Dat zegt Leen van der Maas, algemeen secretaris van het deputaatschap bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten. De aardbeving in Haïti, de overstromingen in Pakistan, de vulkaanuitbarsting in IJsland die het vliegverkeer in z’n greep hield, zijn voor hem tekenen dat het einde der tijden nabij is.

De rampen wereldwijd stempelen zijn dankdag. „In vergelijking met andere delen van de wereld hebben wij het goed. De financiële crisis in ons land valt in het niet bij wat Haïtianen en Pakistanen moeten meemaken. Ons past verootmoediging.”

Voor zijn werk is Van der Maas regelmatig in gebieden waar mensen in moeilijke omstandigheden leven. Zoals in Moldavië, waaraan hij twee weken geleden een bezoek bracht. Hij ontmoette er een man die aan een spastische ziekte leed en al zestien jaar op bed ligt. De dakplaten van zijn huis waren lek, de kachel was kapot. Het eerste wat hij tegen de deputaten zei, was: „Ik heb het zo koud” en „Mag ik gedoopt worden?”

Van der Maas: „Op dankdag denk ik aan zulke ontmoetingen terug. Ik vraag me af hoe het mogelijk is dat mensen 
het volhouden in zulke armoedige omstandigheden.”

In maart bezocht Van der Maas het door een zware aardbeving getroffen Haïti. Hij zag er volgepakte opvangkampen, duizenden verwoeste huizen en ontzettend veel puin. De situatie is er momenteel nog niet veel beter. In de tentenkampen is cholera uitgebroken, een infectieziekte die wordt overgebracht via besmet water en slechte hygiëne. Al bijna 300 mensen zijn aan de ziekte overleden.

Emotieloos

De bevolking draagt de situatie gelaten, bijna emotieloos, vertelt de algemeen secretaris. „Ik sprak een vrouw die tijdens de aardbeving met haar elfjarige dochter hun huis uitvluchtte. Het meisje kreeg een balk op haar hoofd en overleed. De moeder vertelde er zo rustig over, alsof ze nog in shock verkeerde. Sowieso heb ik weinig zichtbaar verdriet gezien bij de Haïtianen. Het lijkt wel alsof ze het allemaal nog niet kunnen bevatten.”

De meeste Haïtianen hebben het gewone leven inmiddels opgepakt. Bij kraampjes op straat wordt weer volop handel gedreven. Van der Maas: „Alsof er niets is gebeurd. Voor die veerkracht heb ik grote bewondering. Wat dat betreft ben ik ervan overtuigd dat wij in Nederland het er slechter van af zullen brengen als ons zo’n ramp treft. Wij zijn al van slag als de elektriciteit even uitvalt.”