Groen & duurzaamheid

Schuwe panda in China beter beschermd

De reuzenpanda komt in het wild bijna niet meer voor. China poogt met twintig reservaten in het Qinlinggebergte uitsterven te voorkomen. Krijgt de zwart-witte bamboebeer daar eindelijk rust?

Annelijn Steenbruggen
5 November 2010 16:44Gewijzigd op 14 November 2020 12:25
De reuzenpanda komt bijna niet meer in het wild voor. Foto Annelijn Steenbruggen
De reuzenpanda komt bijna niet meer in het wild voor. Foto Annelijn Steenbruggen

Zhao Jinna van de Chinese afdeling van het Wereld Natuur Fonds (WNF) heeft een hippe handtas met een panda erop. Gadgets met reuzenpanda’s zijn heel populair in China. Ze staan afgebeeld op kleding, sleutelhangers en zelfs sigaretten­pakjes. In het wild komt de bamboebeer echter bijna nergens meer voor.

Volgens de laatste telling –van 1999 tot 2003– leven er nog maar 1600 volwassen panda’s in de vrije natuur. Daarvan zitten er 273 in het Qinling­gebergte in de provincie Shaanxi, waar Jinna en haar collega’s samen met rangers van de twintig lokale natuur­reservaten werkt aan duurzame bescherming van het pandaleefgebied.

Het Qinlinggebergte in China ziet er ’s ochtends uit als een aquarel in grijstinten. De boomtoppen en bergkammen verliezen hun vorm in de mist, die uit dalen omhoogtrekt.

Onder de stilte van de mist­deken ligt een kleurrijke planten- en dierenwereld verstopt. In het bos van coniferen, loofbomen en bamboestruiken leeft een enorme diversiteit aan dieren en planten. Behalve de reuzenpanda hebben ook rode panda’s, takins, goudkleurige stompneusapen en allerlei vogel- en plantensoorten er hun thuishaven.

Deze hotspot aan biodiversiteit is de afgelopen honderd jaar sterk achteruitgegaan door stropers, houtkap, aanleg van wegen, oogst van medicinale planten, landbouw en massatoerisme. Met name de reuzenpanda –die van rust en bamboe houdt– heeft eronder te lijden gehad.

De Chinese overheid heeft rigoureuze maatregelen getroffen om de nationale icoon te beschermen. Zo is er in 1998 een verbod op houtkap ingevoerd, terwijl houthakkers­bedrijven zijn omgevormd tot natuurreservaten. Het is nu streng verboden om te stropen of wilde planten te oogsten.

Het Wereld Natuur Fonds onder­steunt de dorpelingen in het Qinlinggebergte bij het ontwikkelen van nieuwe inkomstenbronnen „in harmonie tussen mens en natuur”, aldus Jinna. „Natuurbescherming heeft alleen effect als de families die al generaties in het gebied wonen zich economisch kunnen handhaven.”

Een van hen is voormalig houthakker Li Dong Cheng. Zijn leven is drastisch ver­anderd sinds de oprichting van Guanyinshan Natural Reserve, zo’n tien jaar geleden. Hij verbreekt de ochtendstilte niet langer met een jankende kettingzaag, maar heeft nu zoemende bijen in vijftig bijenkasten.

De bijen zijn de enige die het natuurreservaat mogen binnengaan. Zelfs voor Li is de toegang verboden. Als hij deze regel respecteert, kan hij rekenen op steun van het WNF en de rangers van het natuurreservaat. Er prijkt dan ook een mooi affiche van de zwart-witte beer naast zijn voordeur.

Li heeft van de rangers een training gekregen om op 
een efficiënte manier bijen 
te houden. Zo verving hij uitgeholde boomstammen door houten boxen. Li: „Per box heb ik 20 kilo honing, twee keer zo veel als vroeger.”

Daarnaast hebben de berg­dorpelingen geleerd houtovens te bouwen die 60 procent minder hout verbruiken. Ook kregen ze het advies om medicinale planten en bessen die ze vroeger in het bos oogstten, nu zelf te telen.

Er is nog een lange weg te gaan voor het leefgebied van de panda’s helemaal is hersteld. Jinna: „De 273 panda’s leven in zeven subgroepen versnipperd over de twintig natuurreservaten. Met steun van Nederland hebben we al een verbinding gemaakt tussen twee leefgebieden. Er zijn er nog meer nodig om inteelt te voorkomen.”

Door de jarenlange houtkap 
is ook de hoeveelheid bamboe afgenomen. De rangers proberen het oorspronkelijke bos te herstellen door bamboe­struiken aan te planten.

Jinna ziet de toekomst van de panda’s in het Qinlinggebergte rooskleurig in. De wil om de panda en zijn leefgebied te beschermen is er niet alleen bij dorpelingen die er baat bij hebben, maar ook op basis­scholen, waar kinderen met enthousiasme natuurlessen volgen.

De ontwikkeling van ecotoerisme is de volgende stap van het WNF. Jinna: „Mensen moeten op een duurzame manier van de natuur kunnen genieten. Daarom hebben we families geholpen bij het opzetten van kleine hotels en restaurants om toeristen te ontvangen. De kans dat gasten een panda in het wild tegenkomen, is echter niet zo groot. Panda’s houden van rust en gaan een ontmoeting met mensen zo veel mogelijk uit de weg.”

www.cqpanda.com


Jaar van de Biodiversiteit

Het internationaal Jaar van de Biodiversiteit is bijna voorbij. Voor het eerst hebben de Verenige Naties een heel jaar gewijd aan het behoud van de rijkdom van dieren en planten op aarde.

Het vlaggenschip van de bedreigde soorten is wel de panda, de zwart-witte bamboebeer die alleen nog in China leeft. China spant zich sterk in om de reuzenpanda te redden. Het Wereld Natuur Fonds en natuurreservaten werken nauw samen om de laatste restjes leefgebied te herstellen, zoals in het Qinlinggebergte in de Chinese provincie Shaanxi.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer