Kerk & religie

De stoelendans rond prof. Ter Schegget

HILVERSUM – Zesmaal werd hij gepasseerd voor een hoogleraarsbenoeming. De marxistisch georiënteerde hervormde theoloog dr. G. H. ter Schegget (1927-2001) zorgde voor veel ophef in de kerk. Toen hij eindelijk in Leiden werd benoemd, viel het de Gereformeerde Bonders toch niet tegen. Hij was klassieker dan zij dachten, al bleef hij een ‘rooie dominee’.

Klaas van der Zwaag
4 November 2010 10:07Gewijzigd op 14 November 2020 12:23
HILVERSUM – Prof. Ter Schegget (m.) na de promotie van Herman Noordegraaf in 1994. Links van hem prof. dr. H. E. S. Woldring. Foto uitg. Verloren
HILVERSUM – Prof. Ter Schegget (m.) na de promotie van Herman Noordegraaf in 1994. Links van hem prof. dr. H. E. S. Woldring. Foto uitg. Verloren

Bert ter Schegget groeide op in de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband, een kerkverband ontstaan na de schorsing van dr. J. G. Geelkerken vanwege diens niet-letterlijke interpretatie van het paradijsverhaal (1926). Kerkgang werd in zijn ouderlijk huis in Amsterdam aan ieder vrijgelaten.

Misschien was het geheel in zijn stijl dat de presentatie van een lijvige biografie over hem zondag plaatsvond in de Rode Hoed te Amsterdam. Veel leden van de gereformeerde gezindte waren dan ook niet aanwezig bij de presentatie van het boek ”Vloeken en bidden om een nieuwe aarde. De dagen van Bert ter Schegget” (uitg. Verloren, Hilversum), geschreven door dr. E. D. J. de Jongh.

Ter Schegget werd predikant in Vreeland en Curaçao. Bezoeken aan Venezuela en de confrontatie met de armoede daar brachten hem meer en meer in de richting van een marxistische maatschappijanalyse en tot een pleidooi voor revolutionaire veranderingen.

Hij werd predikant in Berlijn en Varese (Italië), daarna docent ethiek en filosofie aan de sociale academie De Horst te Driebergen, de opleidingsacademie van de stichting Kerk en Wereld. Dit instituut was een product van de zogenaamde Doorbraak, waarbij in 1945 een aantal toonaangevende hervormde theologen zich openlijk uitsprak voor de sociaaldemocratie.

Marx

Ter Schegget wilde de theologie en de inzichten van Marx met elkaar in gesprek brengen. In zijn proefschrift ”Het beroep op de stad der toekomst. Praktisch-dogmatische studie van de revolutie” (1970) stelde hij dat er geen geloof in God mogelijk is zonder protest tegen de grondstructuren van deze wereld, zoals er omgekeerd geen revolutie mogelijk is zonder geloof in God. De kerk moest een partijganger der armen zijn en politiek kleur bekennen.

Ruim tien jaar duurde het voordat het Ter Schegget het door hem begeerde hoogleraarschap kon verkrijgen. Zesmaal werd hij gepasseerd aan universiteiten in Groningen, Amsterdam en Utrecht. De Jongh beschrijft uitvoerig hoe vriend en vijand zich hierover opwonden en alle mogelijke kerkelijke leiders en theologen zich roerden. „Al bleef het onduidelijk of de bezwaren tegen Ter Schegget van persoonlijke, kerkelijke, wetenschappelijke of politieke aard waren, het establishment van de kerk wilde hem niet. Het licht bleef op róód staan. Algemeen was de indruk dat hij te links was”, aldus De Jongh.

Uiteindelijk slaagde de progressieve hervormde preses ds. C. B. Roos erin om Ter Schegget op een voordracht op de synode te krijgen, wat voorheen niet gelukt was. Het ging om de post van kerkelijk hoogleraar theologische ethiek in Leiden.

Verrassend en ongebruikelijk was het echter toen ineens een tweede kandidaat, dr. A. A. Spijkerboer, toegevoegd werd. Spijkerboer werd nipt met één stem verschil gekozen. Spijkerboer bedankte echter voor de ‘eer’, waardoor de zaak terug was bij af.

Op de synodevergadering van 20 november 1981 lukte het Ter Schegget uiteindelijk wel. Synodelid W. Balke deed nog een pleidooi om de kandidatuur van dr. S. Meijers –lid van de Gereformeerde Bond– in te brengen. Ondanks dit „tegenoffensief” kreeg Ter Schegget 29 van de 54 stemmen. „Het kerkelijk theater werd gesloten”, schrijft De Jongh.

Leidse studenten vanuit de Gereformeerde Bond voerden, samen met de Confessionele Vereniging, al voor de synodevergadering actie tegen de „notoir marxistische theoloog.” Toen de Gereformeerde Bondsstudenten het eerste college bijwoonden, vroegen zij zich echter volgens De Jongh al snel af of dit een docent was om bang voor te zijn. Hij vertelde een „nogal klassiek” verhaal, waarop de meesten niet gerekend hadden: over de geloofsbelijdenis van Nicea. „Na de eerste reeks colleges waren de gevoelens van twijfel bij de meesten verdwenen”, zo verwoordt De Jongh.

Als kerkelijk hoogleraar ethiek was Ter Schegget ook adviseur van de hervormde synode en zocht hij al spoedig contact met de Gereformeerde Bond. Al was hij in hun ogen een vrijzinnig theoloog (hij beschouwde de Bijbel als een niet letterlijk te lezen verhaal), de Gereformeerde Bond zocht het gesprek met hem „dwars door de kerk heen.”

Verrast was die kring ook over zijn oratie ”Het gebed als het hart van de ethiek”. Gebed en Marx? Ter Schegget raakte steeds meer gedesillusioneerd over de marxistische experimenten wereldwijd. De Koude Oorlog had volgens De Jongh een streep gehaald door zijn gewenste theologie van de bevrijding. „Ter Schegget onderschreef het verlangen dat het marxisme kent, maar heeft er nooit een ideologische verbinding mee gehad.”

Ter Schegget bleef hopen op de „stad van de toekomst”, een plaats waar op menselijke, maatschappelijke wijze naar vrede en gerechtigheid gestreefd zou worden. Dat was voor hem doel en zin van de geschiedenis. De kerk moest geen volkskerk zijn, bang als hij was voor een monsterverbond tussen kerk en macht. Als er maar voldoende kleine groepen overbleven die de droom van de humaniteit levend hielden.

De Leidse hoogleraar zag om zich heen de harde werkelijkheid. Hij voerde tijdens een debat in Amsterdam een pleidooi voor de zinsnede in de Heidelberger Catechismus dat de mens geneigd is tot alle kwaad en onbekwaam tot enig goed. De aanvallen van 11 september 2001 in New York maakte hij nog vlak voor zijn dood mee. Daarna pleitte hij voor een grondig gesprek met de islam, met name over de verstrengeling van politiek en religie. In de vroege ochtend van 9 november 2001 stierf Ter Schegget, 74 jaar oud. Vanuit de Thomaskerk in Amsterdam werd hij op 14 november op Zorgvlied begraven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer