Luther is liturgie, geen theologie
Een biografie over Luther schrijven is niet alleen een kwestie van ál zijn geschriften doornemen. Het is ook knielen waar de reformator knielde. En je bij elk Bijbelwoord afvragen wat Luther daarin hoorde.
Martin Brecht wringt zich door een smal gangetje dat leidt naar zijn werkkamer, boven in zijn huis. Hij blijft staan voor een kast vol met deftige zwarte boeken. „Hier heb je hem, de Weimarer Ausgabe.” Hij zegt het haast plechtig.
Op de planken staan de 120 delen met Luthers verzameld werk. In 1883 –400 jaar na zijn dood– begonnen enkele wetenschappers al het geschrevene van de reformator te bundelen. De laatste delen zijn pas vorig jaar verschenen. „Ik heb er ook nog aan bijgedragen”, meldt de emeritus hoogleraar glimmend.
Het lijkt een saaie boekenkast, maar het complete verzamelde werk van Luther is vrij zeldzaam, zegt prof. Brecht. „Wereldwijd bestaat dit maar op 1300 plaatsen.”
Luther kwam op zijn weg nadat hij in 1975 hoogleraar was geworden aan de universiteit van Münster. „„Ik doe alles, en dan doe jij Luther”, had mijn collega Kurt Aland gezegd”, aldus Brecht. Lachend: „Een beetje autocratisch, maar ik accepteerde het.”
Brecht kocht een huis in Münster en trok daar met zijn vrouw en vier kinderen in. „In de bibliotheek stond de Weimarer Ausgabe ook wel, maar dan kun je niet gauw iets nazoeken. Omdat deze uitgave evenveel kost als een middenklasse auto, moest ik dat wel met mijn vrouw overleggen. Toen de serie er eenmaal was, kon ik dag en nacht naar Luther luisteren.”
Meditatie
In het verzameld werk staan zowel de Duitse als Latijnse teksten. De Duitse zelfs in gotische letters. „Ach, met dat schrift ben ik opgegroeid. En mijn docenten hebben me geleerd Latijn net zo makkelijk te lezen als de krant, dus ik kon er snel door.”
Maar Lutheronderzoek is meer dan studeerkamerwerk, ontdekte Brecht. „Het Lutheronderzoek werd begin jaren tachtig nog overheerst door de theologische benadering. Er was debat over de vraag hoe de Reformatie begon. Op dat punt kwam ik al gauw tot een afwijkende opvatting, die ook nodig is om zo’n biografie te schrijven. Voor Luther stond niet de theologie maar de doorleefde liturgie centraal; bidden en zingen. Daar ligt de sleutel, bij de meditatie.”
Brecht volgde Luther daarom op zijn sporen door Duitsland. „In Erfurt knielde ik op de stenen waar hij wekelijks de psalmen bad. En in Wittenberg waar hij aan de boom van de Bijbel schudde. Zo kwam ik tot een breder verstaan van Luther dan puur theologisch. Misschien komt dat door de piëtistische zalving in mijn geboortestreek Württemberg.”
Deze meditatieve houding legde hij niet af als hij de dikke delen van Luthers geschriften op zijn bureau had, vertelt Brecht. „De man was zo geweldig bespraakt, zowel in het Duits als in het Latijn. Zijn Bijbelvertaling kenmerkt zich door zo’n spraakgeweld. Nog altijd een esthetisch genot. De man hield van eten en drinken en was ook geweldig muzikaal. Als wetenschapper moet je je kunnen inleven hoe de Bijbel tot zo’n man sprak.”
Brecht begon zijn Lutherbiografie omdat hij wat te zeggen had over het begin van de Reformatie. „De jonge Luther sprak me aan. Maar toen dat boek er in 1981 eenmaal lag, vroeg de uitgever of ik niet verder wilde gaan. Of ik nog één of twee delen wilde schrijven, maakte niet uit. Dat maak je vandaag niet meer mee. In 1986 verscheen het tweede deel en in 1987 het derde.”
Galatenbrief
Brecht kreeg de liefde voor Luther van huis uit mee. „Mijn volledige voornamen zijn Hans Martin Ulrich. Alle drie naar reformatoren. Als kind hoorde ik de geschiedenis van de Reformatie, als ik soms met mijn vader meeging naar de communieklas. Toen ik theologie ging studeren, gold Luthers boek over de Galatenbrief zo’n beetje als een must. Die uitleg over de rechtvaardiging zal ik nooit meer vergeten. Die daalde echt af naar de innerlijke mens.”
De telefoon rinkelt. Een omroep. Of Herr Professor weet waarom Luther de spelling van zijn naam veranderde. „Er komen meerdere spellingen voor. Luter en ook Luder. Luther zelf verwees rond 1517 eens naar het Griekse ”eleutherios”. Dat betekent zoiets als vrijgevochten. Dat kenmerkt hem wel.”
Het kost prof. Brecht niet veel moeite antwoord te geven. „Als je alles van Luther hebt gelezen en de stof beheerst, kun je gemakkelijk antwoord geven op dit soort vragen of over dateringskwesties. Onlangs belde een katholieke collega met de vraag waar Luther ”Hm, hm” zei over de mis. Ik heb toen alleen gezegd waar je dat kunt vinden. Eerlijk gezegd houd ik er niet zo van als encyclopedie te worden gebruikt.”
Door de jaren heen heeft Brecht veel contact met rooms-katholieke collega’s gehad. In Münster bestaan twee theologische faculteiten, een protestantse en een katholieke. „Vroeger was er nog veel uitwisseling. Onder katholieke studenten bestond werkelijke interesse in Luther. De laatste jaren is dat minder. Mogelijk ook door de huidige paus, Benedictus XVI, die als dr. Joseph Ratzinger nog mijn collega aan de universiteit in Tübingen is geweest. Ik ben benieuwd of er in de aanloop naar de Reformatieherdenking in 2017 nog een discussie over de aflaat komt.”
Van Luther leerde Brecht dat Christus aanwezig is waar brood en wijn is. „Soms vroegen katholieke collega’s me mee te gaan naar de zaterdagavondmis. Ik vroeg dan of er meer was dan alleen de ouwel. Bij missen met zowel brood als wijn ging ik wel eens mee. Ik denk dat dit in de lijn van Luther is. Zo kun je dus ook iets oecumenisch van hem leren.”
Joden
Brecht schreef zijn biografie omdat hij een nieuwe invalshoek op het Lutheronderzoek had gevonden. Niet om hem te verdedigen. „Je moet altijd kritisch blijven meedenken.”
Een van de punten waarop Brecht zelf „heftige kritiek” op Luther heeft geuit, is diens omgang met het Joodse vraagstuk. „Vanuit zijn eigen theologie kun je dat afkeuren. Het heeft natuurlijk te maken met het al dan niet christologisch verstaan van het Oude Testament. Bij hem is dat geradicaliseerd. Hetzelfde geldt voor zijn wilde uitspraken over de paus aan het eind van zijn leven.
De oude man was mogelijk wat zuur geworden. Maar in diezelfde tijd sprak hij geweldig troostvol tot moeders van jonggestorven kinderen. Die schreien in zwakheid, zei hij, en daar is de Geest bij. Dat is theologie op zijn best.”
Het Lutheronderzoek bracht Brecht in de jaren zeventig en tachtig ook in het socialistische Oost-Duitsland. „Wetenschappers daar begrepen wel dat ze het niet alleen met Marx en Engels redden. Ze waren vooral in Luther geïnteresseerd vanwege de Boerenopstand. Feitelijk werd de theologie politiek misbruikt. In augustus 1989 waren onze DDR-collega’s echter zo ver dat ze toegaven dat alleen de bronnen nog zouden gelden, en niet langer alleen Marx. Tegelijk moeten wij ervoor oppassen dat we Luther niet vanuit een protestantse bril onderzoeken.”
Is Luther voor het Duitse volk nog een belangrijke figuur?
Brecht aarzelt: „Daar heb ik toch wat twijfels over. De kerk neigt naar het vergeten van Luther, ook al zal hij rond 2017 wel weer meer op de voorgrond komen. Het midden en het zuiden van Duitsland zijn wel conservatiever, maar in het oosten is veel weggegooid. Als je ziet hoe de kerk het geloof aan de nieuwe generatie overdraagt, maakt dat me ook sceptisch.
Het Duitse volk is natuurlijk sterk geseculariseerd. Voor onze taal en cultuur blijft Luther belangrijk, hij staat zelfs in de top tien van nationale figuren. Als je ”Mijn eeuw” van Günter Grass leest, tref je een boek vrijwel zonder religie. En zo leven veel Duitsers.”
U stelt in uw boek dat het niet geheel zeker is dat Luther de stellingen werkelijk heeft aangeslagen. Omdat een opmerking van Melanchthon na Luthers dood pas de oudste bron is. Hoe zit het echt?
„Dat was de toenmalige stand van zaken. Sindsdien heeft het onderzoek niet stilgestaan. Er is naderhand een oudere bron uit de jaren veertig gevonden die het aanslaan van de stellingen bevestigt. Bovendien is er meer bekend geworden over de praktijk van het aanslaan van stellingen. Daardoor ben ik er nu zekerder van dat Luther dit inderdaad heeft gedaan dan toen ik mijn boek schreef.”
De driedelige Brecht
Martin Brecht werd in 1932 geboren in het piëtistische Baden-Württemberg, waar zijn vader luthers predikant was. Aanvankelijk werd hij zelf ook predikant. Later was hij als kerkhistoricus verbonden aan de universiteiten van Tübingen en Münster.
Brecht publiceerde zijn Lutherbiografie in drie dikke delen in 1981, 1986 en 1987. In de wetenschappelijke wereld werd dit een van de standaardwerken over de reformator.
Vier jaar na het verschijnen van het eerste deel bracht een Amerikaanse uitgeverij een Engelse vertaling op de markt. Later werd die gevolgd door vertalingen van de beide andere delen.