Opinie

Wat is de prijs van solidariteit?

Houdt solidariteit op bij economische haalbaarheid? Het is een van de vragen die Jaap van der Meij

1 May 2003 11:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:17

stelt met betrekking tot solidariteit en identiteit in de christelijke zorgverlening. Solidariteit, identiteit - in de christelijke zorgverlening wordt heel wat afgeworsteld met het invullen van die begrippen. Is een dagopening voldoende om een instelling als christelijk te betitelen? En hoe solidair is een zorgverzekeraar die een chronisch zieke afwijst? Of ligt de vraag bij de samenleving zelf: houdt solidariteit op bij economische haalbaarheid?

We leven in een discussiecultuur. Daardoor kunnen we oeverloos over identiteit praten zonder dat er werkelijk iets gebeurt. Maar wie eenmaal een bezoek brengt aan de krottenwijken in Oost-Afrika of elders -zoals ik heb gedaan-, wordt ontegenzeggelijk geraakt. Dan is er geen discussie meer, dan wil je daar iets mee doen. Identiteit hangt dan ook samen met hoe je de ander benadert en respecteert, hoe je in het leven staat. Of je bewogen bent, of je beseft dat er zaken moeten gebeuren.

Maar zoals gezegd: er gebeurt niets. Althans, er wordt te weinig gedaan. Instellingen en organisaties zoeken en masse naar manieren om hun identiteit in te vullen. Terwijl de sleutel in feite dichterbij ligt dan vaak wordt gedacht. Het is de persoon die het doet

Meer dan regeltjes
Wat de zorgverzekeraar betreft zou als eerste concreet aandachtspunt kunnen gelden dat mensen niet met een kluitje in het riet worden gestuurd. Eerlijke antwoorden zijn geboden en er moet niet meteen op regeltjes worden teruggegrepen. Maar hoe kan een zorgverzekeraar zich solidair noemen als mensen worden afgewezen omdat ze een te groot risico vormen? Daar zit inderdaad een groot probleem. Hoe kunnen we solidair zijn met elkáár, want er ligt een gezamenlijke vraag.

Vormen hogere premies het antwoord? Moet er acceptatieplicht zijn voor iedereen? Dat is vooralsnog een zoektocht. Vraag is of we met elkaar die weg op willen. We zitten nu in de tegenovergestelde richting en kijken allemaal naar economische haalbaarheid. De consument is altijd op zoek naar het goedkoopste, zo wordt in alle onderzoeken bevestigd - en we doen er allemaal aan mee.

Het blijft een feit dat degene die veel zorg nodig heeft, veel duurder uit is dan de ander. Zieken en 65-plussers betalen fors meer dan jonge, gezonde mensen, die gelokt worden met lagere premies. Het eigen risico wordt vaak oneigenlijk gebruikt. In plaats dat het een extra stimulans vormt om verantwoord met kosten om te gaan, wordt het gebruikt om zo goedkoop mogelijk het risico af te dekken. Verzekeren is daarmee niet meer gelijk aan het bijdragen voor de ander.

Aannamebeleid
Binnen christelijke zorginstellingen wordt het begrip identiteit vaak ingevuld met bijvoorbeeld een dagopening, ruimte voor gebed, een avondsluiting. Maar is dit niet uitsluitend een kwestie van vormgeving? Zijn het niet eerder de mensen die het gezicht vormen?

Uiteraard vallen binnen die groep mensen verschillende verantwoordelijkheden te onderkennen. Het zal duidelijk zijn dat het vraagstuk van identiteit minder een rol speelt bij wie in de keuken werkt dan bij de mensen die direct om het bed heen staan. Zien we een patiënt als een nummer, waaraan niet meer dan de strikt noodzakelijke tijd kan worden besteed, of gaan we op een andere manier met mensen om? Het feit dat verpleegkundigen zich nu gemangeld voelen door tijdsdruk, geeft aan dat je daar vanuit de identiteitsgedachte iets aan moet doen.

Dit is een probleem dat in feite voor de zorgsector als geheel geldt. De vraag doemt dan ook op: is er in dat kader nog verschil tussen christelijke en niet-christelijke verpleegkundigen?

Uiteindelijk heeft dit alles te maken met het aannamebeleid. Een instelling werkt vanuit een christelijke identiteit, er staat een C voor. Dat is je fundament. Als de keuze voor dat fundament duidelijk gemaakt is, betekent dat ook dat er iets van je mag worden verlangd. Personeel moet de identiteit minimaal respecteren, maar er mogen ook verwachtingen zijn ten aanzien van de houding tegenover de medemens. Daarbij zal overigens ook de levensbeschouwing van de patiënt in ogenschouw moeten worden genomen. Gezien de waarde van deze communicatie voor de identiteit van de instelling, verdient dit aspect extra aandacht binnen opleidingstrajecten.

Gezamenlijk
Een gezamenlijke aanpak door zorgverzekeraars, zorgaanbieders en zorgvragers lijkt de aangewezen weg. Iedere betrokken partij zal moeten worden aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid. Zoals de zorgaanbieder dient te zorgen voor meer efficiency, zo dient de verzekeraar erop toe te zien dat die efficiency er komt. En zullen consumenten enerzijds ook bewust dienen om te gaan met hun zorgvraag en anderzijds bereid moeten zijn in gezamenlijkheid offers te brengen.

De auteur is directeur van DVZ Zorgverzekeringen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer