Tim Keller: Kerk moet zich richten op steden
KAAPSTAD – Als de kerk jongeren, armen of mensen aan de top wil bereiken, dan moet ze in megasteden aan het werk gaan.
Dat zei Tim Keller, predikant van Redeemer Presbyterian Church in New York, woensdagavond op het derde Lausanne Congres voor Wereldevangelisatie in Kaapstad (Zuid-Afrika).
Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in steden en dat aantal neemt alleen maar toe, aldus Keller. „De kerk moet zijn waar mensen zijn. Steden zullen in de toekomst steeds belangrijk worden. Ze oefenen grote invloed uit op de manier waarop mensen leven en denken.”
De predikant gaf een aantal adviezen aan kerken die in de stad werken. Zo moeten zij zich ervan bewust zijn dat de verschillende groepen, klassen, rassen en godsdiensten in de stedelijke samenleving een andere benadering nodig hebben. ook dienen ze, meer dan nu het geval is, christenen toe te rusten voor hun dagelijks werk in de samenleving.
Keller benadrukte het belang van gebed voor steden. Hij verwees naar Abraham, die voor de heidense steden Sodom en Gomorra bad. „Abraham handelde als een hogepriester. Hij bad voor mensen die hem kónden doden, maar Jezus Christus bad voor mensen die Hem daadwerkelijk doodden. Als Hij onze Hogepriester is, kunnen wij hogepriester zijn voor de steden, en voor hen bidden.”
Het evangelicale zendingscongres, dat tot zondag duurt, stond woensdag vooral in het teken van wereldgodsdiensten. Het blijkt vooral moeilijk om moslims, hindoes en boeddhisten –ongeveer 28 procent van de wereldbevolking– met het Evangelie te bereiken. Niet minder dan 86 procent van hen kent persoonlijk geen christen.
Toch bestaan er geen gesloten landen voor het Woord van God, zei de Engelse apologeet Michael Ramsden. „Als we meer van het Evangelie dan van ons eigen leven houden, zullen we niet kunnen zwijgen. We hebben het er vaak over dat we moeten leven zodat anderen mensen iets van Christus zien. Dat is helemaal waar. Maar als ik andere mensen help, wil ik dan dat ze mij zien of Christus? We hebben een boodschap die het waard is om erover te spreken.”
Wereldwijd werken zo’n 9600 kerkplanters van 80 verschillende organisaties onder moslims. Zien zij vrucht op hun werk? Een zendeling in Noord-Afrika vertelt dat er veertig jaar geleden amper bekeerlingen waren. „Soms vroegen we ons af of het nog wel zin had door te gaan. Gelukkig is dat nu heel anders: veel moslims komen tot het geloof. Maar vervolgens hebben ze het vaak moeilijk, vooral omdat de familie hun bekering niet accepteert.”
Maar bekeerde moslims lijden soms ook door de houding van Westerse christenen. „Net zoals er Messiasbelijdende Joden zijn, bestaan er moslims die Jezus kennen als hun Redder en Verlosser maar die zich officieel en cultureel verbonden weten met de moslimgemeenschap. Veel Westerse christenen vinden dat dit niet kan en twijfelen aan hun bekering. Ze vinden dat een ex-moslim gerust mag eten tijdens de Ramadan of ze maken er een probleem van als er in zijn paspoort nog ”moslim” staat.”
„Ik heb de islam op zijn best en op zijn slechts gezien”, vervolgt hij. „Er waren moslims die mijn leven redden of hun laatste eten gaven, maar ook moslims die me probeerden te vermoorden. We hebben allemaal onze mening over moslims. Maar onze enige boodschap is de redding door Jezus Christus. Laten we dáárover spreken.”