Opinie

Gezondheidszorg niet alleen kostenpost

Gezondheidszorg kost niet alleen geld, maar levert ook veel op, betogen Johan Polder, Nikkie Post, Laurens Zwakhals en Fons van der Lucht. De vraag is niet: Wat kunnen we bezuinigen? maar: Wat hebben we ervoor over?

25 October 2010 10:13Gewijzigd op 14 November 2020 12:16
Foto ANP
Foto ANP

In discussies over de gezondheidszorg gaat het bijna uitsluitend over de kostenkant. Blijven de uitgaven ongeremd stijgen? Bezuinigt het kabinet nu wel of niet op zorg? Wat kunnen we van marktwerking verwachten: hogere kwaliteit tegen lagere kosten, of lagere kwaliteit tegen hogere kosten? Opvallend weinig gaat het over de opbrengsten van de zorg, of over de (economische) waarde van gezondheid.

De tijd dat vooral schoon drinkwater en afvalverwijdering bepalend waren voor verbeteringen in de volksgezondheid ligt ver achter ons. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de levensverwachting met zo’n acht jaar gestegen. Zeker de helft daarvan kan rechtstreeks in verband worden gebracht met betere preventie en zorg. Als we bedenken dat ook de babysterfte is gedaald en er op tal van andere terreinen forse resultaten zijn geboekt, dan zijn de directe gezondheidsbaten van preventie en zorg indrukwekkend te noemen.

Voor veel mensen behoort een goede gezondheid tot het belangrijkste in het leven. Bovendien zegt het ook iets over de kwaliteit van de samenleving als mensen gezond oud kunnen worden. De volksgezondheid is echter ook los daarvan voor de economie van grote betekenis. Gezondheid leidt tot welvaart!

Sinds Nobelprijswinnaar Robert Fogel heeft laten zien dat de economische groei sinds de Franse Revolutie voor zeker een derde het gevolg is geweest van betere voeding en gezondheid, kan niemand meer om het belang van een fitte en gezonde beroepsbevolking heen. Zeker niet in een kenniseconomie die steeds hogere eisen stelt aan het cognitief en psychisch functioneren van mensen.

Door ziekte gaat veel productiviteit verloren. Niet alleen vanwege ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, maar ook omdat zieke werknemers minder productief kunnen zijn. Ze verzuimen niet, maar presteren wel minder. Migraine, hooikoorts en vermoeidheid zijn bekende voorbeelden, maar ook chronische aandoeningen als astma en artritis staan bekend om hun gevolgen voor de arbeidsproductiviteit. Aandoeningen die niet zo snel voorkomen in ranglijstjes naar ziektelast kunnen dus wel hoog scoren op hun maatschappelijke gevolgen.

Uitsluiting

Kijken we naar sociale uitsluiting, de tegenpool van participatie, dan blijkt dat een slechte gezondheid en een geringe mate van psychisch welbevinden belangrijke oorzaken zijn. Hier liggen dus aangrijpingspunten om de maatschappelijke participatie te bevorderen. Het kunnen meedoen dient niet alleen een individueel, maar ook een maatschappelijk belang. Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn cruciaal voor de samenleving, worden steeds belangrijker. Dit maakt het maatschappelijk gezien de moeite waard om te investeren in preventie van ziekten en het wegnemen of compenseren van lichamelijke en psychische beperkingen.

Als het gaat over de relatie tussen zorg en welvaart, verdienen twee aspecten nadere aandacht. Ten eerste heeft de zorg bijgedragen aan het dempen van de economische recessie. Waar in andere sectoren de werkloosheid fors opliep en met overheidsgeld bestreden moest worden, was de zorg een stabiliserende bedrijfstak waar mensen gewoon aan de slag konden blijven. Een terechte vraag is dan ook of dit geld in de komende jaren, wanneer de overheid terugbetaald moet worden, uit de zorg moet komen of uit de sectoren waar de overheid is bijgesprongen.

Ingrijpende keuzes

Ten tweede heeft de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) sinds de jaren tachtig een essentiële bijdrage geleverd aan de arbeidsparticipatie en daarmee aan de economische groei. De ruimte die de AWBZ bood, stelde laagopgeleiden in staat om in de (ouderen)zorg aan de slag te gaan, wat hoogopgeleiden de mogelijkheid gaf om hun mantelzorgtaken deels te verminderen en in hogere functies aan de slag te gaan. Tussen zorg en welvaart bestaat een wederkerige relatie: welvaart maakt financiering van de zorg mogelijk, maar de zorg draagt ook weer bij aan de stijging van de welvaart.

De gezondheidszorg draagt ook rechtstreeks bij aan het maatschappelijk welbevinden. Het gaat er dan bijvoorbeeld om dat mensen erop kunnen vertrouwen dat er zorg beschikbaar is en dat deze zorg ook beantwoordt aan de eisen die men daaraan stelt. Daarnaast is er een wezenlijk verschil tussen de zorg en andere sectoren. Het maakt uit of je auto’s repareert of mensen behandelt, of je benzine verkoopt of patiënten verzorgt.

Als de huidige uitgavenontwikkeling doorzet, zal de zorg met grote regelmaat op de politieke agenda terugkomen. Ingrijpende keuzes zullen zich de komende jaren aandienen. Deze moeten gaan over de verhouding tussen kosten en opbrengsten, zowel binnen de zorg als tussen zorg en andere bronnen van individueel en maatschappelijk welbevinden. Want tegenover bezuinigingen staan altijd gederfde baten. De belangrijkste vraag is daarom niet: Waar halen we het geld vandaan? maar: Welke baten willen we behouden, en wat hebben we daarvoor over?

De auteurs zijn werkzaam bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Een uitgebreidere versie van dit artikel is te vinden op mejudice.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer