Islamnota PKN: „Wezenlijk verschil islam en kerk”
UTRECHT – Wie de islam en het christendom beide als heilswegen bestempelt, vergeet „dat God ten diepste alleen door Christus ten volle wordt gekwalificeerd.”
Dat staat te lezen in de dinsdag door de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) uitgebrachte nota ”Integriteit en Respect”. De zogenoemde islamnota, geschreven door prof. dr. B. J. G. Reitsma, bijzonder hoogleraar kerk in de context van de islam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, wordt in november door de generale synode van de PKN besproken. De nota is bedoeld als een theologische, protestantse visie op de islam, waarin aanbevelingen worden gedaan voor het toekomstige beleid van de PKN.
Volgens de nota daagt „de totale overgave van talrijke moslims in de vormgeving van hun geloof” de kerk uit op de diepte van haar verworteling in het Evangelie van Jezus Christus. „Bij een poging de islam te verstaan zal de kerk zich moeten bewegen in het spanningsveld tussen integriteit en respect”, aldus het rapport. „Enerzijds kan de kerk haar integriteit als gemeenschap van Jezus Christus niet opgeven, anderzijds zal zij ernaar moeten streven anderen die Christus niet volgen als schepselen van God te respecteren en vanuit de liefde van Christus met hen te blijven werken aan de vrede voor de maatschappij.”
Uitgangspunt bij de contacten tussen christenen en moslims is volgens de nota de onopgeefbare belijdenis van de kerk dat Jezus zowel Kurios (Heere) als Verlosser is. Daarmee wijst de nota het zogenaamde pluralisme, dat stelt dat Christus slechts een van de wegen is tot verlossing, af. „Het pluralistische model doet onvoldoende recht aan de beslissende verschillen tussen de religies en aan de kritische eigenheid van Jezus als Kurios.”
Het exclusivisme –er is geen verlossing buiten Jezus Christus en Zijn historische werk van verzoening door kruis en opstanding– kan, aldus het rapport, anderzijds weer leiden tot intolerantie. „Hoe we de posities ook precies beschrijven of waarderen, de kerk zoekt naar de balans tussen enerzijds het vasthouden aan de belijdenis dat Jezus Christus op unieke wijze Heer en Verlosser is en aan de andere kant de erkenning dat ook andere religies als de islam niet buiten Gods aanwezigheid en soevereiniteit kunnen vallen.”
Wie stelt dat de islam en het christendom beide als heilswegen bestempeld kunnen worden „vergeet (…) dat God ten diepste alleen door Christus ten volle wordt gekwalificeerd. Elke religie die deze God niet tot het centrum van haar wezen maakt, kent ook een element van verzet, een zich afkeren van de Ene.”
De nota noemt een aantal impliciete of expliciete breekpunten tussen islam en christendom. Zo is Jezus volgens de Koran niet de volle openbaring van God, niet gekruisigd en heeft Zijn werk niet de volkomen verlossing gebracht. „De afwijzing van Christus als Heer en Verlosser is geen detail of bijzaak, het raakt de kern van de openbaring van God en de identiteit van God zelf.” Ook het feit dat de islam benadrukt dat God geen Zoon heeft, is een breekpunt tussen kerk en islam. Dat de islam het kruis en de opstanding van Christus ontkent, „raakt het hart van de verlossingsleer van de kerk.”
Het toekomstige beleid van de Protestantse Kerk wordt in de nota beschreven onder de trefwoorden ”Liefde en dienstbetoon”, ”Getuigenis”, ”Gebed” en ”Samenwerking op maatschappelijk vlak”. Hoewel de PKN de islamitische gebedstraditie erkent en waardeert, onderscheidt „het gebed tot de drie-enige God en in de naam van Christus het gebed van de kerk wezenlijk van dat van de moskee.” De kerk doet wel voorbede voor moslims, maar kan volgens de nota ”Integriteit en Respect” niet samen met moslims bidden in interreligieuze vieringen.