Dat blijkt uit het rapport ”Armoede in Nederland 2010”, dat vanmorgen door Kerk in Actie openbaar is gemaakt. Het rapport, dat morgen in Utrecht wordt gepresenteerd, doet verslag van het vijfde oecumenische onderzoek naar materiële hulpverlening door diaconieën, parochiële caritasinstellingen en andere kerkelijke organisaties in Nederland. Eerdere onderzoeken vonden plaats in 2002, 2005, 2006 en 2008.

Uit het rapport blijkt dat het aantal aanvragen en toekenningen fors is gestegen. Bij diaconieën van de Protestantse Kerk verdubbelde het aantal individuele aanvragen (van 7263 in 2007 naar 15.852 vorig jaar). De Rooms-Katholieke Kerk zag het aantal individuele aanvragen stijgen met 20 procent (van 9809 in 2007 naar 11.911 vorig jaar).

De hulpverlening wordt op verschillende manieren vormgegeven. Bij individuele hulpverlening is de meest voorkomende manier het doen van een financiële gift (86 procent). Een andere veel voorkomende manier is hulp in natura (58 procent). Meer dan de helft (53 procent) van de respondenten geeft aan dat hij financiële hulp verleent door middel van leningen. Ook het mogelijk maken van een vakantie komt relatief vaak voor (43 procent).

Van de groepen met de meeste problemen staan alleenstaande ouders met jonge kinderen bovenaan (52 procent), gevolgd door mensen zonder betaald werk (48 procent), ouderen (36 procent) en asielzoekers (35 procent). Dan komen mensen met een chronische ziekte of handicap (26 procent) en gezinnen waarin slechts één persoon betaald werk verricht (18 procent).

Problemen waar diaconieën het meest op stuiten zijn schulden (40 procent), langdurig een laag inkomen (38 procent) en onbekendheid met regelgeving (20 procent).

Ruim de helft van de respondenten is betrokken bij kerstpakkettenacties, en ruim een kwart geeft steun aan inloophuizen. Het totaalbedrag aan kerkelijke hulpverlening is bijna 30 miljoen euro. „Kerken in Nederland zorgen voor een groot sociaal vangnet”, schrijven de opstellers.

„Het maatschappelijk rendement van dit vangnet ligt nog aanzienlijk hoger, omdat diaconale organisaties ook immateriële ondersteuning geven aan mensen in een kwetsbare financiële positie. Eerdere onderzoeken naar het maatschappelijk rendement van kerkelijke activiteiten laten zien dat deze vele miljoenen waard zijn.”

In totaal zijn 4183 diaconale organisaties benaderd om mee te doen. De respons was 28,5 procent. Van de respondenten wordt de grootste groep vertegenwoordigd door de Protestantse Kerk in Nederland (53 procent) en de Rooms-Katholieke Kerk (29 procent), gevolgd door overige kerkgenootschappen (18 procent).