Commentaar: Uitspraak Corstens doet commotie rond Wilders geen goed
PVV-leider Wilders vindt het vooralsnog onbesliste proces tegen hem een circus en een enorm grote puinhoop. Hij zei dat vrijdag, nadat de drie rechters die de zittingen leidden op last van de wrakingskamer van de zaak werden gehaald. Al eerder sloeg hij van zich af door het onbegrip in zijn achterban over zijn vervolging publiekelijk uit te venten. Bijvoorbeeld door te zeggen dat miljoenen mensen, mocht hij worden veroordeeld, terecht geen vertrouwen meer hebben in de rechterlijke macht.
Gisteren liet president Corstens van de Hoge Raad weten zulke uitlatingen maar zozo te vinden. Wilders ondermijnt de rechtsstaat en speelt op een foutieve manier in op gevoelens bij het publiek, zei hij gisteren in het tv-programma Buitenhof. Staatsrechtelijk gezien heeft Corstens het gelijk aan zijn zijde. Als Wilders vindt dat politici onbeperkt religies mogen bekritiseren, moet hij een initiatiefwet maken die de straffeloosheid daarvan regelt en naar een politieke meerderheid voor zo’n voorstel zoeken. Dat is zuiverder dan als verdachte in een lopende strafzaak het zoveelste retorische hoogstandje weg te geven, voor het oog van de camera’s.
Toch is daarmee nog niet gezegd dat Corstens de wijsheid betrachtte die van een man van zijn kaliber mag worden verwacht. Politici als Wilders plaatsen hun verbale aanvallen en onberekenbare zetten nooit zonder reden. Deze dienen een doel: ze zetten de schijnwerper op de zwakke plekken van partijen die hij als zijn opponenten of concurrenten beschouwt.
Door tijdens de formatie een tijdelijke pauze af te dwingen, rees de toch al bestaande crisis binnen het CDA tot koortsachtige hoogten. Door zijn bezwaren weer te laten vallen, terwijl de consultatieronde van politieke partijen nog volop gaande was, tartte Wilders het gezag van informateur Tjeenk Willink en impliciet dat van de koningin. Daarmee voedde hij de al langer bestaande twijfels die er in brede kringen over respectievelijk de bestuurskracht van het CDA, de regie van een informateur en de politieke invloed van de vorstin leefden. Nadat het CDA de dissidenten in de fractie voor ieder zichtbaar onder druk zette en Tjeenk Willink, in een krampachtige poging de regie te behouden, uitgleed met de waarschuwing dat Rutte zich niet nóg een mislukking van centrumrechts kon veroorloven, namen deze twijfels eerder toe dan af.
Het lijdt geen twijfel dat Wilders met zijn aanval op de rechterlijke macht wilde onderstrepen wat er in zijn zaak allemaal misging. Dat was heel wat en het recht om dat te benadrukken, kan hem als verdachte onmogelijk worden ontzegd. Viel de rechterlijke kritiek op zijn zwijgen qua formulering nog in de categorie ”ongelukkig”, het besluit om getuige-deskundige Jansen niet ter plekke te horen, moet als regelrechte blunder worden beschouwd.
Door Wilders zo te kapittelen als Corstens deed, passeren alle uitglijders die de rechtbank in zijn zaak maakte, nu opnieuw de revue. Corstens had dat moeten voorzien. Hij had er beter aan gedaan Wilders wat tegemoet te komen. Bijvoorbeeld door te betogen dat de rechter beslist én te beloven dat er in de herkansing geen pijnlijke uitglijders meer worden gemaakt.