Onvermogen
U heeft mij toch geleerd het totale geestelijk onvermogen van de mens? Hoe kan een mens dan werken? Och geliefden, geeft toch geen plaats aan dit soort bedrog. U wilt scheiden wat God heeft samengevoegd, namelijk het gebruik van de middelen en het gevoel van eigen onmacht. Indien Gods Geest door genade in uw ziel werkt, zult u achter uw totale onvermogen komen. Toch zult u in uw onvermogen u zetten op het werkzaam gebruik van de middelen. U zult het doen alsof u alles moet doen! En u zult het beschouwen alsof u niets gedaan heb. Doe wat u kunt! Mogelijk doet God voor u wat u zelf niet kunt.„Verstaat gij ook hetgeen gij leest?” zei Filippus tot de Moorman. „Hoe kan ik”, zei hij, „zo mij niet iemand onderricht?” (Handelingen 8:30). De Moorman kon de Schrift niet verstaan, maar hij kon die wel lezen. Hij deed dus wat hij kon: hij las. En de Heere zond een uitlegger.
Het volk van Israël kon zijn weg door de Rode zee niet lopen. „Laat ze voorttrekken”, zei de Heere. Hoewel ze de zee niet in droog land konden veranderen, konden ze wel lopen tot op de oever. Zo deden zij. En terwijl ze deden wat ze konden, deed God voor hen wat ze niet konden.
O, geliefden, waarom overlegt u niet zoals die vier melaatsen deden voor de poorten van Samaria (2 Koningen 7): Als wij stilzitten, als we dus niet doen wat wij kunnen doen, dan sterven we. Laten wij dan maar in de handen van de Syriërs vallen, wie weet, kunnen wij dan leven.
Thomas Boston, predikant te Ettrick (Schotland) (Viervoudige staat, 1742)