Dat blijkt uit een rapport van de Verenigde Naties dat gisteren verscheen. Nederland bekleedt de zevende positie op de Human Development Index die werd vrijgegeven. België staat op plaats 18.

In totaal werden 169 landen onderzocht. Noorwegen bezet de eerste plaats op de lijst, vóór Australië en Nieuw-Zeeland. Zimbabwe bekleedt de laatste positie. Nederland staat met een zevende plek in de top tien, achter de Verenigde Staten, die op plaats 4 staan. België eindigde op plaats 18, Duitsland op 10, Frankrijk op 14 en Griekenland op plaats 22, boven Luxemburg (24) en Groot-Brittannië (26). Suriname staat 94e.

In Azië ging de vooruitgang het snelst in termen van menselijke ontwikkeling. China en Indonesië gaan daarbij aan kop. Een aantal Arabische landen, waaronder Oman, en veel Latijns-Amerikaanse landen hebben eveneens een behoorlijke vooruitgang geboekt.

In het rapport, dat jaarlijks wordt uitgebracht, schrijft het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) dat dergelijke grote stappen in de ontwikkeling vaak onopgemerkt blijven, omdat ontwikkeling van oudsher wordt gemeten aan de hand van inkomen. Deze studie nam echter ook de ontwikkeling in onderwijs en gezondheid mee. „Groei alleen leidt niet altijd tot menselijke ontwikkeling”, aldus Jeni Klugman, de belangrijkste auteur van het rapport.

Veel landen in Afrika beneden de Sahara en voormalige lidstaten van de Sovjet-Unie lopen achter wat betreft ontwikkeling. De oorzaak moet worden gezocht in de gevolgen van aids, oorlogen en economische crises.

De levensverwachting is in landen zoals Wit-Rusland, Oekraïne en Rusland de afgelopen veertig jaar zelfs teruggelopen. Congo, Zambia en Zimbabwe scoorden volgens het rapport lager op de index dan in 1970.