lede ogen zien de Papoea’s aan dat steeds meer islamitische immigranten de toon zetten in hun land. „Er zijn ondertussen vrijwel evenveel Javanen als Papoea’s. Als voorbeeld van de tactiek van Jakarta gaat in Papoea het -niet weerlegde- verhaal rond dat 350 inwoners van het westelijk deel van West-Papoea, de zogenaamde Vogelkop, een ticket kregen van de BIN, de militaire inlichtingendienst. Die mensen gingen in Jakarta vragen om een eigen deelprovincie. Dat speelde de Indonesiërs ongelooflijk in de kaart.”
De voorzitter van de synode, die vooral ook wijst op de geestelijke taak van de kerk, heeft nog wel een kerkpolitieke hint: „Laten Nederlanders en andere Europeanen de huidige Indonesische regering vooralsnog niet steunen. Het is namelijk onduidelijk wie het er nu voor het zeggen heeft: de president, het leger, de militaire inlichtingendienst of het parlement. Misschien scheppen de verkiezingen van 2004 meer duidelijkheid.
Als men vechten wil tegen het terrorisme moet men goed onderscheiden wie nu eigenlijk de terroristen zijn. Ook dat is een kwestie van recht en gerechtigheid. Waar blijft de roep om recht en gerechtigheid vanuit het Westen voor ons Papoealand?”
De geestelijk leider van ongeveer driekwart miljoen Papoea’s gaat terug naar zijn eenvoudige noodwoning in de hoofdstad van West-Papoea. Als leider van een kerk tussen wal en schip, als preses tussen hamer en aambeeld.